Beeld: Imke Panhuijzen
Opinie

Van klimaatontkenner tot klimaatpatser

Eén druppeltje regen en we gillen dat het wel meevalt met die hele klimaatverandering. Carmen Felix ontleedt het nationale klimaatgekibbel in haar nieuwe boek Je kunt het ook nooit goed doen. Hier alvast een voorproefje.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het gaat echt erbarmelijk met onze lieve aardbol. Je hebt, net als ik, vast wel eens resoluut weggezapt toen het woord broeikasgassen viel in een van de vele matige latenightshows die ons landje rijk is, maar had je nou maar gewoon even geduld gehad en geluisterd naar wat daar gezegd werd. Zodat je in elk geval had geweten waaróm we allemaal medeplichtig zijn. Of belangrijker nog: zodat je niet bij de sukkels hoort die – zodra het weer regent in Nederland – gillen dat ‘het hartstikke meevalt met dat klimaat, anders zou het wel wat lekkerder weer zijn!’

Want gillen doen we wel heel veel, in het klimaatdebat. Dit zijn de drie grootste gillers:

De klimaatontkenner

Klimaatontkenners zijn negen van de tien keer gewoon je domme oom en die trut van hr die altijd het hoogste woord heeft tijdens de lunch. Wat ik bedoel: het zijn vaak mensen die zelf geen diepgravend onderzoek naar klimaatverandering hebben gedaan, maar mensen die wat hebben opgevangen tijdens een verhitte discussie op de verjaardag van Bowie (4) of in dat zielige praatprogramma van Robert Jensen dat vroegtijdig van de buis is gehaald. Klimaatontkenners zijn negen van de tien keer gewoon nalopers.

De klimaatontkenner handelt altijd vanuit het eigen hachje dat-ie probeert te redden

En de mensen die ze dan achternalopen? Er is een groepje bètawetenschappers – allemaal wit, man en vast babyboomers in het bezit van drie Volvo’s en een caravan – dat vindt dat overheden geen geld uit moeten geven aan peperdure klimaatmaatregelen omdat er nog te veel onduidelijkheid is over oorzaken en gevolgen van klimaatveranderingen. Stel dat dit je reden is om niet aan de bel te trekken als je ziet dat de wereld in de fik staat? ‘Misschien geven we dan onnodig veel geld uit?’ Sowieso riekt dat money-argument naar drogreden.

Nee, de klimaatontkenner handelt altijd vanuit het eigen hachje dat-ie probeert te redden. VVD’ers willen het allerliefst voor altijd 130 blijven pompen in hun leasesleeën. En babyboomers willen gewoon drie keer per jaar naar Marmaris blijven vliegen of hun dieselslurpende oldtimer kunnen blijven rondrijden op braderieën. ‘Hartstikke leuk dat milieu, maar aan onze luxe komen ze niet. Daar hebben we hard genoeg voor moeten werken!’

De klimaatdrammer

Je weet wel, die mensen die wél naar demonstraties op het Malieveld gaan, die tot vervelens toe Facebook-posts van Greenpeace delen met altijd dezelfde strekking (mensen zijn shit en alle organismen lijden onder onze shitheid), die graag aan iedereen laten weten dat die slaafvrije chocolade waar je zo verslaafd aan bent helemaal niet zo ‘zuiver’ is en die zichzelf als perfect voorbeeld zien van ‘hoe het wél moet’. Als ze iets graag doen, is het wel andere mensen iets bijbrengen.

Klimaatdrammers kennen al hun eigen argumenten en die van hun tegenstanders uit hun hoofd

Klimaatdrammers zijn meestal jong, meestal westers, meestal rijk, meestal vega(n), meestal gehuld in tweedehands- of gerecyclede kleding, meestal geboren in een links nest, meestal hoogopgeleid, meestal woonachtig in de Randstad en meestal – of nee, altijd – ready to go voor een stevige discussie waarin je sowieso het onderspit gaat delven. Deze mensen kennen al hun eigen argumenten en die van hun tegenstander uit hun hoofd. Bij hen hoef je niet aan te komen met rechts-liberaal gelul over hoge kosten, voorbarige conclusies en ‘als we minder vluchtelingen toe zouden laten zou er geen klimaatwet nodig zijn’. De klimaatdrammers fileren je.

Ik had op m’n negentiende een vriendje dat een keer met tranen in z’n ogen naast me in bed lag. Toen ik ’m vroeg wat er was, zei hij zonder enige ironie: ‘Ik vind het gewoon zo erg hoe wij mensen met dieren omgaan, al dat dierenleed in de wereld maakt me zo verschrikkelijk ongelukkig.’ Hij, vegetariër en redelijk activistisch in een tijd dat activistisch nog een heel goor woord was, stak daarna nog een monoloog af over hoe hij meer van dieren hield dan van mensen en hoe bizar het is dat juist wij boven aan de ladder staan in plaats van – weet ik veel – grizzlyberen of zo.

Ik was inmiddels al flink uitgetuned. Kom op, ik was negentien en het was het jaar van kotsen op de bar, op mezelf wonen, een nieuwe stad ontdekken en ‘studeren’. Ik gun ’m, inmiddels jaren later, het allerbeste. Hij was tenslotte de allereerste oer-klimaatdrammer die ik leerde kennen. Dat is ook wat waard.

De klimaatpatser

Het klimaat is een thema, gespreksonderwerp, ding geworden waarmee je jezelf cooler, aantrekkelijker en beter kunt laten lijken. Niets is op dit moment zo populair rondbazuinen hoe goed jij het doet. ‘O ja, ik kan écht geen vlees meer eten, ik ben namelijk al zooooo lang vegetariër, m’n maag is dat gewoon niet meer gewend.’

Doordeweeks is de klimaatpatser vegetariër, scheidt ze haar afval, probeert ze elke avond een boek te lezen

Er schuilt altijd iets subtiel opschepperigs in dit soort gesprekken. ‘Als ik niet elke ochtend wat yoga-oefeningen doe, zit ik gewoon écht niet lekker in m’n vel.’ Jij deed het al vóór het cool werd, hè. Maar dit is allemaal doordeweeks. Doordeweeks is de klimaatpatser vegetariër, scheidt ze haar afval, probeert ze elke avond een boek te lezen alvorens ze lekker wegdroomt bij haar meditatie-app, luistert ze naar een podcast over duurzaamheid, gaat ze altijd met de fiets naar d’r werk, vertelt ze zichzelf elke ochtend in de spiegel waar ze dankbaar voor is, geeft ze één avond per week taalles aan vluchtelingen (‘ze zijn je zó dankbaar’) en probeert ze zo goed mogelijk te zijn. En dan is het weekend.

Het is meer dan een trend. Stedelingen die ‘voor het oog’ heel erg begaan zijn met de wereld en de natuur maar zodra vrijdagavond het licht uitgaat lijnen coke op de keukentafel beginnen te leggen met hun Ikea Family-card en het zoveelste tripje naar Zuid-Afrika gaan boeken. Toch ben ik bang dat ik ook tot die meest schijnheilige groep van de klimaatpatsers en yogasnuivers hoor. Maar, we proberen het toch? Ook al is het voor zo’n zestig procent pure eigenpijperij, dat groen en bewust leven, we proberen het tenminste. Cool doen met het klimaat is tenminste iets minder walgelijk dan cool doen met opzettelijk het klimaat naar de tyfus helpen.

Ik herhaal hier graag mijn favoriete nieuwe leus: een beter milieu begint niet bij jezelf, maar bij de overheid én jezelf. Dat is waarom het zo vaak voelt alsof het een gebed zonder end is om de perfecte, groene burger te zijn. Natuurlijk moeten we minder vliegen, maar is het echt onze fout dat we voor de snelste en goedkoopste optie gaan? En natuurlijk moeten we minder vlees eten en coke snuiven, maar is het onze fout… – ja, bij dezen wel. Dat laatste kun je echt helemaal in je eentje oplossen. Je moet het alleen wel willen.
Dit is een bewerkte versie van het hoofdstuk ‘Klimaatgekibbel’ uit Carmen Felix’ boek Je kunt het ook nooit goed doen. Meer lezen? Je kunt het ook nooit goed doen is bij verschillende (online) boekhandels te koop.

Zo zet je verkrampte vleeseters eindelijk eens aan het denken

'Laat vleesconsumptie geen individuele keuze blijven'

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons