Wie even is vergeten hoe de wereld er nu voor staat, kan zich tijdens het lezen zomaar verliezen in de hoopvolle gesprekken, politieke acties en conferenties die ertoe leidden dat de wereld in 1989 op het punt stond om het klimaatprobleem in de kiem te smoren. Er lag een bindend akkoord om broeikasuitstoot drastisch te beperken, klaar om ondertekend te worden, maar dat akkoord werd op het laatste moment gedwarsboomd door de industriële lobby. Het momentum verdampte en het onderwerp verdween van de voorpagina’s van de kranten.
“Al dat debatteren over of het klimaatprobleem echt is, is verloren tijd die we niet hebben gebruikt voor oplossingen
Rich hoopt met zijn boek te laten zien dat het publieke debat rondom klimaatverandering moet ‘opgroeien’. “Al dat onzinnige debatteren over of het klimaatprobleem echt is, heeft ons een enorme vertraging opgeleverd. Verloren tijd waarin we het niet hebben gehad over hoe we oplossingen kunnen toepassen en ervoor kunnen zorgen dat de mensen die de samenleving het meest misbruikt, niet weer diegenen zijn die het hardst worden getroffen.”
“Er zijn de laatste jaren belangrijke stappen genomen. The New York Times heeft bijvoorbeeld een klimaatredactie. De hoeveelheid berichten over dit probleem, dat voor de hele mensheid een bestaanscrisis betekent, neemt toe, maar is nog steeds veel te klein. Bovendien weerspiegelt de manier waarop erover wordt geschreven niet de wereld waarin we nu leven. Klimaatverandering wordt nog altijd weggezet als een vaag ‘milieu’ en ‘wetenschappelijk’ onderwerp.
Journalisten zijn getraind om heel specifiek te schrijven over wat zij weten. Daardoor hebben ze niet de zelfverzekerdheid om in verhalen over migratie vanuit het Midden-Oosten ook droogte en regenpatronen in een gebied erbij te halen, terwijl klimaatverandering een rol speelt in migratie, ongelijkheid, landbouw, oorlog. Zoals je nu niet zou kunnen schrijven over ongelijkheid op de werkvloer zonder gender te noemen, zo zou je nu ook niet moeten kunnen schrijven over bijvoorbeeld economische ongelijkheid zonder klimaatverandering erbij te betrekken.”
“Daarover soebatten serieuze mensen al tijden niet meer. Maar, ja: het grote publiek zit al heel lang vast in hetzelfde gesprek dat ons niets oplevert. We maken als samenleving geen kans het probleem op te lossen als we geen eerlijk gesprek durven voeren: wat doen we met de vissers die hun bestaanszekerheid kwijtraken omdat we de monding van de Mississippi verleggen, om zo het land op de lange termijn te redden? Hoe zorg je voor mensen die niet langer in kolenmijnen kunnen werken?
“Wat voor samenleving hebben we als we erin geslaagd zijn zo'n helder probleem te negeren?
“Ik vraag me wel af: wat voor samenleving hebben we als we al collectief erin zijn geslaagd om zo’n helder probleem te negeren? Hoe kunnen we schermen met onze ethiek en onze waarden als we niet de kracht kunnen opbrengen om deze problemen, die het leven van de meest kwetsbaren nog onmogelijker maken, op te lossen? De politicoloog Michael Glantz zag eind jaren 70 een interessante casus in het klimaatprobleem: kunnen we dit probleem als samenleving oplossen, nu we het eens zijn over het bestaan ervan? Zijn conclusie was dat we als mensheid slechts twee standen hebben: aanmodderen of crisismanagement. Ons systeem reageert niet op problemen die geen directe rampen zijn.
Ook met het probleem van luchtvervuiling, dat na verloop van tijd een stevig gezondheidsprobleem werd, modderden we aan. Omdat de kortetermijnbehoeften van de economie het altijd winnen van de gevolgen op lange termijn. Pas toen mensen doodgingen, kwamen er maatregelen, maar die waren duurder en veel minder effectief dan preventieve actie zou zijn geweest. Het pessimisme van mensen als Glantz hebben we niet serieus genoeg genomen: kan onze psychologie, ons systeem waarbij mensen steeds denken aan hun herverkiezing, kan onze overheid rekenschap geven aan zo’n probleem?”
“Het stadium van crisismanagement is aangebroken
“In de VS zag je in de milieubeweging lang deze discussie: moeten we mensen vertellen dat er nog hoop is, of moeten we ze juist bang maken? Lange tijd was de boodschap: we moeten iets doen aan klimaatverandering voor het te laat is; we zijn gek als we niet handelen. Het is gebleken dat dat niet werkt. Mensen die wilden tegenwerken begonnen te zeggen: is het wel zo erg? Wat zegt de wetenschap echt? De nieuwe golf van activisme heeft de lessen daarvan geabsorbeerd en negeert dat debat helemaal. Ze zeggen gewoon: hoe moeten we klimaatverandering tegengaan en hoe doen we dat op zo’n manier dat we de meest kwetsbaren beschermen? Die activisten behandelen het als een probleem van sociale rechtvaardigheid. Dat is een ander gesprek en ze verliezen geen tijd meer aan het gedebatteer van de wetenschappers.”
“Die jonge generatie activisten zegt: dit is de ramp die deze tijd definieert en het is de ramp die al onze andere rampen met elkaar verbindt. Dat is een nieuw argument. Zij maken het klimaatprobleem voor het eerst moreel, door het expliciet over de rechten van mensen te hebben die nu al getroffen worden. Het verbaast me dat jongeren nu al met zovelen opstaan; ik had gedacht dat we nog een stuk verder in de crisis zouden moeten komen voordat dat zou gebeuren. Volwassenen nemen sociale bewegingen van jongeren meestal niet serieus, maar de jongeren hebben in dit geval een bijzondere morele autoriteit omdat zij met de gevolgen van ons beleid moeten leven. De volwassenen die nu schamper over die jongeren doen, die doen er op een gegeven ogenblik niet meer toe.”
“Heel bijzonder dat er in Europa zo de nadruk ligt op je eigen verantwoordelijkheid nemen
“Dat zelfopofferende is iets wat ik in de VS helemaal niet terugzie. Vliegschaamte? Daar wordt nooit over geschreven. De laatste die het over offers brengen had in het kader van klimaatverandering, was president Jimmy Carter (1977-1981, red.). Het is hem duur komen te staan. Het komt op mij over als heel bijzonder dat er in Europa zo de nadruk ligt op je eigen verantwoordelijkheid nemen. In Frankrijk kwam een meisje naar me toe dat zei dat ze zich schuldig voelde over de voetafdruk van de e-mails die ze schreef. De redenering klopt, maar je eigen gedrag aanpakken is niet waar de oplossing voor het klimaatprobleem ligt. Je moet weten wat je bijdraagt en daar eerlijk over praten, dat is nodig om een politieke beweging te laten ontstaan die dingen verandert. Maar als iedereen in Nederland vijf jaar lang niet meer vliegt, zal dat niet veel verschil maken. Niet dat ik me niet schuldig voel hoor, over vliegen. Maar alleen al bestaan als persoon in de westerse wereld is een kwestie van schuldig voelen: een dakloze in de VS stoot meer broeikasgassen uit dan de gemiddelde persoon op de wereld.”
Dit artikel verscheen eerst in OneWorld-magazine en in september 2019 op OneWorld.nl.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand