Beeld: Yasin Hosgor

Wie wordt er warm van een warmtenet?

Warmtenet of warmtepomp, de meeste Nederlanders zullen er nog niet van wakker liggen. Toch zul je deze keuze de komende jaren moeten gaan maken – of ze wordt voor je gemaakt. De gasvrije samenleving staat namelijk voor de deur.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Over twaalf jaar moeten in de plannen van het kabinet twee miljoen woningen van het gas af zijn. Dat is bijna een kwart van het totaal aantal woningen. Omgerekend betekent dat maar liefst 18 duizend woningen per maand. De noodzaak is helder: de Groningse gaskraan gaat dicht en we willen het klimaat redden.

Voor nieuwbouw is gasvrij niet zo’n punt. De verplichte gasaansluiting is sinds juli dit jaar van de baan en nieuwbouwwijken worden steeds vaker ‘all electric’ aangelegd. Die woningen zijn goed geïsoleerd en de elektrische warmtepomp die de verwarming en het warm water verzorgt wordt gecombineerd met de energie die de zonnepanelen op het dak leveren. Voor de miljoenen huurders is het ook relatief simpel. De woningcorporatie maakt je huis, al dan niet met overheidssubsidie, gasvrij.

Maar bij de gemiddelde huizenbezitter is het lastiger. Je kunt ze niet dwingen een warmtepomp (kosten tussen de 5 en 25 duizend euro) aan te schaffen. En bovendien is voor zo’n pomp eerst een forse investering in isolatie nodig.

Aanpak onduidelijk

Hoe krijgen we de Nederlandse huizen massaal van het gas af? Moet dat niet grootschalig georganiseerd worden, met zogenaamde ‘warmtenetten’ (zie kader)? Op zoek naar antwoorden bij expert Marijke Menkveld van het Energieonderzoekcentrum Nederland (ECN), sinds kort onderdeel van TNO.

“We hebben de mond vol van aardgasvrije wijken, maar weten nog niet precies hoe we dat gaan doen. Uit de Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord wordt dat ook nog niet helemaal duidelijk. De gemeentes moeten vóór 2021 een warmteplan voor gasvrije woningen hebben opgesteld, maar de meesten zijn nog niet zover. Ook de koplopers twijfelen nog hoe ze het gaan doen. Purmerend bijvoorbeeld, heeft een op biomassa gestookt warmtenet, en wil dat uitbreiden. Maar dat moet op basis van vrijwillige deelname. De meerderheid van de bewoners in een pilot-wijk wil wel aardgasvrij worden, en de meesten willen een warmtenet. Maar een deel wil nog steeds aan aardgas vasthouden.”

We hebben de mond vol van aardgasvrije wijken, maar weten nog niet precies hoe we dat gaan doen

Het punt is, zegt Menkveld, dat er nu geen wettelijke mogelijkheid is aansluiting op het warmtenet te verplichten. En zolang die ontbreekt, is het voor investeerders niet rendabel een nieuw warmtenet aan te leggen. “Ik zie wel kansen voor uitbreiding en verduurzaming van huidige warmtenetten, zoals de stadsverwarming in Utrecht, als de aansluitverplichting er komt of voldoende bewoners mee willen doen. Maar dan nog moet er voldoende ‘warmtevraagdichtheid’ zijn. In Purmerend hebben ze berekend dat het in een villawijk sowieso niet uit kan.”

Extra complicerend is dat elk warmtenet op zich rendabel moet zijn en de kosten dus niet ‘gesocialiseerd’ worden. De verzwaring van het elektriciteitsnet die nodig is als we ‘all-electric’ gaan, wordt wél over alle aangesloten kleinverbruikers verdeeld. “Er is dus geen gelijk speelveld. Je kunt daarom niet aan de markt van vraag en aanbod overlaten welk systeem het beste is.”

Warmtenet of pomp, hoe zat het ook alweer?

Een warmtenet gebruikt warmte die op veel plekken in Nederland aanwezig is, bijvoorbeeld als restwarmte van de industrie. Die warmte kan worden gebruikt om water te verwarmen. Dat wordt vervolgens in goed geïsoleerde buizen naar woonwijken of andere gebouwen getransporteerd. Daar wordt de warmte gebruikt voor verwarming en warm water.

Een warmtepomp staat in je huis en is een elektrische vervanging voor je cv-ketel. Hij onttrekt warmte uit de buitenlucht, bodem of grondwater en gebruikt die warmte voor verwarming en warm water, meestal op een lagere temperatuur dan met een gasgestookte cv-ketel gebeurt. Daarom zijn speciale radiatoren of vloerverwarming nodig. Je hebt ook wat ruimte nodig, want de warmte wordt eerst opgeslagen in een buffervat.

Dan maar elektrisch?

All electric heeft twee nadelen: allereerst werkt een warmtepomp met lage temperatuurverwarming. Daarvoor moet een huis heel goed geïsoleerd zijn en moet het speciale radiatoren of vloerverwarming hebben. De investeringen bij een matig geïsoleerd huis lopen in de tienduizenden euro’s. En vanuit de overheid gezien: het schiet niet op als elke huiseigenaar zelf elektrische verwarming aan moet schaffen.

Die nadelen heb je met warmtenetten niet, maar daarbij spelen weer andere kwesties. Menkveld: “Nadeel is natuurlijk dat je je als afnemer van een warmtenet aan een monopolist uitlevert, zoals NUON in Amsterdam en Eneco in Utrecht. De keuzevrijheid van energieleverancier die je nu hebt, verdwijnt.”

De duurzaamheid van de bestaande warmtenetten houdt ook nog niet over. Sommige draaien op restwarmte van de (fossiele) industrie of afvalverbranders. Allebei bronnen die we willen verminderen; zeker niet laten toenemen. Draaien op een gasgestookte elektriciteitscentrale zoals in Utrecht is helemaal uit den boze.

Ook warmtenetten moeten gevoed gaan worden met warmte uit hernieuwbare energie. Dat kan bijvoorbeeld met biomassa. “Purmerend gebruikt snoeihout van Staatsbosbeheer. Dat is heel mooi. Maar daarvoor is wel snoeihout uit heel Nederland nodig.”

Aardwarmte

Een veelgenoemde duurzame mogelijkheid is geothermie, aardwarmte, als bron voor een warmtenet. Menkveld waarschuwt voor overspannen verwachtingen. “We hebben alleen nog de ervaring van enkele glastuinbouwbedrijven, meer niet. Het moet de komende tien jaar blijken of dit interessant is.”

Zelf schreef ze een analyse van verschillende warmtesystemen voor de provincie Limburg. Mede op grond daarvan besloot de provincie huidige warmtenetten uit te breiden, zoals het veelbelovende MijnWater-warmtenet in Heerlen. “Dat is een lage temperatuursysteem, dat de warmte gebruikt uit het water in oude mijncomplexen. In de huizen wordt de temperatuur met een warmtepomp opgekrikt.”

We gaan juist steeds meer elektriciteit gebruiken, als we massaal in elektrische auto’s gaan rijden en de industrie gaat elektrificeren

Uiteindelijk verwachten de experts dat een kwart tot de helft van Nederland met een – duurzaam – warmtenet verwarmd gaat worden. Vooral de dichtbevolkte Randstad is er geschikt voor. Nu is dat nog maar 5 procent. Maar ook de elektrische warmtepomp en groen gas (uit onder meer slib, gft, mest of waterstof) zullen we straks nodig hebben, denkt Menkveld.

“Met een mix van al die systemen middel je ook de nadelen uit van elk systeem afzonderlijk. We moeten er ook rekening mee houden dat het aanbod van energie straks minder stabiel is, vooral op koude en windstille winterdagen. En we gaan juist steeds meer elektriciteit gebruiken, als we massaal in elektrische auto’s gaan rijden en de industrie gaat elektrificeren.”

Dé oplossing is er dus nog niet, maar we moeten de komende jaren wel beslissingen nemen voor de periode tot 2050 als Nederland volledig van het gas af moet zijn. En vooral moet de burger geïnformeerd en warm gemaakt worden voor de gasloze toekomst, stelt Menkveld. “Tot nu toe schrikken huiseigenaren vooral als ze horen dat hun wijk van het gas af moet, zoals in Overvecht gebeurde. Gemeentes en netwerkbedrijven hebben de komende tijd een enorme opgave om burgers bij het gasvrij maken van hun huizen te betrekken.”

Afwachten of al aan de slag?

Moet je afwachten tot jouw gemeente je wel of niet een warmtenetaansluiting aanbiedt?
Marjan Minnesma, voorvrouw van actie-organisatie Urgenda en voormalig nr. 1 van de Duurzame Top 100, vindt van niet. Ze is sowieso geen fan van warmtenetten zoals die nu bestaan. “Ze vormen een mooie oplossing voor de gas- en olie-industrie die van zijn afval en reststromen af wil. Je kunt warmtenetten alleen duurzaam voeden met reststromen van de economie van de toekomst. En ze vergen enorme investeringen, al gauw 25.000 euro per aangesloten woning, waarbij ze alleen rendabel zijn als je tot deelname wordt gedwongen. Vergeet ook niet dat meer dan de helft van de Nederlanders niet in de stad woont, en dus überhaupt niet aangesloten kan worden.”

Minnesma’s oplossing is Thuisbaas, een sociale onderneming opgezet door Urgenda, die huiseigenaren ‘ontzorgt’ bij de overgang naar een gasvrije woning. Met een op maat gesneden pakket van isolatie, elektrische warmtepomp, speciale radiatoren, elektrische infraroodpanelen en zonnepanelen garandeert Thuisbaas je een klimaatneutraal huis. Als je dak, carport of schuur niet voldoende panelen toelaat om je elektriciteitsbehoefte te dekken, wordt het aangevuld met in Nederland opgewekte duurzame energie, bijvoorbeeld door deel te nemen in een collectieve windmolen.

Thuisbaas rekent met een investering van 35.000 euro voor een gemiddeld, matig geïsoleerd ouder huis. “Dat lijkt veel geld, maar het is het bedrag dat een gemiddeld gezin met twee kinderen in vijftien jaar aan energie kwijt is. Bovendien betaal je als je die investering hebt terugverdiend niet meer voor je warmte, wat je bij een warmtenetaansluiting wel blijft doen.

Wij hopen dat er in het Klimaatakkoord een fonds gecreëerd wordt waarbij je 35.000 euro kunt lenen en tegen gunstige condities in vijftien of twintig jaar terugbetaalt.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons