Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
De afgelopen weken is er weer veel verwarring gezaaid waar het gaat over de transitie naar een veilige, schone, eerlijke wereld voor iedereen. We worden overstelpt door allerlei twijfels en onzekerheden. Gaat onze aandacht voor de energietransitie niet ten koste van de transitie naar een circulaire samenleving
1? Moeten we toch maar overstappen naar kernenergie? Maakt het uit wat wij in Nederland doen als andere landen niet meedoen (we zijn overigens nog steeds het een na vieste jongetje van Europa dus voorlopig telt deze vraag nog niet echt.) Hoe schadelijk en mensonterend is de winning van materialen die wij nodig hebben voor de energietransitie? Kunnen we ons niet beter richten op klimaatadaptatie in plaats de klimaatverandering te bevechten? Om er maar even een paar te noemen.
“
De opeenstapeling van grote vragen en twijfels dragen niet bij aan slagvaardige ingrepen, maar zorgen eerder voor een verlammende verwarring
Deze opeenstapeling van grote vragen dragen niet bij aan slagvaardige ingrepen, maar zorgen eerder voor een verlammende verwarring. Laat ik duidelijk zijn: het zijn terechte vragen, waar ik ook niet immuun voor ben. Ook mij bekruipt heel af en toe dat gevoel van verlamming. En dat terwijl ik toch een rasoptimist ben en dankzij mijn werk als Energiecommissaris weet hoeveel innovatieve oplossingen er zijn om de uitdagingen die er zijn het hoofd te bieden.
Tegengif
Een vergelijkbaar gevoel bekroop me vorige week toen de uitslagen bekend werden gemaakt van een onderzoek uitgevoerd door de
Stichting Tegengif en de Vrije Universiteit naar schadelijke stoffen zoals Ftalaten en brandvertragers in mijn lichaam – ik leg zo uit wat dat zijn. Samen met dertien andere duurzame rakkers heb ik meegedaan aan
dit onderzoek. We hebben in een potje geplast en een week met een armbandje om gelopen waarmee de stoffen werden opgespoord en de uitslagen liegen er niet om.
Eerst even een korte uitleg waar men naar op zoek was in het onderzoek. Het ging om 24 schadelijke chemische stoffen met hele ingewikkelde namen maar waren in te delen in twee groepen: ftalaten en brandvertragers.
Ftalaten zijn weekmakers die de geur in parfum en de kleur en cosmetica stabiliseren, ze zorgen er bijvoorbeeld ook voor dat nagellak niet schilfert en dat plasticvoorwerpen buigbaar en flexibel zijn. Op de meeste etiketten worden ze niet vermeld, hoewel ze in bijna alle denkbare persoonlijke verzorgingsartikelen te vinden zijn, verborgen onder de naam parfum, speelgoed, keukengerei et cetera. De bedrijfsformules voor producten worden wettelijk beschermd als informatie die niet hoeft te worden vrijgegeven en van dat privilege maken fabrikanten maar al te graag gebruik.
Meerdere onderzoeken hebben ftalaten in verband kunnen brengen met onderdrukking van de normale schildklierfunctie en met geboortedefecten, waarbij het in het laatste geval vooral gaat om de invloed op de genitale ontwikkeling van jongens en het aantal zaadcellen in volwassen mannen en nog veel meer narigheid.
Brand- of vlamvertragers zijn stoffen die tijdens de productie van een materiaal aan dat materiaal worden toegevoegd om het vuurbestendig te maken en te voldoen aan de normen inzake brandveiligheid. Men wil zo het risico beperken dat een kledingstuk, zitbank, televisietoestel, elektrisch toestel, elektronica of een bepaald bouwmateriaal vuur vat. De meeste voorwerpen thuis bevatten tegenwoordig brandvertragers. Ze zitten in plastic materialen, elektrische apparaten en huishoudtoestellen, elektronica, kleding, tapijten, meubels, schuimrubber en vulstoffen, isolatiemateriaal, verf, sommige bouwmaterialen, enzovoorts. Het toenemende gebruik van brandvertragers heeft het aantal woningbranden de afgelopen decennia doen dalen.
“
Ftalaten zitten in bijna alle persoonlijke verzorgingsartikelen en de meeste voorwerpen in huis bevatten brandvertragers. Die leiden tot narigheid
Maar tegelijk zijn deze stoffen zich gaan ophopen in het milieu en in levende organismen, vooral dan in de vetweefsels. Tja, daar ga ik al… De bevolking wordt er dus almaar meer aan blootgesteld. Omdat deze brandwerende stoffen potentieel gevaarlijk zijn voor de gezondheid, heeft de Europese Unie de productie en het gebruik van bepaalde van deze ingrediënten gereglementeerd. Sommige brandvertragers met broom zijn persistente organische verontreinigende stoffen en waar wij continu aan worden blootgesteld, bijvoorbeeld door het eten van voedingsmiddelen van dierlijke herkomst. Andere brandvertragers ontregelen de hormoonhuishouding en kunnen de vruchtbaarheid aantasten. Ze kunnen ook de lever- en schildklierfunctie aantasten, wat zich uit in groeiachterstand, een tragere seksuele ontwikkeling en schade aan het zenuwstelsel bij foetussen en baby’s.
Nederlanders scoren hoger dan Amerikanen
“
Dat wij als relatief bewust en duurzame Nederlanders vele malen hoger scoorden dan de gemiddelde Amerikaan choqueerde ons
Het vervelende resultaat voor mij was dat ik alle 24 schadelijke stoffen in mijn lichaam had. Wat voor mij persoonlijk meeviel was dat alle medeproefpersonen een soortgelijk beeld gaven. Gedeelde smart is halve smart, zullen we maar zeggen. Maar dat wij als relatief bewust en duurzaam levende Nederlanders vele malen hoger scoorden dan de gemiddelde Amerikaan choqueerde ons allemaal. Nu blijkt er al jaren een kat en muis spel gespeeld te worden tussen industrieën, gezondheidsorganisaties en overheden. Als de ene stof naar jarenlang gebruik en heel veel onderzoek als gevaarlijk werd bestempeld was er alweer een nieuwe chemische variant ontwikkeld met uiteindelijke dezelfde of weer ander schadelijke effecten, enzovoort.
Mijn steeds sterker worden overtuiging is dat we alle ingewikkelde vragen die ik hierboven stelde – en waarvan er nog veel meer zijn – maar op een manier kunnen worden beantwoord: stop met troep maken en gebruiken. Voor de energietransitie komt dat er op neer dat isoleren een goed idee is. Maar isoleer niet met troep. Brandveiligheid is belangrijk. Maar realiseer die niet met troep. Energie is prima. Maar bedenk eerst iets tegen de troep.
Dat kunnen we!