Toen corona nog een ver-van-ons-bedshow was en er in cafés lacherig geproost werd met flesjes van het gelijknamige biermerk, waarschuwden tientallen experts al voor een pandemie. Op dit moment kunnen we alleen maar wensen dat we naar ze hadden geluisterd. Denken we in het jaar 2100 hetzelfde over klimaatwetenschappers?
Een Netflix-documentaireserie die vlak voor de uitbraak verscheen was glashelder in zijn boodschap: het is niet de vraag óf, maar wannéér een pandemie uitbreekt. In Pandemic: How to Prevent an Outbreak zien we arts Syra Madad, specialist infectieziekten, worstelen met het ontoereikende budget dat haar ter beschikking is gesteld om de ziekenhuizen in New York pandemie-klaar te maken. Aan haar aanhoudende verzoeken wordt niet voldaan.
Het is schrijnend om te bedenken hoeveel doden voorkomen hadden kunnen worden met investeringen in de stad die inmiddels bijna 50.000 corona-slachtoffers heeft moeten begraven.
“
Onze hersenpan is niet uitgerust om risico’s in te schatten die ver in de toekomst liggen
Dichter bij huis trok het team van infectieziekten-modelleurs, onder leiding van Jacco Wallinga, al bij de eerste gevallen van corona in Wuhan aan de bel. Toch duurde het lang voordat Nederland actie ondernam tegen het virus. Toen dat eenmaal gebeurde was het eigenlijk al te laat om de verspreiding van Covid-19 in te dammen.
Achteraf is het natuurlijk makkelijk om te zeggen dat er sneller gehandeld had moeten worden. Maar als iemand jou begin 2020 had verteld dat Nederlanders zich maandenlang vrijwillig in hun huizen zouden isoleren, dan had je diegene afgedaan als een doomsday-denker. Laat corona daarom een les zijn: onze hersenpan is niet uitgerust om risico’s in te schatten – al helemaal geen risico’s die ver in de toekomst liggen.
Tunnelvisie op het heden
Het is niet vreemd dat we sneller reageren op een dodelijk virus dan op de abstracte toekomstscenario’s die klimaatwetenschappers en -activisten schetsen. Evolutie heeft het menselijk brein niet uitgerust met de middelen om langetermijngevolgen even serieus te nemen als die op korte termijn. Zo zien we het gevaar van een terroristische aanslag als realistischer dan de bedreiging die klimaatverandering vormt, hoewel de gevolgen van de laatste veel groter zijn.
“
We zien terrorisme onterecht als een groter risico dan klimaatverandering
Onze voorkeur voor beloning in het heden wordt door psychologen ook wel de
present bias genoemd. Dat is maar een van de ongeveer
150 cognitieve ‘shortcuts’ waarmee ons brein is uitgerust. Die shortcuts zorgen ervoor dat we in een overvloed van prikkels gefocust blijven op overleven en reproduceren. Heel logisch, want als jager-verzamelaar dacht je niet aan de verre toekomst als er elk moment een hongerige tijger om de hoek kon kijken. In de 21ste eeuw zorgen die cognitieve trucjes er echter voor dat we massale inschattingsfouten maken over de langetermijngevolgen van onze acties.
De aantrekkingskracht van een quick-fix
Een hypothetisch voorbeeld: in januari 2019 kondigt het ministerie van Volksgezondheid aan 250 miljoen te investeren in IC-units uit voorzorg voor een pandemie. De media springt er meteen bovenop: dat geld kan toch zeker beter besteed worden? Die stemming slaat over op het grote publiek; al snel ziet de VVD in de peilingen haar zetels dalen. Klinkt aannemelijk, nietwaar? Dit voorbeeld laat zien hoe niet alleen de beslissingen van individuen, maar ook die van de politiek gegijzeld worden door kortetermijndenken.
“
De energietransitie kost geld, en de vraag is bij wie die kosten komen te liggen
Als regerende partij is het dan ook aantrekkelijk om te investeren in de korte termijn. Daarvan ziet je achterban direct resultaat. Zo worden toekomstige generaties echter aan hun lot overgelaten. De gevolgen van klimaatverandering beperken zich voor veel Nederlanders vooralsnog tot hete zomerdagen en droge tuinen, maar dat is geen excuus de energietransitie dan maar te laten wachten.
De energietransitie kost geld, en de vraag is bij wie die kosten komen te liggen. ‘Zo’n verdelingsvraagstuk vraagt om politieke keuzes’, zo stelt de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid in een advies aan de overheid. ‘Uitstel of afstel van handelen is óók een politieke keuze, waarbij kosten en risico’s worden neergelegd bij toekomstige generaties.’
Gevolgen op de lange termijn
Tijdmachines bestaan nog niet. Toch kunnen we een poging doen om onze toekomst te schetsen. De scenario’s zien er niet rooskleurig uit. Het
befaamde rapport van VN-klimaatpanel IPCC uit 2018 beschrijft de gevolgen van een temperatuurstijging van meer dan 1,5 graad ten opzichte van het niveau in pre-industriële tijden. De betrokken wetenschappers voorspellen een toename van extreme temperaturen, hevige regenval en extreme droogte. Daarnaast leidt een stijging van meer dan 1,5 graden tot minder schoon drinkwater en gereduceerde opbrengsten van landbouw, vooral op het zuidelijk halfrond.
In het Parijs-akkoord vereeuwigden 195 landen hun streven om onder die 1,5 graden te blijven. Maar het akkoord blijft bij wat het was: een papieren belofte. De wereld stevent op dit moment af op een temperatuurstijging van 3 tot 4 graden, vele malen hoger dus.
Het prijskaartje voor ons nageslacht
De kosten van klimaatverandering vertalen zich onder andere in gezondheidskosten als gevolg van een verslechterde luchtkwaliteit, investeringen in dijken die nodig zijn om ons te beschermen tegen een stijgende zeespiegel, en de prijs voor politieke conflicten over vruchtbare grond. Deze kosten vormen samen de social cost of climate change (SCC). De SCC geeft aan wat de verwachte schade van klimaatverandering is op de maatschappij.
“
Als we terug konden in de tijd, dan hadden we een potje vrijgemaakt voor meer IC-units en pandemiesimulaties
De SCC wordt gebruikt voor allerlei beleidsbeslissingen. Zo
gebruikt Rijkswaterstaat het voor de aanbesteding van infrastructuur, en de gemeente Rotterdam rekent ermee voor de inkoop van stoeptegels. Maar de SCC kan nog veel vaker worden meegenomen. Bijvoorbeeld bij het bepalen van de energiebronnen waarin we investeren. Een nieuwe kolencentrale is misschien snel productief, maar een investering in een windmolenpark wordt economisch aantrekkelijker wanneer je de SCC meerekent.
Dit lijkt een heel rationele methode, maar het welzijn van toekomstige generaties wordt nu meestal minder zwaar gewogen dan dat van onszelf. Er is dan sprake van een hoge rate of time preference. Dat betekent dat we kosten liever uitstellen, zelfs als die in de toekomst hoger zijn. Met andere woorden, we investeren minder in klimaatadaptatie nu en laten het Nederland van de toekomst zuchten onder de gevolgen van klimaatverandering.
Een effectieve manier om temperatuurstijging in te dammen is de CO2-uitstoot beprijzen. Hierdoor worden bedrijven gestimuleerd om hun uitstoot te verlagen en te investeren in duurzame oplossingen. Hoogleraar Rick van der Ploeg stelt in economisch vakblad ESB dat het Klimaatakkoord veel te onduidelijk is over de lange termijn en de CO2-uitstoot strenger moet beprijzen. Dit kán, met een CO2-heffing.
“
Er moet een CO2-heffing komen voor álle bedrijven
Zo’n heffing bestaat op dit moment alleen voor bedrijven die boven een hoge CO2-grens uitstoten. Maar om onder een opwarming van 2 graden te blijven moet de CO2-uistoot van álle bedrijven nu al beprijsd worden, en
ten minste 40 à 80 euro per ton kosten. Die prijs is nog hoger wanneer we streven naar een opwarming van 1,5 graden.
De CO2-heffing komt bovenop de huidige prijs op CO2-uitstoot, zoals is afgesproken met Europa binnen het ETS-systeem. De ETS-prijs schommelt op dit moment
rond de 25 euro.
Klimaatbeleid met oog op de toekomst
Een soft klimaatbeleid valt nog te verkopen als we ervan uitgaan dat toekomstige generaties meer middelen zullen hebben om de gevolgen van klimaatverandering te incasseren. Het IPCC-rapport waarschuwt echter dat een overschrijding van de 1,5 graden-grens onomkeerbare gevolgen voor het voortbestaan van ecosystemen met zich mee kan brengen – zogenaamde
tipping points. Denk aan het
versterkende effect van ijs dat steeds sneller smelt waardoor er minder warmte van de zon gereflecteerd wordt en er nóg meer ijs smelt. Nu investeren voorkomt grootschalige rampen.
Investeringen in het klimaat zijn niet alleen een economisch, maar ook een ethisch dilemma. Door onze kinderen en kleinkinderen minder waarde toe te kennen zadelen we ze willens en wetens op met problemen. De vergelijking met investeringen in het voorkomen van een pandemie is snel gemaakt. Zouden we terug kunnen reizen in de tijd, dan hadden we er bij politici op aangedrongen toch een potje vrij te maken voor meer IC-units en pandemiesimulaties.
Voorkomen van het ondenkbare
Laten we daarom onheilspellende filmpjes met platgebrande bossen en vervuilde rivieren begeleid door de indringende stem van
Leonardo DiCaprio niet meer afdoen als gedramatiseerde dystopieën. Sterker nog, zie ze als middel om uit onze hier-en-nububbel gerukt te worden. Inperking van klimaatverandering kan ons behoeden voor een neerwaartse spiraal waarin elke beslissing mensenlevens zal kosten.
Nu is de tijd om te handelen. De nasleep van de coronacrisis is een uitgelezen kans om dat te doen. De regering zal steunpakketten moeten inzetten om de reusachtige economische klap op te vangen. Dat geld kan de energietransitie bevorderen als het op de juiste manier besteed wordt.
Een rapport uit mei 2020 stelt dat de steun vooral moet gaan naar investeringen in fysieke infrastructuur voor alternatieve energie, zoals elektriciteitsnetwerken, verduurzamen en energie-efficiënter maken van bestaande gebouwen, onderwijs en training, natuurbehoud en investeringen in duurzame technologie.
“
Zoals we maatregelen nemen om de zorg niet te overbelasten, zo moeten we ook maatregelen nemen om het klimaat te ontzien
De coronacrisis vroeg om overhaaste maatregelen. Elke dag confronteerde de crisis ons als maatschappij met ethische dilemma’s. Laten we ouderen hun laatste dagen in eenzaamheid slijten? Of nemen we de risico’s voor lief en laten we bezoek toe? Wat mag eerst open: een sportschool of een bioscoop? Wilden we wachten op een vaccin of mikten we op de eerst nog realistisch klinkende groepsimmuniteit?
Hetzelfde geldt voor het klimaat. De tijd begint te dringen. Wachten we te lang, dan resteert alleen een keuze tussen meerdere kwaden. Om dat te voorkomen moeten we de klimaatcrisis net zo serieus aanpakken als de coronacrisis. Net zoals we het afgelopen jaar bijna dagelijks de bezetting op de IC-units te horen kregen, zou de overheid de ontwikkelingen in de energietransitie heel regelmatig bekend moeten maken. Desnoods via wekelijkse persconferenties, zoals Marjan Minnesma, directeur van duurzaamheidsorganisatie Urgenda oppert.
“
Zorg voor elkaar; ook voor de aardbewoners van de toekomst
Zoals we met interesse hebben gekkeen naar de exitstrategieën van andere landen, moeten we dat ook doen voor het reduceren van de CO2-uitstoot; neem een voorbeeld aan wie het goed doet. Zoals we maatregelen invoeren om de zorg niet te overbelasten, zo moeten we ook maatregelen nemen om het klimaat te ontzien én constant het effect daarvan evalueren. Doen we nu niets, dan zadelen we volgende generatie op met keuzes nog veel moeilijker dan de onze. Daarom de oproep: zorg voor elkaar; ook voor de aardbewoners van de toekomst.
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 20 mei 2020.