Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Het staat zwart op wit in het huidige regeerakkoord: Nederland wordt duurzaam. Het kabinet Rutte III zegt de lat hoog te willen leggen, onder andere door de meest ambitieuze doelstellingen van het Parijs-akkoord te willen nastreven. Zo moet de uitstoot van broeikasgassen in 2030 gehalveerd zijn ten opzichte van 1990. Dat is een stuk ambitieuzer dan de huidige met Europa afgestemde afspraak.
Hoe dan?
De hierop volgende vraag is: hoe dan? Om deze vraag te beantwoorden is voor een typisch Nederlandse aanpak gekozen: dit gaan we met z’n allen doen! Maar omdat we geen tafel hebben waaraan 17 miljoen mensen kunnen aanschuiven, is gekozen voor zogenaamde ‘sectortafels’.
Aan deze sectortafels nemen de sectoren plaats die samen verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de CO2-uitstoot (industrie, landbouw, elektriciteit, gebouwde omgeving en mobiliteit). Aan tafel zitten partijen die een concrete bijdrage kunnen leveren aan de transitie in hun sector en ook de bevoegdheid hebben daarover afspraken te maken.
“
De abstracte doelstellingen van Parijs worden omgezet in hele concrete maatregelen
Toch kunnen alle overige mensen ook nog met de vuist op tafel slaan. Bijvoorbeeld als achterban van de partijen aan tafel, maar ook door
online ideeën aan te leveren, of door deel te nemen aan lokale bijeenkomsten in het land. Van deze inspraakmogelijkheden wordt gretig gebruik gemaakt, wat aangeeft dat het onderwerp leeft en mensen gemotiveerd zijn hieraan bij te dragen. De abstracte doelstellingen van Parijs worden zo omgezet in hele concrete maatregelen.
Aan de slag
Op 12 juni heeft minister Wiebes de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van dit proces. Medio juli zal het voorstel voor de hoofdlijnen van een klimaatakkoord worden gepresenteerd. Die worden vervolgens doorgerekend door het PBL en CPB, zodat de effecten van het akkoord zo duidelijk mogelijk zijn, ook voor burgers. Aan het eind van het jaar moet het akkoord dan een echt akkoord worden, ondertekend door alle betrokken partijen en besproken in de Tweede Kamer. Daarna, in 2019, gaat de belangrijkste fase van start, die van de uitvoering van alle plannen.
De indeling in sectortafels is een hele nuttige manier om de vraagstukken behapbaar te houden. Ze buigen zich ieder over een ander vraagstuk, maar tegelijkertijd kan geen van de tafels de rug keren naar de anderen.
Wanneer aan de mobiliteitstafel wordt gesproken over elektrisch vervoer, kan dat consequenties hebben voor bijvoorbeeld laadpalen in de bebouwde omgeving. Als de energietafel spreekt over zonne- of windenergie kan dat gevolgen hebben voor landgebruik. En die duurzaam opgewekte elektriciteit moet uiteindelijk ook weer bij die eerder genoemde voertuigen komen. Onderlinge samenhang is daarom van wezenlijk belang. Een centrale klimaattafel en enkele dwarsdoorsnijdende thematafels zien hier op toe.
“
De jongeren van nu kunnen straks met recht zeggen: ‘dat is onze samenleving’.
Jong meegedacht, oud volbracht
Bijzonder aan deze Nederlandse aanpak – ‘Parijs’ in de polder is de betrokkenheid van jongeren. Ook zij zitten aan de tafels. Ze hebben zich op verschillende manieren georganiseerd en proberen via bijvoorbeeld de
Jonge Klimaatbeweging en de
Klimaat en Energie Koepel jongeren in alle hoeken van de samenleving te bereiken en vertegenwoordigen. Met hun gedegen voorbereiding, hun soms originele kijk op vraagstukken en hun sterke motivatie, dragen jongeren bij aan de kwaliteit van het proces en, zo is mijn verwachting, de kwaliteit van de uitkomst.
De contouren van de samenleving in 2050 worden nu bepaald. De jongeren van nu kunnen straks met recht zeggen: ‘dat is onze samenleving’.