Ze is nog steeds een beetje beduusd door alle aandacht. Voor Nizigiyimana is landbouwen vanzelfsprekend. “Alle landen hebben boeren nodig. We moeten allemaal eten en het is goed als je niet afhankelijk bent van anderen.”
Met een machete op haar nek hoorde ze hoe de rebellen over haar leven twistten.
Nizigiyimana heeft heel wat moeten doorstaan voordat ze vaste grond onder de voeten had. Ze werd geboren in een vluchtelingenkamp in Rwanda. Haar ouders waren etnisch geweld in buurland Burundi ontvlucht en probeerden een nieuw bestaan op te bouwen. In 1994 moesten ze opnieuw vluchten, ditmaal voor genocide. Vlak voor de grens met Tanzania werd Nizigiyimana tegengehouden. Met een machete op haar nek hoorde ze hoe de rebellen over haar leven twistten. Een van hen riep dat ze eruit zag als een Tutsi, van wie er in die dagen ruim 800.000 werden vermoord. Nizigiyimana werd gespaard omdat ze Burundees is.
De enige constante in haar turbulente leven als vluchteling was de landbouw. Als kind hielp ze haar ouders op het land en nu voedt ze haar eigen kinderen met de vruchten van haar arbeid. Ze hoopt ooit fulltime te kunnen boeren, maar heeft nu nog een voltijdbaan en zet zich daarnaast in als vrijwilliger voor andere immigranten die een boerenbedrijf willen starten.
In 2007 kwam ze, zonder een woord Engels te spreken, vanuit een vluchtelingenkamp in Tanzania, terecht in Worcester, Massachusetts. Al snel kwam ze in contact met Maria Moreira, de eigenaar van Flats Mentor Farm, waar ze een stukje land kreeg om te verbouwen. Inmiddels heeft ze 2 hectare landbouwgrond en is ze een van de initiatiefnemers van de Immigrant Farmers Marketing Cooperative, een landbouwcoöperatie voor immigranten.
Wat doet de coöperatie precies?
“Het helpt ons om onze groenten te verkopen. We hebben contacten met ‘farmers markets’ en andere afnemers. Zij bellen ons met een bestelling en dan zorgen wij ervoor dat we alle producten verzamelen. Niet iedereen verbouwt alle groenten, maar samen zorgen we ervoor dat we altijd aan de wens kunnen voldoen. We kunnen ook in grotere hoeveelheden verkopen.
We helpen ook immigranten boeren die niet kunnen lezen en schrijven, zelfs niet in hun eigen taal, om van de akker toch een winstgevend bedrijf te maken. We helpen met het maken van budgetten en trainen ze in het verpakken van hun oogst en het benaderen van afnemers. Omdat ik sinds kort een auto heb, geef ik mijn medeboeren ook liften van en naar de boerderij.”
mensen die zogenaamd een goede baan hebben, brengen hun geld naar mij om groenten te kopen
Je hebt vijf kinderen en een druk bestaan, waarom doe je ook nog vrijwilligerswerk?
“Toen ik net in Amerika aankwam, was het niet makkelijk. Ik kende niemand en sprak geen woord Engels. Via de kerk heb ik toen mijn eerste stukje landbouwgrond gekregen. Daar verbouwde ik lenga lenga en andere groenten die ik nog uit Afrika ken. Lenga lenga is mijn favoriet, maar hier in Amerika kennen ze het niet en ik kreeg het niet goed verkocht. Bij de Flats Mentor Farm kreeg ik een groter stuk grond en hulp bij het benaderen van klanten. Nu zijn er zelfs Amerikanen die om lenga lenga komen vragen.
Ik heb veel hulp gehad. Ook van het ministerie van landbouw, die me nu hebben voorgedragen als Champion of Change. Ik ben heel dankbaar en wil graag iets terugdoen.”
Wat is jouw advies aan andere immigranten die een boerenbedrijf willen starten?
“Sommige mensen denken dat boer zijn geen goede baan is. Maar we leven dankzij boeren. Als je zelf je eigen groenten verbouwt, hoef je nooit te bedelen. Sterker nog, mensen die zogenaamd een goede baan hebben, brengen hun geld naar mij om groenten van me te kopen.”