Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Boswachter Henk Ruseler, uiteraard gekleed in een kakigroen pak met lekker veel zakken, rijdt zijn boswachtergroene Land Rover voor. Wij, gekleed in onze spijkerbroeken en platte schoenen, rechtstreeks uit de Randstad, klauteren naar binnen. Tussen ons in ligt een vlijmscherpe oranje handzaag. “Is dat wel genoeg?” vragen we bezorgd, “waar is de kettingzaag?”
Dennenscheerders
We zijn bevangen door een lichte kerstkoorts, nog vóór Sinterklaas. Vandaag gaan we onze eigen kerstboom omzagen. Dat kan op verschillende plaatsen, zoals in
Kuinderbos en
in Schoorl maar Boswachter Henk heeft dat concept vier jaar geleden hier op
de Veluwe voor het eerst geïntroduceerd in Nederland. “We werken hier met een grote groep vrijwillige dennenscheerders,” zegt hij, “die jonge dennetjes komen uittrekken omdat die niet thuishoren op de zandvlaktes in het park.”
Met park bedoelt hij het Nationale Park de Hoge Veluwe waar hij al 34 jaar werkt als boswachter. “De den is een pionierssoort, die wil zich steeds verder uitbreiden. Doe je niet, dan zijn de zandvlaktes in tientallen jaren volledig dichtgegroeid met dennenbos.” Dat zou zonde zijn, want de zandvlaktes zorgen voor een rijke biodiversiteit in het Park. Je vindt er veel “rode-lijstsoorten”: dieren en planten die met uitsterven bedreigd worden. De zandhagedis, bijvoorbeeld, of de heidevlinder, en honderden soorten korstmossen.
Tuinieren in het groot
Genoeg gekletst. Ruseler trapt op de rem en zet ons af midden op de hei. “Stap maar uit”, zegt hij, “ik zie al een mooie staan.” Met het geknetter van geweerschoten op de achtergrond, naast het Park ligt militair oefenterrein Harskamp, bekijken we de aangewezen boom. Hoe oud een den is kun je zien aan zijn scheuten met takkenkrans. Deze is zo’n acht jaar. “Te klein”, oordelen we, “we lopen even verder.” Tot zover ons oog strekt zien we een glooiende zandvlakte, met kleine en grote dennenbomen. “Deze jongens? Die is lekker vol!” De boswachter werpt er van afstand een blik op en zegt: “Dat is een dubbele. Die groeien tegen elkaar aan, maar dan heb je dus een hele kale plek aan beide bomen.”
Dit in stand houden van de open ruimte – door Ruseler ook wel ‘tuinieren in het groot’ genoemd’ – gebeurt al vanaf het begin van het Park, nu bijna 80 jaar oud. “Alsnog is er sindsdien heel veel bos bijgekomen,” zegt hij. Op een gegeven ogenblik kon Ruseler de verbranding en het verhakselen van al die mooie boompjes niet meer aanzien en besloot hij tot een offensief om zijn grove den – open, blauwgroen van kleur en wezenlijk anders dan de gemiddelde spar – de Nederlandse huiskamer in te krijgen.
Duurzame kerst
Eenzame kerst zónder boom is het meest duurzaam, dat spreekt. Daarna volgt de nep-kerstboom, mits je die zes jaar of langer gebruikt. Daarmee belast je het milieu minder dan jaarlijks een nieuwe boom.
Wat te doen met de den na de kerst? Laten composteren in de tuin is het beste. Zelf verbranden is helaas schadelijk, beter is het om de boom te laten afvoeren. Veel gemeenten halen kerstbomen rond Driekoningen (6 januari) op. Onze den zal eindigen als houtsnippers.
Het blijkt nog knap lastig een leuke boom uit te zoeken. Dat ligt niet aan het aanbod: bomen genoeg. Maar we zijn onzeker over wat er in onze auto past. Bovendien, zegt hij, zijn we waarschijnlijk te veel op zoek naar waar we aan gewend zijn. “De meest verkochte sparren zijn twaalf jaar, komen uit Denemarken en zijn volgestouwd met gif. Geen kunst dus, om een volle bos naalden te krijgen.”
Stakerig
We besluiten een nieuwe visie op het concept ‘kerstboom’ te adopteren en kiezen er één uit die zeker in de auto past. Maar is deze grove den, onze nieuwe kerstden, niet wat stakerig, té scharrig? Juist niet, vindt boswachter Henk. “Ik vind het juist mooi dat je de stam goed ziet”, zegt hij. Zagen maar, dus. Zo dicht mogelijk bij de grond. “Anders loopt-ie in het voorjaar gewoon weer uit”. Kunnen we niet gewoon de kluit uitsteken, vragen wij ons af. “Niet te doen”, zegt Ruseler, “die wortels zitten te breed en diep. In kwekerijen beginnen ze in de zomer al met het lossteken van de wortels, zodat je met de kerst een leuk kluitje hebt.”
Chocomelk
Het zagen gaat bijzonder soepel. In een halve minuut is het gepiept. “Als je zaag maar scherp genoeg is”. In de weekenden dat de bezoekers van het Park hun bomen kunnen omzagen, staat er aan het begin van de hei een stand waar mensen zo’n zaag kunnen lenen. Er is chocomelk. “Echt een dagje uit”, zegt Ruseler, “je kunt de hele dag door het bos wandelen, en naar huis gaan met je eigen scharrelden.”
Inmiddels vellen deze amateur-zagers zo’n 1.200 tot 1.500 bomen per jaar. “Er is niets leukers dan met je kleinkinderen op kerstboomjacht te zijn.” Ze komen met hordes, soms zelfs met bussen vol. “En dan hoor je ergens uit het bos gejoel: ‘We hebben er één!’”
Duurzaam wild
Voor het kerstdiner: op de site van De Hoge Veluwe kan een pakket ‘roodwild’ (hert) of ‘zwartwild’ (everzwijn) worden besteld, soms ook moeflon (wild schaap). Het wild is in het bos geschoten om het evenwicht tussen de verschillende wilde dieren op peil te houden, verwerkt tot pakketten door de lokale slagerij Ter Weele en kan diepgevroren bij het Park worden afgehaald.
Het nieuwe normaal
Als we aankomen bij onze eigen auto, blijkt dat we toch te voorzichtig zijn geweest. “Hier had een véél grotere in gepast”, roept boswachter Henk. Terug op de redactie, waar de boom inmiddels in volle glorie staat te schitteren, krijgen we toch wat opmerkingen van onze collega’s. Ze vinden hem ‘wel echt alternatief’. Of ze hadden hem ‘groter/voller/groener verwacht’.
We wijzen ze op de karakteristieke stam, de unieke blauwgroene kleur, de lange naalden en de niet te miskennen geur. Een week later is iedereen om: we staan open voor het nieuwe normaal, we omarmen de slanke scharrelden. Less is more, weet je wel. Geen naalden op het tapijt. En, hij staat tot aan de zomer.