Arne Broekhoven, Lieke Wouters en Ella wonen in de Nijmeegse strowijk Iewan Beeld: Maikel Samuels

Samen delen, samen leven (ook in coronatijd)

Eenzaamheid, vergrijzing en milieuproblemen: woongemeenschappen bieden een antwoord op drie grote uitdagingen van deze tijd. In Nijmegen leven oud en jong samen onder strooien daken. Een reportage over de wijk van de toekomst.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Een normale woonwijk in Nijmegen-Noord: grote huizen van beton, nauwelijks iemand op straat. Totdat de betonnen huizen aan het einde van de weg plaatsmaken voor een hoog houten gebouw. In deze straat heeft iemand een naambordje opgehangen dat bijna niet van echt te onderscheiden is: de Greta Thunbergstraat. Vanuit hier loop je de Karl Marxstraat in, waar nog meer houten gebouwen staan.

Twee kinderen, rond de zeven jaar oud, rennen rond voor een van de gebouwen. Ze lijken belletje te trekken, maar bij elke deur waar ze aanbellen, weten ze wie erachter woont. “Zou Arne thuis zijn?”, vraag het ene jongetje zich af.

Ongebruikelijk wonen in ongebruikelijke tijden

Update van de redactie

Een gemeenschap vormen en er voor elkaar zijn, dat is de filosofie achter de woongroepen Iewan en Eikpunt in Nijmegen, waar ruim 120 mensen van alle generaties nauw met elkaar samenwonen. De woonvorm is een oplossing voor vereenzaming en sociaal isolement. Maar hoe hou je die gemeenschapszin hoog, nu mensen elkaar zoveel mogelijk moeten mijden om verspreiding van het coronavirus te vertragen?

“In sommige woongroepen verwachten ze dat als één persoon het virus oploopt, iedereen het zal krijgen.” Aan het woord is Hanneke Beld, een van de initiatiefnemers van woongroep Iewan, waar ruim vijftig mensen van alle generaties samenwonen. Vanuit duurzaamheidsoogpunt delen de bewoners hun dagelijkse gebruiksvoorwerpen – auto’s, huishoudelijke apparaten en gereedschap – zoveel mogelijk met elkaar. Daar zullen ze nu voorzichtig mee moeten zijn. Een heuse coronawerkgroep ziet er in Iewan op toe dat voorwerpen en oppervlakten die veel worden aangeraakt goed worden schoongemaakt.

Gemeenschappelijke activiteiten en bijeenkomsten zijn in Iewan geannuleerd. Zuur, want wat de bewoners juist met elkaar delen: ze steken graag met elkaar de handen uit de mouwen en zijn graag samen. Wie zich niet goed voelt, laat dat nu telefonisch aan de rest weten, zodat zij afstand kunnen bewaren en hun te hulp kunnen schieten. De bewoners zijn het gewend voor elkaar te zorgen, door boodschappen te doen, bijvoorbeeld. Dat is een voordeel van het leven in een woongroep tijdens deze uitzonderlijke tijden. “Je kent iedereen die hier woont”, zegt Beld, “dus de drempel om elkaar om hulp te vragen is laag.”

Woongemeenschap Eikpunt (zeventig volwassenen, van wie de oudste 88 jaar) laat weten dat de gemeenschap vooral de richtlijnen van het RIVM opvolgt: zonder jezelf af als je je niet goed voelt en probeer altijd anderhalve meter afstand te bewaren. Dat leverde zondag een onwennige situatie op tijdens het koffie-uurtje, waarbij bewoners een stuk verder dan normaal van elkaar af zaten.

Wat ook doorging in Eikpunt: de gezamenlijke maaltijd die voor bewoners en eventuele bezoekers werd bereid. Anders dan normaal haalden mensen hun eten nu wel om beurten af, en aten ze die afzonderlijk op. Ook de opvang van de kinderen gaat door. Daar is nu zelfs extra veel behoefte aan nu zij niet meer naar school kunnen. Wel gelastte de gemeenschap een introductiebijeenkomst voor nieuwsgierigen en buren, die begin april zou plaatsvinden, af.

Deze huizen vormen sinds enkele jaren samen een strowijk – alle gebouwen zijn van stro, hout en leem. Ze horen bij het ecologische wooncollectief Iewan, waar 44 volwassenen van uiteenlopende leeftijden en acht kinderen samenleven. Ernaast ligt wooncollectief Eikpunt, niet van stro, waar zeventig volwassenen wonen. De oudste bewoner is er 88 jaar.

Bijna alle bewoners hebben geholpen met de bouw: een houten skelet, strobalen erin en de binnenkant afwerken met leem

Het begon ermee dat de gemeente bouwkavels voor zelfbouwers aanbood, vertellen Hanneke Beld (43) en Mare Nynke Zijlstra (45), beiden Iewan-initatiefnemer en bewoner van het eerste uur. Het lukte ze om woningcorporatie Talis en bouwbedrijf Vastbouw warm te krijgen voor een ambitieus plan: samen 24 sociale huurwoningen bouwen van stro. Al zag de aannemer er eigenlijk geen heil in, dat bouwen met stro. De slogan van Iewan is dan ook: Het kan wél!

Waarom stro? Het is duurzaam, want biologisch afbreekbaar en afkomstig uit de directe omgeving. Het isoleert goed tegen kou en geluid. En het is een sociaal bouwmateriaal, aldus Iewan, want ook mensen zonder huizenbouwervaring kunnen meebouwen – al is het wel behoorlijk fysiek werk. Bijna alle bewoners hebben geholpen met de bouw: een houten skelet, strobalen erin, binnenkant afwerken met leem en de buitenkant met fsc-hout (dat laatste deed de aannemer). Bij de verdeling van de ruimte is rekening gehouden met alle leeftijden: er zijn eenpersoonswoningen en gelijkvloerse ouderenwoningen, woongroepen voor (jong)volwassenen en eengezinswoningen. Nergens is een gasaansluiting, wel een warmtepomp en zonnepanelen. Een helofytenfilter – een soort rietvijver in de tuin – filtert het afvalwater voor hergebruik.

Tuinwerkgroep

Om de huizenblokken heen is er groen, veel groen, al oogt het nu in de winter wat kaler. Een grote permacultuurtuin draagt bij aan de wekelijkse boodschappen van de bewoners. “We kopen nauwelijks iets bij de reguliere supermarkt”, zegt Iewan-bewoner Arne Broekhoven (41). “Al onze groente komt van hier of van boeren in de buurt.” In zijn huis worden alle groente- en fruitpakketten van de boeren verzameld voor de bewoners.

Deze manier van wonen vereist wel dat je er zin in hebt om samen de handen uit de mouwen te steken

Er is nergens stro te zien, dat zit tussen de muren. Wel ligt er een stuk plastic zeil op het dak waar de kruidentuin onder zat – het valt op, omdat het het enige niet-natuurlijke materiaal is in de wijde omtrek. Hanneke Beld schiet een anekdote te binnen: “Ik dacht dat het plastic er lag ter bescherming tegen de kou, zodat de plantjes niet doodgaan. Maar het ligt er juist om onkruid te doden. Wist ik veel.” Beld zit dan ook in de educatiewerkgroep en niet in de tuinwerkgroep, legt ze uit.
Bijna alle energie van Iewan komt van zonnepanelen. Gas is er niet.Beeld: Maikel Samuels
Voor alles is er hier een werkgroep, zo lijkt het. Want deze manier van wonen vereist wel dat je er zin in hebt om samen de handen uit de mouwen te steken. Een werkgroep krijgt het mandaat om namens de hele groep beslissingen te nemen. En door het onderhoud zelf te doen, kan de huur relatief laag blijven. Bewoners kiezen zelf waar ze zich voor inzetten en het is ook niet meteen een punt als iemand een keer niet kan – al wordt wel verwacht dat je het laat weten als je een tijd niet kunt bijdragen.

Geen curiositeit

De Kleine Wiel Beeld: Maikel Samuels
Een paar passen verderop staat De Kleine Wiel; de gemeenschappelijke ruimte van Iewan. In de ene hoek staat een pelletkachel, in de andere liggen yogamatten opgestapeld. Achter de bar, waar de net afgestudeerde student Lucas Schokker (25) koffie staat te maken, liggen flessen alcohol die de indruk wekken dat er hier af en toe ook een feestje gegeven kan worden. Schokker woont in een van de woongroepruimtes. Hij heeft het naar zijn zin bij Iewan, al ziet hij ook een verbeterpunt: meer kleur. “De diversiteit in achtergronden in onze groep is niet erg groot.”

Vandaag zet Schokker koffie en thee, en serveert hij veganistische brownies voor de bezoekers die op de informatiedag van Iewan zijn afgekomen. Mare Nynke Zijlstra en Hanneke Beld geven regelmatig workshops of een rondleiding aan mensen die ook een woongroep willen starten of gewoon duurzaam willen bouwen. Ook hadden ze laatst een groep vmbo-scholieren en zestig internationale studenten planologie over de vloer.

Mensen leven steeds meer geïsoleerd; een woongroep is een manier om voor elkaar te zorgen

Die openheid is een bewuste keuze. Hiervoor woonden Beld en Zijlstra in een woongemeenschap die door de rest van de buurt als een soort curiositeit werd beschouwd. Met Iewan willen ze het tegenovergestelde bereiken: “We willen toegankelijk zijn, een voorbeeld geven van hoe het in heel Nederland zou kunnen.”

Sociaal isolement

Het zou geen gek idee zijn, als Nederland een voorbeeld aan deze woonvorm neemt. Het biedt een antwoord op drie grote uitdagingen van deze tijd: vergrijzing, eenzaamheid en milieuproblemen. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek voelt 43 procent van de Nederlandse volwassenen zich weleens eenzaam. Bij ouderen vanaf 75 jaar is dat zelfs meer dan de helft. “Trends wijzen erop dat steeds meer mensen aan het einde van hun leven alleen zullen leven”, zegt Peter Ache, hoogleraar planologie in Nijmegen, via de telefoon. Hij deed onderzoek naar de ontwikkeling van samenleefprojecten in Duitsland én woont zelf in een woongroep.

“Familie structuren in de samenleving veranderen, mensen leven meer geïsoleerd: een woongroep is een manier om een gemeenschap te vormen en voor elkaar te zorgen.” De overheidscommissie ‘Oud en Zelfstandig in 2030’ heeft dan ook vorige maand het advies uitgebracht dat gemeenten, woningcorporaties en zorgverzekeraars woonvormen moeten bevorderen die het makkelijker maken voor ouderen om elkaar bij te staan.

Eens in de zoveel tijd passen de ouderen daar op alle kinderen, zodat de ouders even vrij zijn

De oudste Iewan-bewoner is vrij jong; in de zestig. Ze hebben ervoor gekozen om met relatief jonge mensen te beginnen – die worden vanzelf oud. De buren van Eikpunt hebben al wel wat senioren onder hun bewoners. Eens in de zoveel tijd passen de ouderen daar op alle kinderen, zodat de ouders even vrij zijn. En een werkgroep met de veelbelovende titel ‘Voorbij de zorg’ houdt zich bezig met de vraag hoe er later voor de oudere bewoners gezorgd kan worden.

“Uiteindelijk zal er een punt komen dat we niet meer op de juiste manier voor iemand kunnen zorgen”, vertelt Eikpunt-bewoner Evelien van Aller (49) via de telefoon. Ze zijn van plan nauw samen te werken met de reguliere zorg, zodat iemand zo lang mogelijk thuis kan blijven. Met dementie heeft Eikpunt nog niet te maken gehad.

