Negen natuurorganisaties deden onlangs een oproep aan de Nederlandse overheid voor een veel actiever natuurbeleid. De oproep deden ze met een notitie met als titel ‘Natuurbescherming in Nederland, op volle kracht vooruit!’. Hun oproep had veel alarmerender mogen zijn, vindt OneWorld-medewerker en natuurliefhebber ErnstJan Stroes.
Nationale en ook internationale wetten en regels zijn in Nederland goed ingevoerd. Natuurontwikkelingsprojecten werpen hun vruchten af. Een aantal in het oog springende diersoorten neemt in aantal toe en sommige worden zelfs voor het eerst weer in Nederland gezien. De otter, bever, kraanvogel en zeearend zijn er duidelijk beter aan toe dan twintig jaar geleden (toen waren ze hier namelijk niet meer). Uit de eerder gepubliceerde Living Planet Index voor Nederland (2015) bleek ook al dat het wat beter gaat met natuur aan en in het water. Maar verder gaat het eigenlijk ronduit slecht.
Kapot gemaaid vogelnest.
Niet urgent
Het is dan ook best verbazingwekkend dat de natuurorganisaties hun pleidooi een nogal positieve toonzetting geven. Het gevaar is dat de staatssecretaris na deze pluim voor zijn beleid de oproep terzijde legt en overgaat tot de orde van de dag, en dat zou bijzonder verdrietig zijn. Want als we verder lezen komen we er achter dat het helemaal niet zo best is allemaal. Gek genoeg blijft de toonzetting het hele pleidooi heel gezellig en heeft ook de vormgever zijn best niet gedaan het pleidooi enige gevoel van urgentie mee te geven.
Achteruit hollen
Als we naar de feiten kijken zien we dat ons land juist voor die soorten waarvoor het enorm belangrijk is enorm achteruit gaat. De typische weidevogels als grutto, tureluur en kemphaan zijn alleen maar verder achteruit gegaan, akkervogels als veldleeuwerik, kievit en patrijs delen hun lot. Maar ook een aantal rietvogels zijn onverwacht nog steeds aan het afnemen zoals de grote karekiet en de blauwe kiekendief. Als we het over zoogdieren hebben mogen we ons verheugen met het feit dat voor het eerst sinds jaren de wolf zich weer in Nederland liet zien en ook de wilde kat weer voet aan de grond kreeg.
Tevens zien we steeds vaker zeezoogdieren als bruinvissen en de grijze en gewone zeehond. Maar aan de andere kant nemen vooral zoogdiersoorten af die leven in het cultuurlandschap. Zo zijn twee hoefijzerneusvleermuizen vermoedelijk recentelijk uitgestorven. Amfibieën en reptielen hebben het in ons land ook niet makkelijk. Zo verkeert de prachtige vuursalamander overtuigend in de gevarenzone en met de gladde slang en adder is het al niet veel beter. Voor planten en insecten ziet het er al niet beter uit. Bloemrijk hooiland is steeds zeldzamer en door de enorme en nog verder toenemende vermesting ziet het er ook voor kwetsbare heide gebieden bijzonder slecht uit.
Doodgereden vuursalamander / Foto: Wikimedia.
Lankmoedig
Als we het natuurbeleid waarover de oproep gaat willen kenschetsen dan is 'lankmoedig' een mooi woord. Het natuurbeleid en ook de natuurbeschermingsorganisaties zijn nog lang niet hersteld van de enorme bezuinigingsronde in 2010.
De in 2010 ingestelde Natura 2000 gebieden ontberen vijf jaar later veelal nog steeds beheerplannen en wat er aan plannen is wordt amper uitgevoerd. De bescherming van soorten waarvoor Nederland belangrijk is komt niet van de grond. Na het vervangen van de Ecologische Hoofdstructuur met het Natuurnetwerk Nederland blijkt dat dat vooral een zoethoudertje is geweest voor natuurbeschermers. De natuurwetgeving is het papier niet waard waarop ze geschreven zijn, onze overheid maakt goede sier met haar voortdurende inschikkelijkheid ten opzichte van economische belangen en het pragmatisme waarmee regels worden gehanteerd. Het is duidelijk dat met een dergelijke manier van handhaving waardevolle natuur in ons land geen kans maakt. Voor dat zelfde lankmoedige beleid wordt vervolgens door de natuurorganisaties gevraagd om verankering in ander beleid. Dat klinkt als het uitnodigen van de olifant in de porseleinkast.
Stront, heel veel stront
Met het loslaten van de melkquota zijn de kansen van waardevolle natuur in ons cultuurlandschap praktisch tot nul gereduceerd. Afspraken rond mest worden niet gehaald. Nederland schiet door het ene plafond en vervolgens door het andere plafond als het om mestnormen gaat. Als de overheid niet een keihard natuurbeleid gaat voeren dan verdwijnen de volgende regeerperiode de kievit, de grutto en de tureluur uit onze weilanden en verdwijnt de patrijs van onze akkers. Waarschijnlijk om niet al te negatief over te komen, eindigt de oproep met een suggestie over kansen die de natuurorganisaties zien. Er zijn volgens de organisaties kansen voor biodiversiteit in overstromingsbuffers, moerasgebieden en steden. Het natuurbeheer stuurt zichzelf met een kluitje in het riet en trekt zich terug daar waar ze wel iets hebben denken te kunnen behalen. Bijna kolderiek eindigt het artikel met een oproep vooral successen in de etalage te zetten en nationale trots te etaleren voor onze typisch Hollandse natuur.
Grutto in het boerenland.
Te laat?
Na lezing van de oproep moet ik toch concluderen dat het qua vormgeving en strekking niet past bij deze tijd. Het is allemaal erg aardig en vriendelijk en dat terwijl het voor veel Nederlandse natuur echt vijf voor twaalf is. Op zijn minst hadden de organisaties een foto in de oproep mogen zetten van een koppel verhongerde patrijzenkuikens of een kapotgereden gruttonest. Ook de tekst had veel alarmerender gemogen nu zal de hele oproep waarschijnlijk uitlopen op een in Jip en Janneke Nederlands geschreven foldertje over onze prachtige (dan waarschijnlijk helemaal niet meer bestaande) Nederlandse natuur en dat is nou net niet de bedoeling.
Meedoen
Gelukkig is er als het gaat om de weide vogels de actie 'Red de rijke weide' van Vogelbescherming. Met deze actie worden de Nederlandse supermarkten op geroepen producten te gaan kopen en aanbieden van weidevogel vriendelijk beheerde weilanden. Je kunt mee doen aan deze actie door een kaartje te sturen naar de supermarkten via de website.