Beeld: Action Aid
Achtergrond

Voor schone energie zijn mijnen nodig: hoe maken we die minder vuil?

Nu veel landen de stap naar schone energie maken, explodeert de vraag naar de mineralen die voor die overstap nodig zijn. Er zijn meer mijnen nodig en dat legt druk op mens en natuur. Hoe kan dat beter?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Beste bewoner, in uw achtertuin is lithium gevonden. Goed nieuws, want dat hadden we dringend nodig. U zult begrijpen dat de opbrengsten geheel ten goede komen aan het mijnbedrijf. Eventuele schade aan uw huis of gezondheid is voor eigen risico. PS. Misschien zit er wel een baantje in voor u. Of uw kinderen.”

Grote kans dat je zou protesteren als je zo’n brief ontvangt. Maar bij een nieuwe mijn krijgen omwonenden vaak nauwelijks informatie en protest blijft vaak uit. En dat terwijl een mijn nare gevolgen kan hebben: vervuild water, landverlies of gedwongen (kinder)arbeid. “De gemeenschappen in Zambia waar wij mee werken, hebben letterlijk een kopermijn in hun achtertuin”, vertelt Sophie Kwizera van mensenrechtenorganisatie ActionAid. “Door explosies storten huizen in. Stof en zwaveldioxide veroorzaken klachten aan de luchtwegen. Beloofde banen kwamen niet.”

De vraag naar bouwstenen explodeert, maar daar was nog nauwelijks over nagedacht

Hoe je ook over mijnen denkt, we kunnen niet zonder. Sterker nog: er zijn er nog veel meer nodig. Nu we de overstap maken van een wereld die draait op kolen, olie en gas naar één die loopt op schone energie, blijkt de vraag naar de bouwstenen van die nieuwe wereld te exploderen. “Daar was tot onze verbazing nog nauwelijks over nagedacht”, zegt Kirsten Hund, mijnbouwspecialist bij de WereldBank.

Hund en haar collega’s berekenden hoeveel mineralen er in 2050 per jaar nodig zijn als we de opwarming van de aarde willen beperken—mineralen voor zonne-energie, de steeds grotere windmolens en batterijen voor energie-opslag en elektrische auto’s. De toekomst blijkt nogal mineraalintensief: de vraag naar sommige grondstoffen zal zelfs met honderden procenten stijgen. Zo zit in één middelgrote windmolen al vijf ton koper, drie ton aluminium en twee ton zeldzame aardmetalen.

Beeld: Wereldbank

De effecten zijn al zichtbaar, vertelt tropisch ecoloog Mark van der Wal van IUCN NL, de Nederlandse tak van een internationale unie voor natuurbescherming. Het aantal geplande mijnen neemt toe in Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Ook afgelegen gebieden met een grote biodiversiteit en beschermde natuurgebieden komen in het vizier van mijnbouwbedrijven.

Onrust in Madagaskar
Madagaskar is een goed voorbeeld van hoe de energietransitie druk kan leggen op natuurgebieden. Het eiland heeft weinig ervaring met grootschalige mijnen, maar sinds 2015 zijn er veel vergunningen aangevraagd voor exploitatie, waarvan er al zo’n tweehonderd zijn afgegeven. Bij het beschermde natuurgebied Ampasindava ontstaat onrust; een Chinees mijnbedrijf wil bij twee heilige bergen zeldzame aardmetalen winnen. De parkbeheerder protesteert, maar hoort van het ministerie van mijnbouw dat hij niet moet zeuren. Van der Wal: “Als een mijn wordt gezien als nationaal belang, wordt al het andere vaak terzijde geschoven.” Het uiteindelijke compromis: één berg blijft beschermd, de ander wordt uit het nationaal park gesneden.

“Wat wij doen, is de transparantie bevorderen door in gesprek gaan met dat bedrijf, de overheid en het maatschappelijk middenveld – ngo’s, de burgemeester, natuurorganisaties”, vertelt Van der Wal. “Ook onderzoeken we wat op de lange termijn de grootste maatschappelijke winst oplevert voor een gebied: de bouw van een mijn of een focus op toerisme, natuur of landbouw, of een combinatie. We nemen geen stelling, maar proberen de kritische massa in het land van voldoende informatie te voorzien, zodat die een standpunt in kan nemen.”

Gatenkaas

Dit alles lijkt koren op de molen van degenen die de energietransitie het liefst zouden uitstellen. We willen met onze groene ambities toch geen mondiale gatenkaas veroorzaken? Maar de winning van fossiele brandstoffen heeft natuurlijk net zo goed impact op mens en natuur. Denk aan aardbevingen in Groningen en de moddervulkaan bij Sidoarjo (Indonesië). Onderaan de streep zijn we met zon en wind beter af, benadrukken de Wereldbank, IUCN NL en ActionAid: het leidt tot veel minder broeikasgasuitstoot en minder risico op water- en luchtvervuiling dan fossiele energie.

Jacht op het witte goud

Is de run op mineralen niet te voorkomen?

Maar toch, leuk is anders. Is de run op mineralen niet deels te voorkomen, door bijvoorbeeld met andere materialen te bouwen? Een houten windmolen is ook nog eens gezelliger. Vergeet het, zeggen Hund en Van der Wal. 

De meeste mineralen zitten niet in de constructie, maar in magneten in de generator (een soort dynamo die de draaiende beweging omzet in elektriciteit). Je kunt gewoon niet om mijnbouwproducten heen. Hund: “Je kunt hoogstens schuiven met de verhoudingen. Zo wordt er geprobeerd om voor autobatterijen minder kobalt en meer nikkel te gebruiken.” De kobaltindustrie, grotendeels gesitueerd in de Democratische Republiek Congo, worstelt met kinderarbeid.

En recyclen dan? Hund: “Dat moet sowieso veel meer gebeuren dan nu: koper is een van de makkelijkst recyclebare materialen en zelfs daarvan recyclen we nu maar 30 procent.” Maar ook als er meer gerecycled wordt, is het nog steeds niet genoeg om de vraag bij te houden. De mineralen zitten vaak jaren vast op hun plek: “Als een huis eenmaal koperbedrading heeft, komt dat er voorlopig niet meer uit.”

Verantwoorde mijn

Er komen dus meer mijnen. Kunnen we ze duurzaam maken? Van der Wal weet het simpel uit te leggen: “Je graaft een gat. Op een gegeven moment zijn de spullen uit dat gat op. Hoe duurzaam is dat?” Wel kun je stappen nemen richting een zo verantwoord mogelijke mijn. Zo lanceert de Wereldbank binnenkort een fonds dat innovatie en onderzoek rondom Climate Smart Mining in ontwikkelingslanden moet bevorderen. Het zou bijvoorbeeld al schelen als de energie-intensieve mijnbouwsector (11 procent van het mondiale energieverbruik) zélf overstapt op schone energie. Hund: “Burkina Faso heeft goudmijnen op zonne-energie. Maar het is een minderheid.”

Het zou al schelen als mijnen zélf schone energie gebruikten

Voor overheden van mineraalrijke landen is het zaak dat ze een langetermijnplan maken – dat gebeurt niet altijd. Een mijn heeft een levenscyclus van tientallen jaren, daarna is het bedrijf weg. Wat doe je dan met het mijnafval? En met het gebied zelf? Van der Wal: “In Engeland zijn oude mijnlocaties succesvol heringericht door landschapsarchitecten. Er kan veel, maar je moet het plannen en er op tijd geld voor opzijzetten.”

Goede ruimtelijke ordening is ook belangrijk om druk op gebieden te voorkomen. Een mijn zelf is zo’n twee à drie voetbalvelden groot, maar daarnaast komen er wegen, spoorlijnen of zelfs een diepzeehaven. Als een gebied eenmaal ontsloten is, volgt vaak nog een mijn, of een plantage. Hund: “Het is dubbel: er is natuurimpact, maar overheden en bewoners zijn vaak juist blij met de infrastructuur.”

Van der Wal beaamt het. “Maar je moet in ieder geval als bevolking voldoende informatie krijgen om af te wegen of een mijn de hoogste maatschappelijke winst oplevert. Wat heb je aan onvruchtbare grond over vijftig jaar? Je moet als maatschappij kunnen besluiten: we willen dit op een andere manier, of zelfs helemaal niet.” Hund: “Er zijn ook lithiumreserves in Oostenrijk, Portugal en Spanje, maar no way… het Europese publiek accepteert geen mijnen meer.”

Beeld: Action Aid

Planning, transparantie, geld opzijzetten… dat gaat met sommige regeringen lastig worden, toch? Hund: “Daarom zijn onze leningen ook gericht op het versterken van het bestuur rondom grondstoffen.” Van der Wal: “Donoren die in een land als DR Congo investeren, moeten ervoor zorgen dat er geld gaat naar het inbouwen van veiligheden in het bestuurlijke systeem, zodat de risico’s op schade zo klein mogelijk zijn. Je kunt dat niet afdwingen, maar donoren hebben wel een rol te spelen.”

Transparante keten

Het zijn niet alleen de mijnbedrijven en overheden ‘daar’ die een verantwoordelijkheid hebben, maar ook de afnemers hier. Bedrijven die mineralen in hun producten verwerken, moeten weten waar die vandaan komen en hoe ze geproduceerd zijn. Lastig: er zitten zo twintig lagen tussen een mijn en een windmolenbouwer. “Het is moeilijk, maar kan natuurlijk wel”, zegt Hund. Philips doet bijvoorbeeld onderzoek naar zijn keten. En BMW investeert in een Chileense mijn en haalt daar rechtstreeks zijn koper vandaan. Overheden moeten ook aandringen op ketentransparantie, vindt Hund, en tegelijkertijd blijven investeren in goed bestuur in de mijnbouwlanden.

Wij willen dat elk bedrijf onderzoekt welke risico’s er zijn in haar keten, die probeert te voorkomen en daarover communiceert

Hoe transparant zijn de ketens van de Nederlandse windenergiesector? ActionAid liet vorig jaar onderzoek doen naar mensenrechten in de windmolenketen en dat bleek nog niet veel soeps. Inmiddels werken onze overheid, windmolenbouwers en ngo’s samen aan een convenant, vertelt Kwizera van ActionAid. Dat zijn vrijwillige afspraken over maatschappelijk verantwoord ondernemen in het buitenland. Kwizera: “Wij willen dat elk bedrijf onderzoekt welke risico’s er zijn in haar keten, die probeert te voorkomen en daarover communiceert. Het convenant is een goede stap om het gesprek op gang te krijgen, maar uiteindelijk is wetgeving noodzakelijk voor verandering. Ik heb goede hoop dat die er komt in Nederland. Frankrijk heeft al zo’n wet, Duitsland volgt.”

Bindende regelgeving moet wel gepaard gaan met (financiële) steun in de landen zelf, waarschuwt Hund. Ze ziet dat steeds meer bedrijven landen als DR Congo mijden, uit angst om regels te overtreden of reputatieschade op te lopen. “70 procent van de armste landen ter wereld is grotendeels afhankelijk van de inkomsten uit grondstoffen. Een boycot is contraproductief.”

Hoe dan ook is dit een interessante tijd, vindt Hund: “Voor het eerst komt er echt druk op mijnbouwbedrijven. Hun producten waren vrijwel onzichtbaar; door de energietransitie verandert dat. De prijzen van grondstoffen zijn nu relatief hoog, dus bedrijven hebben de ruimte om te investeren in verandering. Het is now or never.”

De windmolen: hoe ‘schoon’ komt-ie tot stand?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons