Mannen in rok
De actie was geïnspireerd op een demonstratie in februari 2015 in het Turkse Istanbul. Toen gingen Turkse mannen in een rokje de straat op, nadat een jonge vrouw was aangerand en vermoord. Acties als deze halen de media met gemak: ze leveren bijzondere plaatjes op. Maar er zijn veel meer mannen die iets doen.
Neem WE CAN, een campagne die in 2004 startte in Azië en inmiddels actief is in vijftien landen, waaronder Nederland. Bij WE CAN staan changemakers centraal. Dit zijn vrouwen én mannen die zich openlijk uitspreken tegen (seksueel) geweld tegen vrouwen en zich inzetten voor een betere behandeling van vrouwen, door onder andere blogs te schrijven over hun rechten.
Er is in Azie, maar ook in Afrika en Zuid-Amerika, veel vernieuwend en inspirerend genderactivisme
Inmiddels zijn er in Nederland bijna zesduizend changemakers, onder wie Mauro Casarini uit Overijssel. Hij schrijft op de website van WE CAN: “Ik wil me inzetten voor het tegengaan van geweld tegen vrouwen. Ik heb het van dichtbij meegemaakt, dus wil er wat aan doen.” Belangrijk uitgangspunt van WE CAN is dat verandering een doorlopend proces is van bewustwording, netwerken en actie ondernemen.
Elkaar vinden
“Het lijkt erop dat steeds meer mannen zich inzetten voor vrouwenrechten”, zegt Isabelle Geuskens, directeur van Women Peacemakers Program (WPP). Deze vrouwenorganisatie met standplaats Den Haag zet zich in voor gendergelijkheid, onder meer door zusterorganisaties bij elkaar te brengen en kennis te delen. “In beleid is meer aandacht voor de rol die mannen kunnen spelen. Ook weten activisten elkaar dankzij internet beter te vinden en worden zo wereldwijd ervaringen uitgewisseld.”
Ze zijn vaak door sterke vrouwen opgevoed of zin aanraking gekomen met geweld tegen vrouwen die ze lief hebben, zoals hun moeder
Als voorbeeld van een succesvol initiatief noemt Geuskens het Indiase project SAMYAK. Daarbij maken vrouwen én mannen Indiërs bewust van vrouwenrechten, via bijvoorbeeld discussies en rollenspellen. Ook gaan mannen en vrouwen de straat op om te protesteren tegen seksueel geweld.
“Er is in Azië, maar ook in Afrika en Zuid-Amerika veel vernieuwend en inspirerend genderactivisme”, stelt Geuskens. “Het Westen kan nog veel leren van de creativiteit en dynamiek daar.” De groep mannen die zich inzet tegen seksueel geweld, is volgens haar heel divers. Maar deze mannen hebben ook overeenkomsten: “Zo zijn ze vaak door sterke vrouwen opgevoed of zijn ze in hun jonge leven in aanraking gekomen met geweld tegen vrouwen die ze lief hebben, zoals hun moeder.”
Ugandese mannen protesteren tegen seksueel geweld . Foto: Flickr CC.
Dvd’s
Een ander grootschalig initiatief is MenEngage, een alliantie van honderden organisaties uit 47 landen, die met jongens en mannen samenwerken om gendergelijkheid te promoten. De organisaties wisselen ervaringen uit, zodat succesvolle projecten op andere plekken navolging krijgen. Op Jamaica werden bijvoorbeeld jongens tussen de 15 en 24 voorgelicht over geweld tegen vrouwen, met behulp van speciaal ontwikkelde dvd’s.
In Malawi volgen mannen cursussen over vrouwenrechten en worden ze geprikkeld om te reflecteren op hoe een man zich zou moeten gedragen, waarbij ook aandacht is voor hiv/aids. Meer dan een miljoen mensen in Malawi heeft hiv en dat komt volgens de initiatiefnemers van dit project onder meer door een scheve machtsverhouding tussen mannen en vrouwen.
Het gevaar is dat vrouwen, door mannen, worden geframed als slachtoffers
Rutgers, het Nederlandse kenniscentrum voor seksualiteit, werkt voor het project MenCare+ samen met partners in Brazilië, Indonesië, Rwanda en Zuid-Afrika. De doelgroep bestaat uit jonge vaders. Zij gaan met elkaar in gesprek over mannelijkheid (je hoeft niet altijd stoer te zijn!), relaties en seks. Een van de positieve resultaten is volgens Rutgers dat vaders meer betrokken raken bij de zorg voor hun kinderen.
Een folder van MenCare . Foto: link
Framen
Er gebeurt een hoop. Met wat je op internet allemaal vindt, kun je een dikke ordner vullen. Toch is er volgens Renée Römkens, directeur van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, nog een wereld te winnen. Wederzijds respect moet nog meer centraal staan: “Het moet niet zo zijn dat meisjes zelfverdedigingsles krijgen en de jongens tegelijkertijd buiten mogen spelen – helaas is dit soms nog wel de praktijk.” Ook Römkens merkt trouwens dat steeds meer mannen in actie komen tegen vrouwengeweld.
Geuskens is blij met de participatie van mannen, maar ziet ook risico’s: “Het gevaar is dat vrouwen door mannen, bewust of onbewust, worden geframed als slachtoffers. Daar schiet de vrouwenrechtenbeweging niets mee op, omdat je dan juist de traditionele genderrollen versterkt. Of de inzet van mannen nuttig is, hangt er dus mede van af of vrouwen de ruimte krijgen om een stem te geven aan hun ervaringen, en de leiders te zijn in hun strijd en strategiebepaling.”