Als kind van een Keniaanse moeder en Nederlandse vader groeide ik op in een wereld vol kleur. Mijn ouderlijk huis weerspiegelde dat: het stond vol meubels en kunst uit Kenia. Eén van de meest interessante stukken is een kruk in de woonkamer. Hij bestaat uit een uitgesneden vorm van een vrouw, met als zitvlak een mand die ze op haar hoofd houdt. De unieke vorm van de kruk roept vraagtekens op, en daardoor kwam ik er al op jonge leeftijd achter dat dit soort krukken gebruikt wordt bij vrouwen- en meisjesbesnijdenissen in Kenia. Of deze specifieke kruk ooit bij een besnijdenis is gebruikt weten we niet, maar toen ik vroeg of er in onze familie ook vrouwen besneden waren, bevestigde mijn moeder dat ‘female genital cutting’ (FGC) bij de generatie van mijn overgrootmoeder gebruikelijk was.
Van meisje naar vrouw
Nu, jaren later, was ik op bezoek bij de Musenke stam in Magadi, Kenia. Het is een nomadenstam die voor het eerst een alternatief op het traditionele ritueel van genitale mutitlatie uitvoerde: Alternative Rites of Passage (ARP). Met meer dan 10.000 deelnemende meisjes, is het Amref Flying Doctors gelukt om de houding van lokale gemeenschappen en stammen ten opzichte van dit culturele fenomeen te veranderen in Kenia en Tanzania. Zo heeft Amref bijgedragen aan een daling van besnijdenis onder meisjes tussen de 10 en 24 jaar. Samen met Lambert Grijns, Ambassadeur voor Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Recht, ben ik uitgenodigd om de ARP bij te wonen.
De besnijdenis van meisjes en vrouwen is een gebruik dat ondanks maatregelen en initiatieven van de Keniaanse overheid nog overal aanwezig is. Volgens de laatste Kenya Demographic and Health Survey (2014), is één op de vijf (21%) meisjes of vrouwen tussen de 15-49 besneden. Opvallend is dat het getal bij sommige stammen veel hoger ligt: in de survey wordt geschat dat het percentage bij de Masai op 78% ligt.
Op de eerste dag van de ARP kregen meisjes én jongens ‘age-friendly’ workshops over vrouwenbesnijdenis, veilige seks, rechten van het kind en het belang om voor jezelf op te komen. Gedurende de avonduren werd er een evenement georganiseerd genaamd Candle Night, die gevuld was met optredens en een modeshow door de jongeren. Als grote afsluiter van deze avond werden kaarsen aangestoken en werd er gezongen en gedanst.
Ceremonie van de Morans
De volgende ochtend vond de traditionele ceremonie plaats. Die is gebaseerd op een ritueel dat vroeger werd uitgevoerd door de Morans, de krijgers van de stam die na twee nederlagen tegen een andere stam, voor de derde keer het strijdveld op gingen. Al zingend liepen de meisjes in een rij naar een open stuk grond op de savanne. Daar stonden, onder een kring van bomen, de Morans in een cirkel opgesteld. De meisjes gingen in het midden zitten en enkele oudere meisjes mochten de krijgers voorzien van Masai-kleden – hun belangrijkste bezit. De meisjes kregen daarna boeken en pennen, als symbool van onderwijs: het grootste wapen tegen besnijdenis. Ter afsluiting werden de meisjes gezegend door de Morans.
Na de ceremonie vond er een belangrijke bijeenkomst plaats waarbij de leiders uit de gemeenschap en lokale overheid hun steun betuigden voor het programma en zich uitspraken tegen meisjesbesnijdenis. Het alternatieve ritueel werd afgesloten met het uitreiken van diploma’s aan de deelnemers ter herinnering aan hun belofte om onbesneden door het leven te gaan.
De twee dagen vlogen voorbij en waren zo intens en rijk dat het moeilijk te verwoorden is. De ARP was voor mij veel meer dan slechts een ‘anti-FGC programma’. De authenticiteit van de rituelen was een weerspiegeling van de volledige betrokkenheid van de hele gemeenschap. Iedereen droeg een steentje bij; de vrouwen kookten, de mannen werkten en de jongens en meisjes dansten en zongen. Het gevoel van eenheid dat ik hier onderging, herkende ik van de gemeenschap in mijn grootmoeders’ dorp.
Tijdens die twee dagen heb ik enkele oudere meisjes, die de ARP hadden ondergaan, mogen spreken. Het verbaasde me dat ze amper interesse hadden om te praten over de ceremonie die ter ere van hen gehouden werd. Liever wilden ze praten over de wereld buiten het dorp, en over hun toekomstdromen. De meesten zeiden dat ze hard studeerden om arts of advocaat te worden. Anderen wilden liever de politiek in, want hoewel we in-the-middle-of-nowhere waren, hadden ze gehoord over de uitslag van de Amerikaanse verkiezing en ze maakten zich oprecht zorgen over de houding van de nieuwe president ten aanzien van vrouwen. De meisjes deden me denken aan mezelf op die leeftijd; sterke persoonlijkheden en erg gedreven.
Ritueel dat past bij de stammen
Onderweg terug naar Nairobi – moe maar dankbaar dat ik die speciale dagen bij de Musenke stam mocht meemaken – besefte ik dat het succes van de ARP uit twee elementen bestond: de volledige betrokkenheid van de stam en het gebruik van het onderwerp vrouwenbesnijdenis om andere belangrijke issues aan te kaarten. Door de onvermoeibare aanpak van Amref om jaar in, jaar uit contact te zoeken met gemeenschappen die nog steeds FGC uitvoeren, is het hen gelukt om warme banden te ontwikkelen en samen met de stammen te werken aan een alternatief ritueel dat bij de gebruiken van de stammen past. Daardoor wordt het alternatief geaccepteerd en is ieder stamlid volledig betrokken bij de uitvoering ervan.
Daarnaast realiseerde ik me dat het bij de ARP niet alleen om het tegengaan van genitale mutilatie draait, maar dat het een aanknopingspunt is voor de empowerment van meisjes: ze worden onderwezen over hun seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Door dit alternatieve ritueel wordt het belang van onderwijs, veilige seks en lichamelijke autonomie overgebracht. De ARP geeft de meisjes hoop op een succesvolle toekomst waarbij ze, onafhankelijk van mannen, zelfstandig een inkomen kunnen verdienen en kunnen kiezen of ze kinderen willen, en zo ja, hoeveel.
Mijn ervaring in Magadi was enerzijds een eye-opener wat betreft de realiteit van de duizenden meisjes die in Kenia besneden worden, en anderzijds een belangrijk leermoment van een aanpak die erin geslaagd is om op nationaal, en belangrijker nog op lokaal niveau, echte verandering te brengen. Als jongerenambassadeur besef ik dat de weg naar een wereld zonder Female Genital Cutting gekenmerkt moet worden door een eerlijke, brede en langdurige dialoog. Alleen dan kun je ervoor zorgen dat het stoppen ervan niet wordt gezien als een bedreiging van tradities en cultuur, maar juist als een manier om meisjes te beschermen. Dit alles zodat ze op een dag wereldvrouwen kunnen worden.
Komend jaar is Sanne Youth Ambassador. In die hoedanigheid zet ze zich in voor de gezondheidsrechten van jongeren. Lees hier het interview van OneWold met Sanne over haar ambassadeurschap.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand