Oost-Afrika bereidt zich voor op een nieuwe sprinkhanenplaag. Deze tweede golf zal mogelijk twintig keer zo hevig zijn als de eerste van afgelopen februari, doordat de eitjes van de eerste generatie insecten nu zijn uitgekomen. Ook de zware regenval in Oost-Afrikaanse landen de afgelopen maand zorgt voor een toename van het aantal sprinkhanen.
Volgens de Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) zal de sprinkhanenplaag grote gevolgen hebben voor de voedselzekerheid. Ethiopië, Kenia, Somalië, Zuid-Soedan, Uganda en Tanzania zullen het hardst getroffen worden.
De coronacrisis heeft een grote impact op de levering van bestrijdingsmiddelen als pesticiden en sproeiers, die nodig zijn om de sprinkhanenplaag tegen te gaan. Door het afgenomen luchtvrachtverkeer lopen de leveringen enorme vertragingen op. Volgens de VN kan dat grote gevolgen hebben voor de bevolking op het platteland voor wie het levensonderhoud en de voedselzekerheid afhangen van de bestrijding van de sprinkhanen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in februari 2020 op OneWorld.
Sinds Oost-Afrika wordt geteisterd door zwermen woestijnsprinkhanen, hebben de miljoenen insecten al tienduizenden hectare gewassen kaalgevreten. Veel bewoners van de getroffen landen schrijven de plaag toe aan klimaatverandering. “We weten al zo’n tien jaar niet meer wanneer te zaaien en te planten. Het weer is elk jaar anders. Na veel droogte krijgen we nu plotseling veel regen en komen opeens de sprinkhanen”, vertelt boerin Kivuti.
Veel wetenschappers houden het voorlopig op een indirect gevolg. Sprinkhanenexpert Keith Cressman bijvoorbeeld, van de Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) in Rome, vertelt aan persbureau Reuters: ‘Het is moeilijk te zeggen dat klimaatsverandering direct verantwoordelijk is voor de sprinkhanenplaag. Wel is duidelijk dat als de trend van steeds meer cyclonen zich voortzet, Oost-Afrika moet rekenen op een vermeerdering van woestijnsprinkhanen.”
Vochtige grond
“De hevige regenval zorgt voor uitstekende broedcondities voor de woestijnsprinkhanen
Oost-Afrika heeft meestal niet te lijden onder cyclonen en als die de regio al aandoen, zijn het er hoogstens één of twee per jaar. Vorig jaar waren dat er maar liefst acht. Die veroorzaakten niet alleen een veel langer maar ook veel heviger regenseizoen. En dat terwijl de regio de laatste twintig jaar juist steeds meer wordt getroffen door aanhoudende perioden van droogte.
De Indiase onderzoeker Roxy Mathew Koll, verbonden aan het Indiase instituut voor tropische meteorologie in Pune, legt een directere link. “De cyclonen zijn het gevolg van de opwarming van oceanen en die opwarming wordt toegeschreven aan klimaatsverandering. Dat fenomeen doet zich het laatste jaar voor in het westelijk deel van de Indische oceaan.”
Explosieve vermeerdering
“Zo'n zwerm vreet in één dag een hoeveelheid gewassen op waarmee 2500 mensen te voeden zijn
De zwermen woestijnsprinkhanen vormen kortom een enorme bedreiging voor de voedselsituatie in de regio. Boeren kunnen geen gewassen oogsten en zo ontstaat een groot voedseltekort. Veel vee van de herders sterft bovendien door gebrek aan gras – wat vervolgens weer zorgt voor armoede onder de veenomaden. Boeren en herders waren juist verrukt over de vele regen die dit jaar grote oogsten voorspelden en meer dan genoeg gras en water voor het vee van de nomaden beloofden.
“De sprinkhanen zijn hier geweest. Van het gras zijn alleen nog stoppels over. Er is niets te eten voor mijn dieren. Ik heb geen geld om ander voer voor ze te kopen. De regering moet ons compenseren voor wat klimaatverandering ons aandoet”, vertelt boer John Mutemi geagiteerd aan de telefoon vanuit het Embu-gewest, ten noordoosten van Nairobi.
Verdelgen is duur
De FAO schat dat alleen al Kenia, Ethiopië en Somalië zo’n 70 miljoen euro nodig hebben om de plaag aan te pakken. Hoeveel geld straks nodig is voor voedselhulp is nog niet berekend. Een einde van de plaag is niet op korte termijn in zicht. Het zal eerst een paar maanden droog moeten blijven, zodat er minder voeding is voor de woestijnsprinkhanen en ze terugkeren naar hun normale levenswijze. De verwachting is dat de plaag pas in juni onder controle te krijgen is.
“De vrees is dat woestijnsprinkhanen en legerwormen niet de laatste plagen voor Afrika zijn
De vrees is dat woestijnsprinkhanen en legerwormen niet de laatste plagen voor Afrika zijn. In het boek New Frontiers in natural resource management in Africa stellen wetenschappers Elias Ayuk (Kameroen) en Ngozi Unuigbe (Nigeria) dat ‘de verspreiding, ontwikkeling en populatiedynamica van insectenpesten het directe gevolg zijn van klimaatverandering. Het helpt de verspreiding van inheemse en exotische soorten.’