Bij de 31e herdenking van de Decembermoorden in Paramaribo, stond de felle aanklacht tegen de Amnestiewet centraal. Deze Amnestiewet verleent aan alle verdachten gratie, waardoor het 8 december strafproces stil is komen te liggen. Diverse sprekers van verschillende geloofsgezindten gaven aan dat recht moet geschieden door de waarheid over de toedracht en voltrekking van moorden te achterhalen. Ik sprak met een verdachte in het opgeschorte 8 december strafproces, Ruben Rozendaal.
Bij iedere herdenking valt mij op dat aangedrongen wordt op het recht van de nabestaanden. Dat zij genoegdoening moeten krijgen. Dat klopt natuurlijk als een bus. Maar ik heb mij altijd afgevraagd hoe het zit met het recht van verdachten. Vooral degenen die mogelijk onschuldig zijn en formeel sinds 30 november 2007, de dag dat het 8 decemberstrafproces begon, in de beklaagdenbank zitten.
[[{“fid”:”23048″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:1200,”width”:1600,”style”:”width: 200px; height: 150px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
Zo iemand is Ruben Rozendaal. Eén van de voorhoedespelers in de Groep van Zestien ten tijde van de coup. Hij was afgelopen zondag voor de derde keer aanwezig bij de herdenkingsdienst in Paramaribo.
Die middag heb ik samen met hem doorgebracht. Niet toevallig. Ik ben bezig met een boek over zijn leven, met uiteraard als focus, de coup en de decembermoorden, en zijn vriendschap met Bouterse. Het gaat moeizaam. Rozendaal is na 31 jaar veel vergeten of haalt zaken door elkaar. En ik zelf moet worstelen om alle zaken goed op een historisch juiste rij te zetten.
Vaderlandsliefde en Amnestiewet
‘Recht en waarheid maken vrij. Al wat goed is te betrachten. Dat geeft aan ons land waardij.’ Deze woorden zitten in het volkslied dat menig Surinamer regelmatig uit volle borst meezingt. Aan vaderlandsliefde schort het, als ik de mensen hier in Suriname mag geloven, bijna niemand. Wel aan een gebrek aan recht en waarheid en rechtvaardigheid. Dat stelden de voorgangers en andere sprekers tijdens de 31ste herdenking van de Decembermoorden.
De Amnestiewet van 12 april 2012 werd flink onder vuur genomen. Pandit Baldew stelde zelfs dat het de rechtstaat Suriname naar de verdoemenis heeft geholpen. Trias Politica, de scheiding der machten, is door aanname van deze wet vertrapt. Verdachten zijn in een positie geweest om zichzelf gratie te verlenen tijdens een lopend strafproces.
Als gedisciplineerd militair heeft Rozendaal altijd de opdrachten van zijn meerderen uitgevoerd, verklaart hij herhaardelijk tegen mij en al eerder in de rechtbank. Gemoord heeft hij nooit verzekerde hij mij, en voor de Krijgsraad verklaarde hij dit ook al eerder. Hij wordt in de wandelgangen ook beschuldigd van drugsactiviteiten, maar is daarvoor nooit aangemerkt als verdachte en ontkent deze beschuldiging dan ook categorisch.
Onschuldig
Rozendaal zegt onschuldig te zijn. En hij wil dat bevestigd krijgen voor een rechtbank. Hij en ook enkele andere verdachten willen juist wel dat het 8 december strafproces zo snel mogelijk doorgaat.
Over de verdachten gaan veel verhalen rond. Wat waar is zou juist het 8 december strafproces moeten uitwijzen. In de bewuste nacht van 7 op 8 december 1982 was Rozendaal een van de ophalers. Hij heeft André Kamperveen en vakbondsvoorzitter Fred Derby opgehaald en afgeleverd in het Fort Zeelandia. “Meer weet ik niet.”
Uiteraard weet ook Rozendaal wat er gebeurt is, maar wat hij bedoelt is dat hij er niet bij was toen de moorden gepleegd werden. Uit zijn verhaal, en dat van anderen, begrijp ik dat de mastermind(s) van de coup briljant heeft/ hebben gehandeld. De verschillende schakels wisten niet van anderen waar zij mee bezig waren of wat voor taak ze hadden. Rozendaal, nu nier- en suikerpatient, wil maar al te graag van de smet van verdachte af. Zeker ook omdat hij ondanks zijn ziekte, voor zichzelf nog een florissante toekomst in het vooruitzicht ziet als ondernemer.
Hoop en Geduld
Voor de nabestaanden en anderen zit er niets anders op dan “Hoop en Geduld” te hebben dat ooit eens recht en waarheid zullen plaatsvinden, aldus pater Karel Choennie. Zonder Hoop en Geduld is de strijd al verloren, betoogden ook andere geestelijken bemoedigend tijdens de herdenkingsdienst. Het acht decemberproces moet doorgaan. De amnestiewet moet worden teruggedraaid.
Acht december verscheurt Suriname. André Kamperveen, mijn grootoom, het halfbroertje van mijn oma Helène de Randamie- Meynaar, beiden kinderen van wijlen Willem Leeflang, was één van de 15 acht december slachtoffers. Ten tijde van de moorden zat Frank Leeflang in de regering als minister van Binnenlandse Zaken. Frank is weer een halfbroer van mijn oma en André, want Willem Leeflang was ook zijn vader. Het valt te raden wat deze 8 december heeft betekent en nog betekent voor mijn familie. Ruzie, haat en nijd is er overigens binnen onze familie niet. Nooit geweest ook.
Wat André Kamperveen en Frank Leeflang gemeen hebben behalve hun vader, is dat ze net als vele anderen aanvankelijk in de Revolutie hebben geloofd. Net alle andere acht december slachtoffers overigens. Kamperveen was tot enkele maanden voor zijn dood minister van Sport- en Jeugdzaken.
Jozef Slagveer en Staatsvijandschap
Na afloop van de dienst zondag kreeg mijn dochtertje van zeven – die ik voor het eerst naar de herdenking had meegebracht- een ruikertje in haar handen met daarop de naam, Jozef. Jozef Slagveer was net als André Kamperveen ook media-eigenaar geweest. Kamperveen via zijn radiostation ABC. Slagveer via zijn blad Actueel en persbureau Informa. Jozef Slagveer was aanvankelijk woordvoerder van de militairen, maar keerde zich tegen hen toen hij dingen ontdekte die niet door de beugel konden. Zaken die het recht schonden. Om die reden zijn ze vermoord.
Hun moordenaars zagen hen als Staatsvijanden omdat de 15 slachtoffers niet langer aan de kant van de militaire machthebbers stonden, maar kritiek uitten op handelingen door hen gepleegd. In een ware democratie mag je kritiek hebben. Sterk vond ik het toen Barack Obama bij de herdenkingsdienst van Nelson Mandela dinsdag aangaf dat veel staatsleiders Mandela zeggen als voorbeeld te hebben, maar in de praktijk in hun eigen land geen tegenspraak, geen kritiek dulden.
Vluchten hoef ik als journalist anno 8 december 2013 niet. En de kans dat ik vermoord wordt, is klein. Tegenwoordig sterf je als Staatsvijand een andere dood. Er wordt gepoogd je monddood te maken. Het meest recente incident. Maandag, de dag na de 31ste herdenking, kwam een item over de Herdenkingsdienst in het 10 Minuten Jeugdjournaal voorbij. Staatszender STVS zette de uitzending stop. Achteraf bleek het geen opdracht van hogerhand, beweerde directeur Shirley Lackin. De uitzending zou door iemand van de programmadienst zijn stopgezet.
Kans dat je brodeloos wordt gemaakt, heb je als staatsvijand ook. Is het toeval dat ik voor mijn werk bij CARIFESTA XI, als projectleider van de kick-off op 27 juli, nog altijd de helft van mijn honorarium moet ontvangen? Je weet het niet. Als men je iets aandoet, gebeurt dat heel subtiel. Waardoor je er niet echt de vinger op kan leggen.
Wel duidelijk is, is dat het geen toeval is dat op het sociale vlak heel wat mensen het contact met mij tot het strikt noodzakelijke beperken. Met een openlijke Staatsvijand zoals de geestelijke van president Bouterse, Steve Meye alle critici van de amnestiewet vorig jaar op een podium op het Onafhankelijkheidsplein noemde, willen weinigen geassocieerd worden. De groep Staatsvijanden blijft daarom relatief klein.
Men is het misschien met je eens, maar uit geen openlijke kritiek uit angst voor represailles. Voor mij is dit een teken aan de wand. Namelijk dat het anno 2013 beslist nog niet goed zit met de vrijheid van meningsuiting en dus de werking van de democratie, in Suriname.
Voor Recht en Waarheid
Ik ben geen staatsvijand. Dat is niemand die tegen de amnestiewet is. Dat is niemand die voor voortzetting van het 8 december strafproces is. De Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV), stichting 8 December, de geestelijken zoals pater Choennie, de nabestaanden van de slachtoffers, de media die zich uitspreken voor voortgang van het process en tegen de amnestiewet. Ze zijn geen staatsvijanden. Ze zijn Surinamers die het beste met Suriname voor hebben en willen dat het goed gaat met het land.
Ze doen niets om de ontwikkeling of de vooruitgang van Suriname te ondermijnen en zijn niet bezig met het plannen om het wettelijk en uitvoerend gezag omver te werpen. Ze uiten slechts kritiek op handelingen gepleegd door deze en gene en pleitten dat recht en waarheid moet geschieden.
De vijftien die zijn vermoord, steunden aanvankelijk de coupplegers. Zij waren in de eerste plaats burgers van Suriname die er alles aan deden om het land vooruit te helpen. Ze geloofden toen nog in de goede bedoelingen van de revolutie.
Tegelijkertijd waren de woorden in het Surinaams volkslied voor hen absoluut geen loze woorden .
[[{“fid”:”23049″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:240,”width”:320,”style”:”width: 200px; height: 150px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
‘Recht en waarheid maken vrij.’ Er vonden alsmaar meer misstanden plaats. Kamperveen, Slagveer en de andere dertien acht decemberslachtoffers konden vanuit hun moraal en principes niet anders dan ageren tegen onrecht en misdaad.
Hoe dit kan? Het kan omdat ze in de eerste plaats loyaal waren aan het wel en wee van het land en volk Suriname en recht en waarheid hoog in het vaandel droegen.
Niet meer bang
Rozendaal en Bouterse waren tot lang na de Decembermoorden goede maatjes. “We gingen regelmatig samen vissen.” Tegenwoordig grijpt Rozie elk moment, elk incident, aan om te ageren tegen zijn mati van weleer. Dat Bouterse iemand is die staat voor “lafhartigheid” en “onrecht” en “leugen” en “het lef heeft om naar de begravenis van Nelson Mandela af te reizen”. “Mandela was juist Iemand die stond voor integriteit, recht en waarheid! Ik hoop dat de Amerikanen hem oppakken!” fulmineert Rozendaal, die er maar niet over uit kan dat de president van Suriname naar Zuid-Afrika is afgereisd.
Als ik hem vraag hoe het kan dat hij toch nog lang met Bouterse bleef bemoeien, terwijl hij in maart 2012 nog een uiterst belastende verklaring tegen hem heeft afgelegd in de rechtbank –een verklaring die volgens Rozendaal directe aanleiding was voor de amnestiewet van april 2012– antwoord Rozie dat hij al veel eerder bewust was dat wat zijn voormalige makkers deden, niet door de beugel kon. “Maar ik kon er niet zomaar uitstappen. Ik zou gezien worden als een verrader en net als zovele anderen zijn vermoord. Het gaat niet alleen om die 15 die zijn vermoord weet je. Het zijn er veel meer.”
Tegenwoordig is Rozendaal niet meer bang. Misschien omdat hij de dood al vaker in de ogen heeft gekeken, en omdat er van al zijn bezittingen en rijkdom niets meer over is. Qua gezondheid is hij ook in de lappenmand. Dus iets te verliezen heeft hij niet.
Geen OAS Waarheids-en Verzoeningscommissie[[{“fid”:”23050″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:240,”width”:320,”style”:”width: 200px; height: 150px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
Net als de OGV, de nabestaanden en alle andere critici van de amnestiewet, is Rozendaal blij dat nu blijkt dat de Organisatie van Amerikaanse Staten, OAS, niet meewerkt aan de oprichting van een Waarheids- en Verzoeningscommissie in Suriname. Dit hadden exponenten van de huidige regering, eerder wel gesuggereerd. Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, kwam met deze onthulling nadat hij van de OAS hierover een schrijven had ontvangen.
Voor Rozendaal en andere verdachten die claimen onschuldig te zijn, speelt natuurlijk dat ze bij naleving van het recht, de waarheid zal uitkomen waardoor ze verdachte af zullen zijn en dan eindelijk hun naam kunnen zuiveren. Net zoals afronding van het 8 december proces, eindelijk recht en waarheid zal verschaffen aan de nabestaanden van de slachtoffers.
Het ziet er niet naar uit dat het proces binnen afzienbare tijd zal worden opgestart. En bij voortzetting van het proces zal het niet snel tot een afronding komen. Alleen al aan het optekenen van het verhaal van Rozendaal heb ik mijn handen vol. Voor de Krijgsraad is een ontwaring van de feitelijke gebeurtenissen -dus zonder emotie en zonder politiek- bijna onbegonnen werk, maar beslist niet onmogelijk.
Met volharding, hoop en geduld en een onverwoestbaar vertrouwen in de Almachtige, zoals de geestelijken zondag bij de herdenking aangaven, is alles mogelijk.
Beeld: Nancy de Randamie