Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Om met de gevolgen van klimaatverandering te leren leven, beloofden rijke landen minder rijke landen met miljarden euro’s bij te staan. Nu blijkt alleen dat bijna de helft van dat geld naar heel andere projecten is gegaan. Dat
ontdekte ontwikkelingsorganisatie CARE, dat 112 ontwikkelingsprojecten onderzocht. De boekhouding bleek zo’n 42 procent te rooskleurig.
Gesjoemel met beloftes kost mensenlevens
De belofte stamde al uit 2009, toen rijke landen toezegden minder rijke landen financieel te steunen in hun klimaatbeleid. Elk jaar iets meer, tot vanaf 2020 jaarlijks 50 miljard dollar besteed zou worden aan ‘adaptatiefinanciering’ in minder rijke landen. Die kon bijvoorbeeld worden gebruikt voor het verstevigen van huizen, het bouwen van dijken en dammen en het verbouwen van droogtebestendige gewassen.
“
Landen die de minste middelen hebben om iets aan klimaatverandering te doen, worden het hardst getroffen
Anne de Graaf, communicatiemanager bij CARE Nederland, vindt het een terechte regeling. “Landen die de minste middelen hebben om iets aan klimaatverandering te doen, worden het hardst getroffen. En ondertussen maakt klimaatverandering de armoede en ongelijkheid alleen maar groter.” Want terwijl Nederland nog kan schaven aan het Deltaplan, zijn de gevolgen van klimaatverandering elders in de wereld al desastreus. Zoals twee jaar geleden, toen storm Idai honderden doden eiste in Oost-Afrika:
En dus is het nodig dat rijke landen miljarden investeren in duurzame projecten elders ter wereld. Al is het voor succesvolle klimaatadaptatie wel belangrijk dat ze de autonomie van de landen die ze te hulp staan respecteren. Hadden Europese kolonisators de kennis en gebruiken van Zimbabwaanse boeren bijvoorbeeld gerespecteerd, dan had het land nu wellicht niet oog in oog gestaan met een reusachtige hongersnood:
Dat Europa die bemoeienis nog niet verleerd is, blijkt uit het feit dat veel landen – ook Nederland – jaarlijks miljarden investeren in het ontginnen van nieuwe olie- en gasvelden op het Afrikaanse continent. Tegen het zere been van Afrikanen en activisten wereldwijd: ‘Verdient Uganda geen schone lucht?’ vragen zij zich hardop af.
In zijn rapport stuitte CARE op nog meer opportunistische investeringen door rijke landen. Zo bleek Frankrijk een project te hebben gefinancierd dat de Filipijnen moest helpen te decentraliseren: zo’n 109 miljoen dollar in 2017. Het volledige bedrag werd geregistreerd als ‘adaptatiefinanciering’. Hoe goedbedoeld ook, met klimaatadaptatie heeft het project weinig te maken. Het valt uiteindelijk zelfs niet precies te achterhalen waar het geld wél aan is besteed.
Ook Japan investeerde in ‘klimaatadaptatie’ in de Filipijnen. In 2014 leende het 470 miljoen dollar aan de Filipijnse overheid om schulden af te lossen – onder andere aan Japan zelf. Ook dat bedrag werd volledig geregistreerd als ‘adaptatiefinanciering’, omdat de Filipijnse overheid dankzij deze lening meer geld te besteden zou hebben aan klimaatadaptatie.
Transparantie en samenwerking
Rijke landen zoeken dus de grenzen op van de afspraken en de eigen beloftes. Zonde, want juist transparantie en samenwerking zijn hoognodig om een wereldwijd probleem als klimaatverandering aan te pakken. Bangladesh, bijvoorbeeld, geeft het goede voorbeeld. De kennis die het overstromingsgevoelige land al eeuwenlang opdoet, deelt het met de rest van de wereld – bijvoorbeeld aan Nederland.
Datzelfde Nederland komt in principe trouwens goed uit de bus in CARE’s rapport: onze adaptatiefinanciering wordt volgens het onderzoek aan die zaken besteed waar het voor bedoeld is. Toch is er op die openheid nog winst te boeken. CARE geeft namelijk aan dat de Nederlandse fair share (berekend aan de hand van het bruto nationaal product) in klimaatfinanciering wel eens verouderd kan zijn. De laatste keer dat Nederland zijn share berekende was in 2012. “Als Nederland een voortrekkersrol wil hebben in klimaatbeleid, dan is het echt tijd om hier opnieuw naar te kijken”, aldus De Graaf.
Hoe voorkomen we nog meer verbroken beloftes?
Dat grootvervuilers wegkomen met het geven van misleidende labels aan hun uitgaven (of het rekenen met verouderde getallen, zoals Nederland), verklaart waarom er van de beloofde klimaatsteun zo weinig terechtkomt: volgens CARE zijn er simpelweg geen duidelijke boekhoudkundige regels en definities.
“
Sinds CARE's rapport uitkwam hebben alleen Frankrijk en de EU gereageerd
CARE ziet een heldere definitie van adaptatiefinanciering dan ook als noodzakelijk. Een definitie die onder andere onderscheid maakt tussen projecten waarvan adaptatie het voornaamste doel is, en projecten waarbij het bijzaak is. Ook zouden leningen die niet mogen meetellen als ontwikkelingssteun – bijvoorbeeld omdat ze vanwege hoge rentes niet voordelig genoeg uitpakken voor de ontvanger – niet zomaar aangemerkt moeten kunnen worden als adaptatiefinanciering.
Sinds CARE’s rapport uitkwam hebben alleen Frankrijk en de EU gereageerd, laat De Graaf weten. Beide gaven aan de eigen financiering nog eens onder de loep te nemen. Het is te hopen dat zij – en ook andere landen – daar werk van gaan maken. Anders rest miljoenen mensen nog maar één oplossing: maken dat ze wegkomen.