Achtergrond

Wij leven in een micro-plasticsoep, is dat erg?

Wie met een microscoop om zich heen kijkt, zou zien dat alles bedekt is met plastic deeltjes. Nanoplastic. Nu steeds duidelijker wordt dat er serieuze problemen kunnen ontstaan door hormoonverstorende toevoegingen in plastic, rijst de vraag: hoe ongezond zijn die minideeltjes?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Update: Op 3 oktober 2019 worden de eerste tussenresultaten gepresenteerd van een grootschalig onderzoeksproject naar de gezondheidseffecten van micro- en nanoplastic tijdens de Plastic Health Summit in Amsterdam. In april van dit jaar gaf ZonMw, organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, in opdracht van de overheid een subsidie voor vijftien onderzoeken naar de menselijke gezondheidseffecten van deze plasticdeeltjes.

Van een aantal lopende studies zijn de eerste teasers al naar buiten gebracht. Zo lijkt het erop dat neutrofielen (afweercellen) de microplastics niet kunnen afbreken en dat immuuncellen die microplastics aanvallen, zelfs sterven – dat zou betekenen dat de stofjes een flinke impact op ons immuunsysteem hebben. Ook zijn er mogelijke aanwijzingen – maar nog geen definitief antwoord – dat microplastics een ongeboren baby kunnen bereiken.

Hoe overleef je de winter zonder fleece? Ik herinner het me al niet meer. Op koude dagen lig ik het liefst met mijn fleecesjaal in mijn fleecetrui onder mijn fleecedekentje op de bank. Maar sinds ik hoorde dat ik mezelf eigenlijk onder een berg plastic begraaf, lig ik toch minder lekker. Zeker nu ik weet dat ik, onderweg naar de theepot in de keuken, een spoor van minuscule stukjes plastic achterlaat. Dat kan toch niet gezond zijn?

Microplastics (kleiner dan 5 milimeter) en nanoplastics (kleiner dan 0,001 milimeter) zijn afgebrokkelde flintertjes van grotere stukken in de plasticsoep. Maar ze ontstaan ook op andere manieren: ze worden toegevoegd aan bijvoorbeeld cosmetica of kunstmest, slijten af van autobanden die over het wegdek razen en komen los uit synthetische kleding die je wast of simpelweg draagt. Ook kunnen de deeltjes in huisstof zitten – van de verf op je muur, uit je wastrommel, van plastichoudende elektronica of je synthetische vloerbedekking. En lekker koffie halen op het station? Dan klok je nanoplastics mee naar binnen, afkomstig van het plastic laagje in de beker.

Wij mensen banjeren door een onzichtbare microplasticsoep

Waar grotere stukken plastic afval moeilijk te negeren zijn door zeedieren – ze stikken erin – glippen de nano’s en micro’s ongemerkt het dierenlichaam in. Én het mensenlichaam: ze werden onlangs gevonden in mensenpoep. De lijst van vindplaatsen wordt steeds langer: ze zitten in vissen, schaaldieren, honing, zout en suiker. In kraan- en flessenwater. In de zee, de rivieren, de lucht en de grond. Ik dacht dat ik wist hoe de wereld eruitzag, maar ik had het mis – alsof je een lamp aanknipt en opeens ziet dat de lucht eigenlijk vol stofjes zit. Wij mensen zijn net als de vissen; we banjeren door een onzichtbare microplasticsoep.

Het is een beangstigend beeld, zo’n wereld vol mini- plastic. Het voelt vies en onnatuurlijk. Maar moeten we ons ook zorgen maken over onze gezondheid? Dat hangt ervan af wie je spreekt. Volgens een begin dit jaar verschenen onderzoeksrapport van SAPEA, een samenwerkingsverband van wetenschappers dat de Europese Commissie adviseert, vormen micro- en nanoplastics voor zover we nu weten geen wijdverspreid risico voor mens en milieu. Wel kan het binnen nu en honderd jaar risicovol worden voor het milieu, als we op het huidige tempo doorgaan met plastic produceren. Maar eigenlijk weten we nog veel te weinig over de effecten, schrijft SAPEA, zeker wat de mens betreft.

In het lab zijn wel effecten op dieren gevonden – een dier dat veel plastic eet, krijgt niet genoeg voedingstoffen binnen en dat gaat ten koste van de energie om te kunnen groeien en zich voort te planten. Maar die effecten treden op bij hogere concentraties nano- en microplastics dan nu worden gevonden en de resultaten zijn niet zomaar door te vertalen naar de mens.

Hersenontwikkeling

Dat er de komende honderd jaar misschien nog niet zoveel aan de hand is, is geen reden om te gaan zitten lummelen. Zo adviseerde ECHA, het chemie-agentschap van de Europese Unie, om het gebruik van bewust toegevoegde microplastics EU-breed in te dammen – juist omdat we nog weinig weten over de effecten. Ook stichting Tegengif vindt dat we ons nu al zorgen moeten maken, ondanks het kennisgat. Voorzitter Annelies den Boer: “Wat we al wél weten, is dat er allerlei additieven aan plastic worden toegevoegd die bewezen slecht zijn voor de gezondheid. Die komen onder andere via nano- en microplastics in ons lichaam terecht.”

De meest riskante stoffen in plastic zijn bisfenol A (een hardmaker, denk aan plastic flessen) en sommige ftalaten (weekmakers, bijvoorbeeld in plastic verpakkingen), volgens ECHA. Deze hormoonverstorende stoffen worden in verband gebracht met verminderde vruchtbaarheid en schade aan het ongeboren kind, zoals een vertraagde hersenontwikkeling (ADHD, autisme). Bisfenol A (BPA) is in de EU sinds 2011 verboden in babyflesjes en de hoeveelheid in kinderspeelgoed is aan banden gelegd, maar een totaalverbod is er niet. Het gebruik van enkele ftalaten in kinderproducten is sinds 2007 verboden – maar ze zitten nog wel in ander plastic en worden ook nog steeds gevonden in kinderspeelgoed op de Europese markt.

Er is een toename in hormoongerelateerde problemen, zoals onvruchtbaarheid en borstkanker

Dat we nog steeds aan bisfenolen en ftalaten blootgesteld worden, komt naar voren uit een onderzoek van Tegengif en de Vrije Universiteit onder veertien duurzaam levende Nederlanders – ze vonden beide typen stoffen bij iedere deelnemer. Den Boer: “Dat is reden genoeg om minder plastic te produceren. We moeten ervan af.” Inderdaad: ieks! Hoe kan er nou geen gezondheidsrisico zijn, als via micro- en nanoplastics schadelijke additieven in ons lichaam terechtkomen?

“Je krijgt ze al via andere routes binnen”, zegt Dick Vethaak, ecotoxicoloog bij de VU en technologisch waterinstituut Deltares. “Uit groter plastic afval kunnen al additieven lekken, die via het water in onze voedselketen terechtkomen. Ook geven plastic verpakkingen het af aan voedingswaren of magnetronmaaltijden. In verhouding dragen de stoffen die je via microplastics binnenkrijgt niet zoveel bij aan de chemische belasting van het lichaam.”

Spermakwaliteit

Oké, mooi. Maar komen er dan niet nu al te veel schadelijke stoffen in ons lichaam? Wat VU-hoogleraar toxicologie Majorie van Duursen betreft wel: “We meten veel hormoonverstorende stoffen in het lichaam van volwassenen en in navelstrengbloed en vruchtwater.” Ze ziet een toename in hormoongerelateerde problemen, zoals onvruchtbaarheid en borstkanker. “BPA alleen veroorzaakt geen borstkanker, maar beïnvloedt wel de kans dat je het krijgt. Je ziet dat de hoeveelheid BPA in urine daalt, maar die van de alternatieven bisfenolsoorten BPF en BPS juist stijgt. En die hebben dezelfde effecten.”

Het is lastig om honderd procent zeker te zijn: sommige effecten treden misschien pas generaties later op en oorzaak-gevolg aanduiden is bij mensen lastiger dan bij proefdieren. Maar daar wordt nu te veel de nadruk op gelegd door sommige wetenschappers, politici en de plasticindustrie, vindt Van Duursen, wat in actie komen in de weg zit. “Al weten we nog niet alles zeker, de onderzoeken van de afgelopen jaren wijzen allemaal dezelfde kant op. Het is bijvoorbeeld heel goed uitgeplozen dat weekmakers bij proefdieren effect hebben op de spermakwaliteit. Als we over tien of twintig jaar trends bij mensen gaan zien, hebben we misschien meer zekerheid, maar het is dan al te laat: de effecten zijn dan al opgetreden.”

Als we zo doorgaan, plastificeren we de hele wereld

Terug naar nano- en microplastics. Want er zijn mogelijk andere gezondheidsrisico’s, zegt ecotoxicoloog Vethaak: “De plastic deeltjes zelf, vooral de kleinere nanoplastics, zouden zich na inademen of opeten in het lichaam kunnen ophopen – als ze klein genoeg zijn om de membranen in long of darm te passeren. Ze kunnen dan een interactie aangaan met cellen en plaatselijk celschade en ontstekingen veroorzaken. Bij fijnstof weten we dat het inademen van hele kleine deeltjes kan leiden tot chronische ontstekingen en daarmee tot een verhoogde kans op hart-en vaatziekten en mogelijk ook hersenaandoeningen.”

Maar of voor nanoplastics hetzelfde geldt is niet duidelijk, zegt Vethaak. “ We weten nog heel veel niet: in welke mate worden plastic deeltjes opgenomen, waar komen ze in het lichaam terecht, hoe lang blijven ze daar en in welke mate dragen ze werkelijk bij aan chronische ontstekingen of andere gezondheidseffecten? Dat moet dringend worden onderzocht.”

Een ander punt van zorg is volgens Vethaak dat bepaalde bacteriën goed lijken te gedijen op plastic. “Als die bacteriën ziekteverwekkend zijn, zouden microplastics ook ziektes kunnen verspreiden. In Indonesië zijn vaak uitbraken van infectieziektes na overstromingen, waarbij plastic afval via het water wordt verspreid. We willen met Deltares gaan onderzoeken of plastic afval de kans op infecties vergroot.”

Theezakjes testen

Over twee dingen zijn alle partijen het eens: er moet als de wiedeweerga meer onderzoek komen en we moeten sowieso drastisch minder plastic produceren. Dat onderzoek, gesubsidieerd door ZonMw, zit in de pijplijn, en zal volgende week dus de tussenresultaten presenteren. “We hopen over ongeveer 1,5 jaar antwoord te hebben op enkele basale vragen,” zegt programmamanager Frank Pierik, “zoals welke plastics zijn er en hoe kunnen we ze meten? Welke typen kunnen het lichaam binnendringen, en op welke organen kunnen ze dan effect hebben?”

Daarnaast is de Plastic Soup Foundation een internationale samenwerking van onderzoeksinstituten gestart: de Plastic Health Coalition. Het plan is om burgers bewuster te maken van micro- en nanoplastics en ervoor te zorgen dat het onderzoek ernaar in een stroomversnelling komt. Directeur Maria Westerbos: “Samen met de VU gaan we alledaagse producten testen op het vrijkomen van plastics: waterkokers, de stofzuigerzak, of plastic theezakjes zoals die van Lipton.”

Voordat we echt een beter beeld hebben van de mogelijke gezondheidseffecten, zijn we zo vijf jaar verder, zegt Vethaak. Afwachten is dus geen optie. Westerbos: “We blijven plastic produceren als gekken; in 2018 alleen al 360 miljard kilo (bioplastics en gerecycled materiaal niet meegerekend, red.). Als we zo doorgaan, plastificeren we de hele wereld.” De EU heeft wel een verbod aangekondigd voor enkele plastic wegwerpproducten. “Dat is goed, maar er is nog nauwelijks beleid voor andere bronnen van micro- en nanoplastics”, zegt Vethaak. “Autobanden, textiel, verf, die moeten ook worden aangepakt.” Annelies den Boer van Tegengif ziet heil in belastingmaatregelen. “Er ontbreekt nu een economische prikkel die het interessanter maakt om met veilige stoffen te werken.”

We willen onderzoeken of plastic afval de kans op infecties vergroot

En ik? Wat kan ik als consument doen om minder micro-plastics op mijn pad te krijgen? Vis of honing van mijn menu schrappen lijkt me onzinnig. Westerbos beaamt dat: “Het zit overal in de lucht. Je jas, je schoenen, alles laat microplastic los, dus je ademt het sowieso in.” Vethaak: “De blootstelling aan plastic deeltjes via ademhaling is waarschijnlijk belangrijker dan via voeding. Bij een Engels experiment werd een bord mosselen op tafel gezet. Na een uur zaten er meer microplastics op het bord en bestek dan in de mosselen zelf.”

Als je dan iets wilt doen, is het stofzuigen. “Het klinkt heel huiselijk, maar het helpt wel”, zegt Den Boer. “Zeker als je kinderen over de grond kruipen.” Verder is het vooral een kwestie van zelf minder plastic gebruiken. De Plastic Health Coalition heeft een app die daarbij helpt. En voor in de wasmachine bestaan er hulpjes die losgekomen microvezels moeten beletten om het riool in te spoelen, zoals de Cora Ball en de Guppy Friend. Hoeveel verschil die maken, is nog niet duidelijk. “Alle beetjes helpen”, vindt Westerbos.

Plankton vol plastic

Microplastics zijn alle plastics kleiner dan 5 millimeter. Maar die deeltjes vallen weer uit elkaar in nanoplastics, die zo klein zijn dat ze zelfs eencellige organismen kunnen binnendringen. Uit steeds meer onderzoek blijkt dat er plastics te vinden zijn in algen en amoebes. Richard Kirby is een onafhankelijke planktononderzoeker en filmmaker: “Ik onderzoek hoe plankton en de voedselketen daaromheen beïnvloed worden door de plasticvervuiling.” Op zijn beelden zijn nanodeeltjes plastic in het plankton te zien.

Planktonpundit.org

Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 12 maart 2019.

Hoe Zit Het Met Plastic? is onafhankelijk tot stand gekomen en financieel mede mogelijk gemaakt door Nestlé en Dopper. De overeenkomst tussen OneWorld en deze bedrijven is openbaar en in te zien.

Wat gebeurt er met al het plastic dat we blijven produceren?

Hoe Zit Het Met Plastic?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons