Vandaag is het tien jaar geleden dat het eerste Repair Café werd georganiseerd. Sindsdien heeft de non-profitorganisatie 1800 Cafés opgezet in maar liefst 35 landen. Naar schatting hebben vrijwilligers daar al 1,3 miljoen apparaten gerepareerd – van broeken tot stofzuigers, fietsen en laptops.
Volgens oprichter Martine Postma hebben consumenten schrikbarend weinig reparatiekennis, maar vooral producenten gaan niet vrijuit: die maken hun producten opzettelijk moeilijk om te repareren.
Om het tienjarig bestaan te vieren, organiseert Repair Café vanavond een symposium in de centrale Openbare Bibliotheek in Amsterdam.
Klinkt herkenbaar? Jaarlijks gooien Nederlanders per persoon gemiddeld 18 kilo aan elektrische apparaten, 15 kilo aan textiel en 16 kilo aan meubels en speelgoed weg, zo blijkt uit onderzoek van Stichting Ideële Reclame (SIRE). Met dat in gedachten heeft de stichting vorige maand een campagne gelanceerd: ‘Waardeer het. Repareer het.’ Het doel is om Nederlanders aan te sporen hun spullen te laten repareren, en zo verspilling én de bijhorende milieu-impact tegen te gaan. Want, zo staat in het persbericht: ‘Het lijkt erop dat we zijn vergeten wat de waarde van spullen is.’
De campagne richt zich op de consument: díe is de waarde van spullen vergeten. Maar SIRE laat onbenoemd dat er ook een réden is waarom mensen niet altijd kiezen voor repareren: reparatie is vaak een moeizaam en duur proces. Bedrijven profiteren er namelijk van als een product snel onbruikbaar is, en de consument binnen korte tijd een nieuw exemplaar moet kopen. Planned obsolescence wordt dit genoemd, ofwel ‘geplande veroudering’.
Gemaakt om stuk te gaan
Een goed voorbeeld: Apple-gebruikers merkten de afgelopen jaren dat iPhones langzamer werden, telkens wanneer een nieuw model op de markt kwam. De verklaring: software-updates die gebaseerd waren op de nieuwe modellen, werkten niet optimaal voor oude modellen. Géén software-update uitvoeren is schadelijk, dus moesten gebruikers van oude modellen het met een trager toestel doen. Onder andere VICE kwam dan ook voor het bedrijf op: er is geen sprake van doelbewuste actie om oude modellen om zeep te helpen, maar van een logisch gevolg van verplichte software-updates. Maar was het dan ook werkelijk onvermijdelijk? Schijnbaar niet: na jaren van ophef verklaarde Apple in 2018 dat de laatste upgrade juist zo was ontworpen dat óók oude modellen er baat bij zouden hebben.
“Repareren hoort bij de circulaire economie, maar dan moeten spullen wel te repareren zijn
Het fenomeen geplande veroudering is al langer bekend en gaat zo ver terug als de jaren 30, toen Amerikaanse bedrijven consumentisme wilden opkrikken om uit de Grote Depressie te komen. Het heeft in de loop der jaren ook voor de nodige woede gezorgd, maar niet iedereen vindt die woede terecht. Aan de ene kant valt niet te ontkennen dat de levensduur van producten, zeker van informatica, in recente jaren is afgenomen, en dat reparatie steeds moeilijker wordt. Vaak kunnen toestellen bijvoorbeeld niet opengemaakt worden zonder ze stuk te maken, of wordt de herstelprijs zo hoog opgedreven dat reparatie geen optie is.
“Producten worden zo slecht mogelijk gemaakt, in plaats van zo goed mogelijk
Geplande veroudering is dus geen groots en geheim complot, maar een algemeen geaccepteerd zakenmodel waarbij technologische vernieuwing nadelig uitpakt voor oudere producten en het productieproces zo goedkoop mogelijk moet zijn. Het wordt zelfs openlijk aanbevolen: geplande veroudering, zo is het idee, is een makkelijke manier om voor een stabiele inkomstenbron te zorgen, en maakt constant de ruimte vrij voor nieuwe producten. De hoge klimaatafdruk die erbij komt, moet dan maar voor lief worden genomen.
Kan dat zomaar?
Ook heeft het Europese Parlement recent een resolutie aangenomen om geplande veroudering in de elektronicasector tegen te gaan. Hierin worden lidstaten gevraagd om zich in te zetten voor duurzame producten: bijvoorbeeld door strengere eisen te stellen aan producenten, meer reparatiemogelijkheden te stimuleren en te zorgen dat reserveonderdelen breed beschikbaar zijn.
Wil je toch zo lang mogelijk met je spullen doen, hoe moeilijk het je soms ook wordt gemaakt? Gelukkig kun je hulp inschakelen – daar richt de SIRE-campagne zich dan ook op. De campagne biedt instructievideo’s voor doe-het-zelfreparaties, en biedt een overzicht van de mogelijkheden om apparatuur te kopen of lenen. Is dat te ingewikkeld, dan zijn er op talloze plekken in Nederland Repair Cafés te vinden, waar de campagne eveneens mee samenwerkt, waar je samen met een vrijwilliger ook de meer ingewikkelde apparaten kunt repareren.
Andere initiatieven zijn ifixit, waar handleidingen worden aangeboden om talloze producten – óók bepaalde modellen smartphones – zelf te repareren; of Peerby, waar je spullen kan lenen en uitlenen aan je buurtgenoten.
Wil je een telefoon aanschaffen die lang meegaat en duurzaam is geproduceerd? De Fairphone is het enige telefoonmerk dat zich inzet om duurzame producten te maken.
Als je dan tóch een nieuwe telefoon aanschaft, denk er dan aan dat je een oud model, dat nog wel werkt of beperkte gebreken toont, kunt weggeven aan verschillende organisaties. Dat kan een goed doel zijn, maar ook bedrijven die het toestel refurbishen: opknappen en vervolgens als tweedehands model verkopen.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand