Het duurt vanaf Amsterdam zo’n twee en een halve dag voordat we er zijn: Tororo in het noordoosten van Uganda, tegen de grens met Kenia. Op dag drie rijden we een grote berg tegemoet, maar van mijn Ugandese collega’s mag ik het geen berg noemen, want het is een rots. Want wat weten Nederlanders nu van bergen? Hier werkt Plan Nederland sinds 2012 aan een menstrual hygiene management project.
Berg.. of rots? Foto: Katherine Knowles
Uit onderzoek van 2012 blijkt dat 28% van de meisjes in de regio Lira, Kamuli en Tororo niet naar school gaat tijdens hun menstruatie. 18% van de meisjes verlaat school zonder diploma. En 46 % zei niet naar school te gaan omdat er geen toiletten of washokjes zijn. Meisjes missen zo elke maand vier tot vijf schooldagen, een achterstand die ze nauwelijks meer kunnen inhalen. Zonder diploma zijn latere mogelijkheden voor werk en inkomsten enorm beperkt. Daarnaast neemt de kans op seksueel overdraagbare ziektes, tienerzwangerschappen en kindhuwelijken voor deze meisjes schrikbarend toe.
Als meisjes in Uganda ongesteld zijn, moeten ze zich behelpen met vodden, kranten of schuimrubber
In Uganda wordt zelden of nooit over menstruatie gesproken. En als er over gesproken wordt, zijn het fabels en mythes. Bijvoorbeeld dat meisjes geen baby’s mogen vasthouden als ze ongesteld zijn, omdat de baby dan dood gaat. Als meisjes in Uganda ongesteld zijn, moeten ze zich behelpen met vodden, kranten of schuimrubber. Niet erg hygiënisch allemaal. Het project dat ik bezoek moet ervoor zorgen dat meisjes hun school afmaken. Leraren worden getraind het onderwerp bespreekbaar te maken voor meisjes én jongens. Ook zorgt Plan ervoor dat er voldoende goede toiletten zijn voor meisjes met een wasruimte. Daarnaast worden vrouwen getraind om herbruikbaar maandverband te verkopen en tegelijkertijd voorlichting te geven.
We werken binnen dit project samen met Afripads: zij leveren het product en Plan zorgt voor de extra training en een lokale afzetmarkt. Tijdens mijn bezoek ontmoet ik een aantal verkoopsters van het maandverband. Zij zijn vaak verbonden aan scholen of gezondheidswerkers uit de regio en verkopen in hun dorpen het roze maandverband SoSure van het bedrijf Afripads. De verkoopsters zijn leden van de spaar- en leengroepen van Plan en sparen samen om zo hun eigen bedrijfje te beginnen. Dit levert extra inkomen op voor hun gezin. Een van de verkopers gaf aan dat ze zo een stuk land heeft kunnen kopen. Aanvankelijk was haar man niet blij dat ze vaak van huis was, maar toen hij zag dat ze geld verdiende, werd hij trots op haar en ging zelf ook Afripads verkopen. Een pak met drie stuks wordt ingekocht voor 5500 shilling en doorverkocht met 1000 shilling winst, ongeveer €0,30.
Omdat het belangrijk is dat meer meisjes bereikt worden wil Plan zorgen dat er hygiënische alternatieven zijn voor elk budget
Zo hebben meer meisjes toegang tot hygiënisch maandverband. Tenminste, dat was de bedoeling toen het project begon. Maar veel van de meisjes die ik spreek vertellen me dat ze geen maandverband hebben, of dit alleen kunnen kopen als hun vader de oogst goed heeft kunnen verkopen op de markt. Veel gebruiken daarom nog steeds vodden of andere materialen.
Het belang van meisjes op school is enorm. Hier een klaslokaal in Tororo. Foto: Bill Tanaka
Omdat het belangrijk is dat meer meisjes bereikt worden wil Plan zorgen dat er hygiënische alternatieven zijn voor elk budget. Daarom worden er nu lokale ondernemers getraind om het herbruikbare maandverband te maken met simpelere materialen. Zij geven cursussen aan meisjes om te zorgen dat zij zelf dit maandverband kunnen maken. Op deze manier ontstaat er een reeks van producten voor elk budget. Plan legt daarnaast de focus op hygiëne, zodat wat de meisjes ook gebruiken, zij niet ziek worden door gebruik van onhygiënische materialen.
Tijdens mijn bezoek zie ik hoe dingen aan het veranderen zijn. Meisjes en jongens zingen liedjes en doen toneelstukjes over menstruatie. In de korte tijd dat ik er ben leer ik de menstrual hygiene song: ‘Menstrual hygiene is the way to lead a better life.’ En zo is het maar net.
Happy. Foto: Bill Tanaka