Kleiner wonen

Ook duurzaam leven wordt vergemakkelijkt door het samenwonen, zegt planoloog Ache, doordat je bijvoorbeeld spullen deelt in plaats van zelf aanschaft. Zo delen de bewoners van Iewan auto’s, wasmachines, stofzuigers en gereedschap. “Het duurzaam leven komt er eigenlijk automatisch bij”, zegt Mare Nynke Zijlstra. “De kinderen eten hier in de zomer gewoon aardbeien uit de tuin.” Ze hebben genoeg handen om de moestuin te bewerken. En dat ze samen inkopen bij de boer, maakt biologisch eten wat goedkoper.

In een normale woonwijk sta je er toch vaak alleen voor, hier krijg je zoveel positieve feedback

Je wordt extra gestimuleerd om het goed te doen, vertellen Arne Broekhoven en zijn vriendin Lieke Wouters (37). “Wij waren wel met duurzaam leven bezig. Maar in een normale woonwijk sta je er toch vaak alleen voor. Hier krijg je zoveel positieve feedback.” Hanneke Beld: “Je moet ook wel, want je huis zit anders in elkaar. Je weet dat je water wordt hergebruikt, dus moet je opletten welk schoonmaakmiddel je gebruikt. Ik stond te juichen toen ik erachter kwam dat azijn werkte.

Omdat de mensen van Iewan als grote groep een terrein delen, is er genoeg dak voor de 219 zonnepanelen en genoeg ruimte voor het waterfilter, dat eruitziet als een flinke rietvijver. Daarbij komt nog dat de individuele woningen wat kleiner kunnen, omdat de bewoners allemaal toegang hebben tot de tuin, een klushok, een washok, de culturele ontmoetingsruimte, een gedeelde luxe badkamer en enkele logeerkamers. Een eengezinswoning bestaat bijvoorbeeld uit een kleine keuken en badkamer, een woonkamer en twee kleine slaapkamers. Dat scheelt bouwmaterialen en verwarming.

Beeld: Maikel Samuels
Voor Broekhoven en Wouters is het grootste voordeel dat hun dochter Ella (4) altijd naar buiten kan. Broekhoven: “Ze zit nooit alleen op haar kamer, want ze kan zelfstandig zo bij iedereen binnenlopen. Ze heeft zoveel speelgoed waar ze uit kan kiezen.” Ella zelf is ondertussen wel weer klaar met het gesprek dat haar ouders voeren. Ze sprint naar buiten om blaadjes te rapen, om later aan haar moeder te laten zien.

Veel meergeneratieprojecten zijn er nog niet in Nederland, maar planoloog Ache verwacht dat dit aantal “exponentieel zal stijgen in de komende decennia”, juist omdat het een oplossing biedt. Ook zijn woningcorporaties volgens hem steeds meer geïnteresseerd in dit soort samenwerkingsprojecten met bewoners. Het heeft voor de corporaties immers ook voordelen, benadrukt Ache. “Door met toekomstige bewoners samen te ontwerpen en te bouwen, vergroot een corporatie de kans dat huurders lang in hun huis blijven wonen en positief betrokken zijn bij de buurt.” Wel waarschuwt hij ervoor dat dit soort projecten geen witte bubbels moeten worden. “Dat is iets om je bewust van te zijn: hoe open en toegankelijk is je gemeenschap echt?”

Bij Iewan lopen de twee kinderen nog steeds buiten rond, overal aanbellend. Het is al lang donker, maar ze kunnen nog even spelen. “Probeer jij het nog even bij Jurjen?”

Deze reportage verscheen in januari 2020 in OneWorld-magazine.

We leven in onzekere tijden door het coronavirus. Er is behoefte aan betrouwbare informatie én verdieping. We hopen dat je dit bij ons vindt en wil bijdragen aan onze onafhankelijke journalistiek.

Dit kan je doen door te doneren of je te abonneren op ons magazine. Alvast bedankt!

Je huis vergroenen? Dan moet je van deze subsidie weten

Heeft Helmond straks de slimste wijk ter wereld?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons