Door een reeks overstromingen, onder meer veroorzaakt door hevige regenval, staan eind 2022 delen van de Congolese hoofdstad Kinshasa onder water met als gevolg: continu stroomstoringen. Tijdens verschillende broeierige nachten portretteert de Congolese filmmaker Nelson Makengo in Rising Up at night willekeurige inwoners waarmee hij laat zien hoe de stad veerkracht toont en oplossingen zoekt.
OneWorld geeft kaarten weg!
OneWorld selecteerde drie films uit het programma van documentairefestival IDFA (14 tot en met 24 november 2024 in Amsterdam). De tweede is Rising Up at Night van de Congolese filmmaker Nelson Makengo. We geven 10 x 2 kaarten weg voor deze film, op 20 november 2024 om 13 uur in Kriterion. Mail naar winnen@oneworld.nl en vermeld ‘Rising Up at Night’ in de onderwerpregel. Wie het eerst komt, het eerst maalt!
Kijk voor meer informatie over het festival en de films op de website van IDFA.
Makengo begint zijn film met een vogelvlucht over de stad, overal zijn kleine lichtjes te zien. Achter ieder lichtje schuilt een verhaal, van een gelovige vrouw tot een sportende vriendengroep. Dominees in Kinshasa preken over de miljoenen Congolezen die in het donker zitten: “Duisternis is als een stroomstoring, een huis zonder elektriciteit is een ongelukkig huis gevuld met zorgen.” Tijdens de storingen zijn zaklampen op batterijen de enige oplossing, want alleen geprivilegieerde Kinois – zoals de inwoners van Kinshasa heten – hebben een generator. De zaklamp, betoogt een predikant, brengt ‘weer licht in de woning’ zodat men ‘overweldigd kan worden door vreugde’ en rouw plaats kan maken voor ‘euforie’.
De Kinois kunnen wel wat euforie gebruiken. Ze willen het liefst voor zonsondergang thuis zijn. Maar wie net voor de schemering een bootje wil huren, betaalt ongeveer 500 Congoleze Francs, zo’n 15 eurocent: vijf keer zoveel als buiten het spitsuur. In sommige wijken wordt alles wat los en vast zit gestolen, inclusief stroomkabels. En de veiligheid van vrouwen wordt naar verluidt bedreigd door verkrachters die in het donker door de straten sluipen. Een vrouw noemt de stad ‘rampgebied’, een man vertelt dat hij al vier maanden door het water moet waden. Het is geen wonder dat een groot deel van de Kinois heil zoekt bij het geloof: evangelische predikanten geven mensen de hoop waarnaar ze op zoek zijn.
Intussen wordt er volop geklaagd over de overheid, die alleen weduwes zou helpen. De rest van de bevolking wordt aan haar lot overgelaten. Makengo bevestigt subtiel de nalatige rol van de regering. Bijvoorbeeld via een nieuwsbulletin over de bouw van Inga III, een hydro-elektrische dam op 260 kilometer van Kinshasa waarvoor Chinese en Spaanse aannemers de handen ineen hebben geslagen. Die dam, waarvan die bouw eindelijk kan beginnen, zal een wonder verrichten en de stroomproblemen verhelpen. Maar tegen het einde van de film zijn de Spaanse aannemers vertrokken, omdat ze het niet eens werden met de Chinese. Dus zijn de Kinois weer op zichzelf aangewezen.
Als een fly on the wall laat Makengo zien hoe ze de draad weer oppakken. Zo volgt hij iemand die nieuwe batterijen in zijn megafoon doet en de straat opgaat om mensen te enthousiasmeren voor een buurtoverleg. Hij zoekt donateurs die willen bijdragen om nieuwe kabels te kopen. De stroomkabels die de straat zouden moeten voorzien van het licht zijn weer eens gestolen. Niet alle buurtgenoten zijn geïnteresseerd. Een vrouw vertelt dat ze toch niet weet wanneer ze haar elektrische apparaten kan gebruiken, ook al wordt de stroom weer aangesloten. Een ander zegt: “Jullie zamelen geld in, vervolgens gebeurt er niets.”
Recensie gaat verder onder de video.
Ondanks de ontberingen verandert Rising Up at Night bij vlagen in een klucht, waarin de Kinois een zelfbewuste hoofdrol spelen. Zo toont Makengo hoe een man zich uitdost in een kerstmanpak – inclusief wit gezichtsmasker – om vervolgens op straat zaklampen te verkopen. “Kom bij mij in de feeststemming!” schreeuwt hij. Een vrouw die normaliter op die plek haar kraam heeft, draagt de ‘kerstman’ op dat hij zijn zaklampen wel mét batterijen moet leveren, anders zal ze zijn reputatie wel even door het slijk halen. Terwijl Makengo de taferelen gadeslaat, roept iemand op straat: “Oh la la, daar heb je die onderontwikkelde Congolezen weer.”
Die hilarische scène zou je kunnen beschouwen als zelfspot, maar ook als kritiek op de rol van de Belgische oud-kolonisator die het land leegroofde en weer vertrok. Sinds de onafhankelijkheid in 1960 proberen de Congolezen licht te vinden in de duisternis, terwijl ze gebukt gaan onder verschillende machtswisselingen, verregaande corruptie en de inmenging van westerse landen in de Congolese economie. Door zijn licht te schijnen op de kerstman die zaklampen verkoopt zonder batterijen, maar ook op het fiasco rond de dam, verbindt Makengo de dagelijkse beslommeringen vakkundig aan de grotere politieke realiteit.
Humor en religie zijn de drijvende kracht voor de Kinois in deze strijd. Die twee brengt Makengo treffend samen tijdens een aandoenlijke scène waarin een groep christenen in het duister staat te bidden. Terwijl de heilige geest wordt aangeroepen, zoomt hij in op het T-shirt van een man met een opdruk van een spook. Hoewel de fragmenten de schijn van willekeurigheid hebben, is er een duidelijke gemene deler: de Kinois weten elkaar in de duisternis te vinden. Met zijn intrigerende observaties van het dagelijks leven, toont Makengo dat de Congolezen overal wel een oplossing voor weten te vinden. Daarmee is zijn film een broodnodig tegengif voor alle poverty porn die we meestal over Congo zien.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand