Frustratie
Binnen de energiebedrijven is niet iedereen content met de felle onderlinge concurrentie, aangejaagd door de ACM en prijsvechters met veelzeggende namen als Budget Energie en Easy Energy. Lange termijn (duurzaamheid) botst op korte termijn (concurrentie op prijs), hoor je regelmatig. Marloes Arkesteijn, projectmanager Duurzaamheid en Innovatie bij Eneco, geeft lucht aan haar frustratie als ze OneWorld spreekt op duurzaamheidsfestival Springtij: “We zijn bezig met de verduurzaming van energie, maar tegelijkertijd zijn we veel geld kwijt aan marketing, en aan het lokken en behouden van klanten! Dat is geld dat we niet kunnen besteden aan de goede zaak: klanten helpen om duurzame maatregelen te treffen.” Het is een hartenkreet van een duurzaam denkende young professional, geen strategische boosheid van een CEO. Dus maar eens rondvragen of Arkesteijns zorg herkend en gedeeld wordt.
“We zijn veel geld kwijt aan het lokken en behouden van klanten. Dat geld kunnen we niet besteden om ze te helpen duurzame maatregelen te treffen.
Voor de laagste prijs gaan is menselijk, zegt Winter. “Onder mijn vrienden zie ik ook ‘groene hoppers’, mensen die vanwege de prijs switchen tussen leveranciers van groene energie.” Maar de grote hoeveelheid hoppers vormt voor elk energiebedrijf een probleem, denkt hij. “Ik vraag me af hoe lang dit doorgaat. We hebben nu 31 aanbieders op de markt. Vroeg of laat zal er een shake out komen.” De enigen die voortdurend profiteren, volgens Winter, zijn de energievergelijkers vanwege de provisie die ze bij elke overstap opstrijken. En zij investeren nu eenmaal niet in duurzame energie.
Wat wel mooi is: de consument neemt tegenwoordig in meerderheid groene stroom af. “Maar weet-ie wel waar die stroom vandaan komt en hoe groen die nu echt is?”, vraagt Winter zich af.
De enige oplossing ziet Setz in ‘duidelijkheid en openheid’ over het groene gehalte van de energiebedrijven, zoals bijvoorbeeld in de ranking van de Consumentenbond, Greenpeace en WISE gebeurt. “Je kunt mensen nu eenmaal niet verplichten echt groene energie af te nemen, je kunt ze alleen bewust maken.”
Terwijl de energiebedrijven in een meedogenloze prijzenslag zijn verwikkeld – en de consument daarin mee gaat – wordt energie ondertussen alleen maar duurder. De rekening voor de energietransitie valt fors uit, en de burger betaalt het gelag, via de heffing Opslag Duurzame Energie (ODE) op zijn energiekosten. Voor 2018 is dat zo’n 110 euro erbovenop. Dat is niet redelijk, vindt Jeroen Setz, omdat particulieren maar een derde van de totale energie gebruiken.
Die onevenredigheid blijkt ook uit een recent onderzoek in opdracht van Milieudefensie. Bedrijven betalen 1,8 miljard euro minder aan energie- en klimaatbelastingen dan de maatschappelijke kosten (kosten vanwege schade door CO2-uitstoot) die zij maken. Aan de andere kant betalen huishoudens 2,8 miljard euro meer dan de maatschappelijke kosten. En daarbij is de arme Nederlander dubbel de klos: hij heeft een kleinere voetafdruk dan de rijkaard, en hij profiteert minder van duurzame subsidies voor isolatie en panelen op het dak.
“De rekening voor de energietransitie valt fors uit, en de burger betaalt het gelag
“We hebben natuurlijk het Europese systeem van CO2-emissiehandel tussen bedrijven, dat gebaseerd is op het principe dat de vervuiler betaalt. Maar dat systeem werkt niet omdat de CO2-prijs op die markt te laag is. Je zou een CO2-bodemprijs moeten invoeren, zoals Zweden en het Verenigd Koninkrijk hebben gedaan en Macron voor de EU bepleit. In Nederland zie ik dat niet zo snel gebeuren. Het kabinet is vooral bang dat grote, fossiele, bedrijven het land verlaten. Vandaar ook dat de dividendbelasting is afgeschaft. Ik zou juist zeggen: bekommer je om de Google en Amazon van over twintig jaar, en zorg dat die duurzaam gaan werken. Die fossiele reuzen kun je met gerust hart laten vertrekken.”
Het Nederlandse beleid bevoordeelt grote bedrijven sowieso veel te veel, analyseert Huygen. “We moeten nu flink investeren in de capaciteit van de elektriciteitsnetten om duurzaam opgewerkte energie te transporteren. De grootverbruikers van energie betalen daar niet aan mee, dat doen de burgers.”
Het afwentelen van kosten voor duurzame energie op burgers is gevaarlijk, meent de hoogleraar energiemarkt. “Het maakt de energietransitie veel duurder en is riskant voor het draagvlak bij de burger. Zelfs mensen die zelf duurzame energie opwekken, worden aangeslagen voor de kosten van de energietransitie. Maatschappelijk is er al best veel weerstand, zeker als het gaat om windenergie op land. Zo maak je het alleen maar erger.”
“De noodzaak van de energietransitie moet veel beter worden uitgelegd”, concludeert Tom van der Lee, energiewoordvoerder van GroenLinks. “De burger moet niet het gevoel krijgen dat-ie wordt gestraft. Enerzijds moet je duidelijk maken dat de energietransitie veel implicaties heeft voor onze manier van leven: hoe we onszelf en onze spullen vervoeren, hoe we onze kantoren en woningen bouwen bijvoorbeeld – en dat daar ook leuke kanten aan zitten. Anderzijds moet je regelingen invoeren die duurzame energie aantrekkelijk maken. Anders zien mensen alleen de nadelen: de energierekening die omhooggaat. Je kunt er niet aan voorbijgaan dat de energietransitie geld kost, want er zijn grote publieke investeringen nodig. Maar als we niks doen – en ook dat moet je uitleggen – zijn de kosten veel hoger.”
Dikkere trui
En de energiebedrijven? ” “Prijsconcurrentie is in onze markt nu eenmaal een gegeven. Maar liever helpen we onze klanten met energiebesparing, via slimme thermostaat TOON, en bij het zelf opwekken, opslaan of slim gebruiken van energie”, zegt woordvoerder Arie Spruit van Eneco (‘de groenste van de grote energiebedrijven’). “In onze faciliterende rol ligt ons toekomstige verdienmodel. Het traditionele verdienmodel van zo veel mogelijk energie leveren is niet houdbaar op de langere termijn, en staat haaks op de doelstellingen van het klimaatbeleid.”
Ondertussen zitten we nog – even? – met de prijzenoorlog in energieland. En zie daar maar eens uit te breken als prijsbewuste consument. Na onze recente overstap naar een van de groenste (en tevens zelf energieproducerende) leveranciers maakte een gelukzalig gevoel zich van ons meester. Totdat we een hoger maandbedrag zagen verschijnen dan bij onze oude, ook best groene, provider. Dan maar wat minder douchen dus, en een nog dikkere trui aan. Een goeie prikkel om nog meer energie te besparen: daar houden we het maar op.
De ranglijst die de Consumentenbond, WISE en Greenpeace elk jaar opstellen onderscheidt ‘voorlopers’, ‘volgers’ en ‘vervuilers’.
De duurzaamste stroomleveranciers binnen de voorlopers zijn volgens de laatste editie van die lijst:
om (voorheen Duurzame Energie Unie)
Pure Energie
Qurrent
Deze bedrijven leveren alleen stroom die is opgewekt met windmolens en zonnepanelen in Nederland. Maar ook Vandebron, Powerpeers, Huismerk energie, Greenchoice, Eneco en HVC horen bij de ‘voorlopers’.
Wie zijn de volgers?
Veel bedrijven vallen onder de ‘volgers’. Daaronder grote leveranciers als Essent en NLE. Essent kondigde in oktober 2017 aan al haar particuliere klanten voortaan Europese windstroom te leveren, maar Essent produceert zelf geen stroom meer. En het grote moederconcern RWE is nog steeds vooral op fossiele energie gericht.
Wie zijn de vervuilers?
Van de grootste leveranciers zijn Nuon en Engie ‘vervuilers’. Beide bedrijven produceren nog kolenstroom in Nederland. Daarbij zijn ze, aldus de lijst, onderdeel van multinationale ondernemingen die ook in het buitenland op grote schaal fossiele- en kernenergie.
E.On eindigt helemaal onderaan; het in Nederland leverende E.On werd na een bedrijfssplitsing onderdeel van het voornamelijk in fossiele stroom actieve concern Uniper.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand