Red de wilde bij: plant bloemen

Carnavalsmengsel

Door bestaande akkerranden beter te beheren kan dit probleem worden aangepakt. Het is essentieel om de akkerranden gefaseerd te maaien, wat betekent dat je telkens een stuk ongemoeid laat zodat daar bloemen kunnen groeien en de insecten zichzelf kunnen blijven voeden. Twee keer maaien is over het algemeen voldoende. Ook is het belangrijk om het maaisel af te voeren. “Anders krijgen concurrerende planten de overhand”, zegt Scheper. Als het maaisel namelijk blijft liggen, komen de voedingsstoffen zoals stikstof vrij. Plantensoorten die snel groeien van stikstof – zoals brandnetel en zevenblad – zullen dan de overhand nemen.

Daarnaast is het zaak om bloemen in te zaaien. Dat is nog wel een uitdaging, want “het moet geen carnavalsmengsel zijn”, zegt Scheper. Hij bedoelt dat het niet slim is om zomaar iets van een tuincentrum in te zaaien, omdat daar vaak ook exotische bloemzaden tussen zitten. De wilde bestuivers hebben daar niets aan. Toch is ook het gebruik van bepaalde inheemse bloemsoorten – zoals de klaproos, paardenbloem en fluitekruid – niet zonder haken en ogen. Deze bloemsoorten zijn het makkelijkst om in te zaaien, maar bedreigde bijensoorten hebben juist lastiger bloemen nodig.

//De Gezonde Stad Challenge// Bijen zorgen voor leven, maar worden zelf met uitsterven bedreigd. Plant these to save the bees! #ikmaakdestad pic.twitter.com/S5gffWpemi

— De Gezonde Stad (@DeGezondeStad) 25 april 2017

Diversiteit in het landschap

Wat levert het de boer op als er meer bijen en andere bloemzoekende insecten naar zijn akker komen? “Vanaf het tweede jaar van een bloemenstrook leveren gewassen meer op”, legt Scheper uit. “Het duurt zo’n drie tot vijf jaar tot de boer er winst uit haalt. Voor fruittelers is het slim om tussen de bomen een bloemenrand aan te leggen. Doordat fruitbomen permanente gewassen zijn, staan ze dan elk jaar naast de bloemenrand en kunnen de insecten elke keer weer de gewassen bestuiven.”

Bloemen in de akkerranden zorgen voor meer diversiteit in het landschap. Bovendien zijn bloemzoekende insecten goede plaagbestrijders van onder meer de bladluis. De insecten hebben wel een plek in de buurt nodig waar ze kunnen nestelen. Een goed voorbeeld hiervan is de houtwal.

Do it yourself

Heb je zelf een (moes)tuin en wil je ook bijen en andere bloemzoekende insecten helpen? Een paar tips voor je op een rijtje.

1. Zoek een zonnige plek in je tuin waar je bloemen wil zaaien;
2. Koop bloemen die gunstig zijn voor de bloemzoekende insecten. Dit kunnen zowel kruiden als permanente of jaargewassen zijn . Zie de tweet hierboven;
3. Om te voorkomen dat de insecten zich in de spouwmuur van je woning nestelen, is het slim om een bijenhotel of insectenhotel neer te zetten. Je kunt een kant-en-klaar huisje bij een tuincentrum kopen, maar als je wat meer ruimte hebt kun je zelf een aantal pallets op elkaar stapelen en er bijvoorbeeld dood, droog hout tussen stoppen en hier gaatjes in boren. De opening van je insectenhotel moet naar de zonkant gericht staan. Overigens nestelen insecten zich ook graag in de grond, bijvoorbeeld in een bergje zand;
4. Geniet van al het leven in je tuin!