Waterverbruik en waterschaarste
Fast en slow fashion
Water in kleding: katoenproductie
Katoen staat echter ook in de top 10 van gewassen die het meeste water verbruiken. Dit waterverbruik zit in het verbouwen van katoen, maar ook in het verwerken van de katoen tot het eindproduct
(zie Figuur 1). Voor de productie van één spijkerbroek is gemiddeld 7.500 liter water nodig, alleen al bij het verbouwen van katoen.
Intensieve landbouw, van onder andere katoen, vraagt veel van de zoetwatervoorraad, vooral in gebieden waar schoon water al schaars is. Klimaatverandering zorgt daarnaast voor extreem weer, waardoor droge gebieden droger worden, en natte gebieden natter. Daarnaast neemt de wereldbevolking natuurlijk flink toe wat betekent dat er ook een grotere vraag naar katoen voor kleding komt en daarmee een groeiende druk op watervoorraden. Het is daarom cruciaal het gebruik van zoet water aan te passen aan de lokale omstandigheden.
Er zijn grote regionale verschillen in de hoeveelheid water die wordt verbruikt. Dit is voornamelijk te wijten aan het klimaat. De warmte en hoeveelheid regen bepalen hoeveel water er verdampt en hoeveel irrigatie nodig is. Ook het gebruik van pesticiden en de manier waarop geïrrigeerd wordt bepaalt de watervoetafdruk voor het verbouwen van katoen in een land of regio. Slechts een vierde van de katoen groeit op regenwater, voor de overige 73 procent gebruiken boeren irrigatiewater uit grondwater, rivieren en meren. De grootste katoenproducenten zijn China, de Verenigde Staten, India, Pakistan, Brazilië en Oezbekistan.
Een ander aandeel in die grote waterfootprint van textiel zit in het verwerken van katoen tot eindproduct; het bleken of wassen, het kleuren en het verbruikt veel water. Er wordt gemiddeld 500 liter water gebruikt tijdens het verven (142 liter), bleken (30 liter), printen (188 liter) en de afwerking (136 liter). Er is bovendien meer water nodig voor een lichte spijkerbroek dan voor een donkere. Ten slotte zorgt het gebruik van chemicaliën bij het afwerken van de katoen voor sterk vervuild water.
Hoe zit het met biologisch katoen? Biologisch katoen wordt geteeld zonder pesticiden en gesponnen zonder chemicaliën, volgens een internationaal certificeringstelsel (Global Organic Textile Standard, Organic Exchange Standards). Een aantal grote winkelketens en fabrikanten maakt voor een deel van de collectie gebruik van biologisch katoen, zoals H&M, C&A, Puma, Inditex (Zara), Decathlon en Nike. Hoewel duurzamer, lijkt er geen bewijs te zijn dat er voor het verbouwen van biologische katoen minder water nodig is dan voor conventionele katoen. Bij de teelt van biologisch katoen kan wel gekozen worden voor relatief waterrijke gebieden, waar ook minder chemicaliën en pesticiden toegepast (hoeven te) worden.
Hoe kan het anders?
Het is echter nog de vraag of al deze alternatieven de volledige duurzaamheidstest – water én andere milieu-impact – volledig kunnen doorstaan. Zo wordt hennep nog versnipperd verbouwd. Deze kleinschalige teelt kan leiden tot groter energieverbruik. Ook bij de verwerking van alternatieve grondstoffen tot bruikbare textiel worden nog steeds vaak vervuilende chemicaliën gebruikt.
In het tweede ‘deel’ van de keten, de verwerking van de ruwe katoenvezel, geldt dat er meer water wordt gebruikt bij complexe bewerkingen als bleken, kleuren en printen. Dat vergt in elke extra stap van het proces meer water, en vaak ook chemicaliën. Om de druk op watervoorraden te verminderen kunnen merken de verwerking van katoen verplaatsen naar regio’s waar minder of geen sprake is van waterschaarste. Daarnaast wordt er gezocht naar minder waterintensieve processen in de verwerking.
Hoe kan je als consument rekening houden met je watervoetafdruk in kleding? Je kunt minder kleding kopen, bijvoorbeeld door langer te doen met die jeans, jas of trui. Ook door tweedehands kleding te kopen of een spijkerbroek te leasen verminder je je aankopen. Je kunt ook oude kleding recyclen, bijvoorbeeld door deze weg te gooien in een kledingcontainer of in te leveren bij één van de kledingwinkels die oude kleding inzamelen, zoals H&M, Jack&Jones en C&A. Katoen van deze kleding wordt opnieuw verkocht en gedragen, of wordt gebruikt als grondstof voor nieuwe soorten garen.
Conclusie
Er bestaan verschillende initiatieven waarin er door NGO’s en bedrijven naar gestreefd wordt om de productie, bewerking en finishing van textiel minder waterintensief te maken, zoals:
■ de netwerkorganisatie Alliance Water for Stewardship
■ het Water Footprint Network, een learning community van ngo’s, bedrijven, overheden en internationale organisaties
■ het Better Cotton Initiative stimuleert duurzaamheid in katoenteelt
■ in de afwerking van textiel werkt het Bangladesh Water PaCT aan waterbesparing
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8 / maand
- Alleen digitaal — € 6 / maand