Yale (en Universiteit van Amsterdam)-alumnus en klimaatactivist Bekkers is op de laaggelegen Marshalleilanden in de Pacific voor haar werk bij NDC Partnership, een mondiaal samenwerkingsverband om landen te helpen klimaatverandering aan te pakken. Ze zat vorige week in het organisatiecomité van de tweede Nationale Dialoog die de Marshallese overheid organiseert om met de bevolking over de aanpak van klimaatverandering te spreken. En daarna was ze mede-organisator van een bijeenkomst met leden van het Partnership, internationale instituties als de VN en de Wereldbank en voornamelijk westerse landen die bereid zijn bij te dragen aan de aanpak van mondiale opwarming – waar ze zelf de hand in hebben gehad.
Vliegveld verdwenen
De oudere generatie is niet meteen overtuigd. De vader van mijn technisch assistent moppert dat propaangas veel beter is dan elektriciteit.”
“Het is belangrijk dat er bruggen worden gebouwd tussen cultuur, traditionele kennis, en klimaatwetenschap. De Nationale Dialoog begon dan ook met een uitleg wat klimaatverandering is en wat de gevolgen zijn. Een hoogleraar geologie uit Hawaii, Dr. Chip Fletcher, toonde wat er gebeurt met 1, 2, of 3 feet zeespiegelstijging de komende decennia – dat dan het vliegveld verdwenen is bijvoorbeeld. Dat is best heftig om over na te denken. Het vliegveld is hun connectie met de rest van de wereld, en zonder dat zal er bijvoorbeeld ook niet genoeg voedsel zijn, aangezien heel veel moet worden geïmporteerd.”
“Jawel. Ze hebben hier minder last van orkanen zoals sommige andere eilandstaten, maar zeespiegelstijging is een constante bedreiging. Erosie en verzilting tasten de integriteit van de kust aan, en vloedgolven komen steeds verder landinwaarts. Toen een lokale bewoner me het einde van de Majuro-atoll, de hoofdstad, liet zien, omschreef hij het als: ‘De zee eet langzaam de randen van ons eiland op’. De overheid en bewoners zijn daardoor flink aan het bouwen geslagen en op vele plekken beginnen zeeweringen, muren, de kust te omringen. Soms betekent dit dat een strandje opeens weg is. Of het volleybalveld.”
“De zee eet langzaam de randen van ons eiland op
“Ik ben een soort ‘matchmaker’ tussen de meest urgente prioriteiten voor de Marshall-eilanden op het gebied van klimaatactie, en de ondersteuning van partners en donoren. In samenwerking met de Marshalleze overheid ontwikkelen we een zogenaamd “Partnership Plan” voor de implementatie van hun NDC (Nationally Determined Contribution onder het Parijs klimaatakkoord). Dit plan beschrijft concrete doelen en acties op een aantal focusgebieden – energietransitie; klimaatadaptatie; gendergelijkheid, sociale inclusie, en mensenrechten; capaciteitsopbouw; coordinatie – maar ook wie deze binnen overheid gaat uitvoeren, en welke partners ondersteuning kunnen leveren. Ik heb de afgelopen weken met alle verschillende ministeries en spelers binnen en buiten de overheid gesproken over hun prioriteiten en de hoogst nodige acties die verder gesteund moeten worden door partners. We hebben ook goed geluisterd naar wat verschillende betrokkenen, waaronder de jongeren, te zeggen hadden tijdens het Nationaal Dialoog. Dit hebben we toen verder besproken met partners tijdens het Partnership Dialoog.”
Wat de Nederlandse inbreng betreft, zelf ben ik ook het fietsen gaan propageren. Je hebt hier op het eiland van de hoofdstad Majuro één weg, waarop alleen maar auto’s rijden, en veel ook. Dat is vervuilend voor milieu en klimaat, en leidt ook tot obesitas en medische problemen omdat mensen heel weinig bewegen. Ik rijd hier op de fiets rond. Er zijn nog wat culturele barrières, want met name bij de oudere generatie leeft het idee dat vrouwen niet fietsen. Maar op het andere grote eiland, Ebeye, waar ook de Amerikaanse legerbasis Kwajalein zit, gebeurt dat wel, dus die barrières moeten uiteindelijk te overwinnen zijn.”
“In het Partnership zitten landen als Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Australië die hopelijk bereid zijn hun klimaatgelden ook hier in te zetten. We zorgen ook voor versterkte coördinatie tussen donoren, zodat financiering zo effectief mogelijk wordt besteed. De Wereldbank is bijvoorbeeld ook een van onze leden, en zij zijn al zeer actief op dit gebied. We werken ook samen met het Green Climate Fund, wat volgens het Parijs Akkoord een belangrijke rol moet spelen bij de overgang naar een fossielvrije wereld en bij de aanpassing aan klimaatverandering. Tegen 2020 zou het hiervoor jaarlijks met 100 miljard dollar per jaar gevuld moeten worden. Maar dat lijkt momenteel nog nergens op, en het raakt daardoor snel leeg.
Het NDC Partnership is sinds de oprichting anderhalf jaar geleden nu op een soortgelijke manier actief in meer dan 30 ontwikkelingslanden, waar bovengenoemde donorlanden ook al erg actief zijn. Over een paar weken, wanneer het actieplan na verdere consultatie klaar is, gaan we de uitvoerige gesprekken aan met ‘het westerse geld’. Ik ben erg onder de indruk van de inzet van de Marshallese overheid. Dus ik heb goede hoop dat westerse landen zullen bijdragen om deze urgente acties uit te voeren. En het land te steunen bij die levensgrote uitdaging om het zeewater de baas te blijven.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand