“Het was take it or leave it, anders kon ik uitstappen
Afspraken werden gemaakt en Alexander stapte met zijn rugzak vol dromen in het busje van Chocko. Dag Bulgarije. Er stapten meer mensen in. Onderweg, ergens in Oostenrijk, veranderde de sfeer in het busje. Chocko vertelde ineens dat de beloofde kantoorbaan niet doorging, maar hij had meteen een oplossing, een ander bedrijf was wel op zoek naar komkommerplukkers. “Het was take it or leave it. Anders kon ik uitstappen.”
“HANDHAVING: Marco Smits, Arbeidsinspecteur Inspectie SZW
Marco Smits, al vijftien jaar Arbeidsinspecteur bij de Inspectie SZW, merkt dat de groeiende aandacht voor arbeidsuitbuiting vruchten begint af te werpen. Gemeenten zijn alerter, hebben meer kennis over arbeidsuitbuiting en daarbij behorende signalen. De vele partijen ‘in de keten’ weten elkaar steeds beter te vinden.
Smits: “Arbeidsmigranten raken door corona niet alleen hun werk maar vaak ook hun onderkomen kwijt. Daar maak ik me zorgen over. Tijdelijke arbeidscontracten worden soms geantidateerd, waardoor ze van de ene op de andere dag zonder werk zitten en geen recht op een uitkering hebben.”
Uitbuiting komt in alle sectoren voor, zegt hij. “Voor strafrechtelijk onderzoek moet je een sterke indicatie hebben dat strafvervolging daadwerkelijk mogelijk is. Maar met de bestuurlijke aanpak kunnen we veel, als toezichthouder mag je op heel veel plaatsen in Nederland de wet controleren.” De Inspectie SZW richt zich de afgelopen jaren daarom steeds meer op die bestuurlijke aanpak van uitbuiting én ernstige benadeling. De afgelopen drie jaar is het projectteam van Smits uitgebreid van vier naar negentien inspecteurs. Met meer controles als gevolg.
De inspecteurs van SZW sluiten vaak aan bij brede gemeentelijke controles, waarbij ze samen met politie en andere toezichthouders op pad gaan. Zo was Smits bij een grote huisvestingcontrole in de gemeente Zaanstad. “In een eengezinswoning troffen we negen Bulgaren en een Turk aan. Volgens het BRP stonden daar slechts twee mensen ingeschreven.” Een rechtstreeks gevolg van de RNI-problematiek – arbeidsmigranten kunnen zich bij de negentien RNI (Registratie Niet-Ingezetenen)-balies in Nederland voor vier maanden inschrijven en hoeven geen adres in Nederland op te geven. Uitschrijven gebeurt zelden. Van de 2,3 miljoen ingeschreven migranten is niet duidelijk waar ze zijn. “De druk om dit te veranderen neemt gelukkig ook vanuit de politiek toe.”
Gemeentelijke controle
Tijdens zo’n gemeentelijke controle probeert Smits te achterhalen waar de bewoners werken, hoeveel uren ze maken en wat ze betaald krijgen. “Soms willen ze dat niet zeggen en dan schrijf ik het minimumuurloon op en laat dat zien. Zit het daaronder? Dan is het misschien toch goed om met me te praten.” De angst bij arbeidsmigranten is vaak groot. “Ik probeer ze altijd uit te leggen dat ik er voor hen ben. We zijn in Nederland, hier gelden de Nederlandse wetten en regels. Er zijn patrons die 300 euro per maand voor een oud matras vragen en werknemers verplichten om bij hen boodschappen te doen. Tandpasta voor belachelijke prijzen.”
Het gebeurt volgens Smits ook steeds vaker dat arbeidsmigranten hun identiteitsdocumenten moeten inleveren bij de uitzendbureaus voordat ze aan het werk worden gezet. “Dat zou nodig zijn voor het opmaken van de arbeidscontracten. In werkelijkheid worden deze ID-documenten achtergehouden zodat ze kunnen dienen als onderpand.” De kosten van de reis vanuit het thuisland worden vaak voorgeschoten door de werkgever of bemiddelaar en moeten na aankomst in Nederland eerst worden terugverdiend. “Dat wordt ook als dwangmiddel ingezet om te voorkomen dat ze – wanneer het vieze of zware werk niet bevalt – meteen weer terug naar huis keren. Dit soort praktijken zijn absoluut niet toegestaan, maar zo worden mensen volledig afhankelijk gemaakt.”
“We waren echt niet vrij om te gaan en staan waar we wilden
“OPSPORING: Els Martens, officier van justitie
“Er moet veel meer zicht komen op arbeidsmigranten in Nederland”, zegt officier van justitie Els Martens, portefeuillehouder mensenhandel bij het functioneel parket en lid van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten.
De media stonden er eerder dit jaar vol van. Corona zet de kwetsbare positie van ruim 400.000 arbeidsmigranten in Nederland flink in de schijnwerpers. Arbeidsmigranten die onder druk werden gezet om zelfs met klachten aan het werk te blijven. Het aanjaagteam, onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer, legde in korte tijd allerlei misstanden bloot en kwam met verschillende aanbevelingen om arbeidsmigranten beter te beschermen.
Veel arbeidsmigranten zijn zowel voor werk als voor slaapplaats afhankelijk van een uitzendbureau. “Die dubbele afhankelijkheid is een serieus knelpunt, waardoor mensen in een uitbuitingspositie terecht kunnen komen”, zegt Martens. Toch is het aantal zaken dat voor de rechter komt laag. “Arbeidsuitbuiting is een heel ernstig delict, waarbij echt sprake moet zijn van dwang, geweld of misbruik maken van iemands kwetsbare positie. Dan praat je over moderne slavernij.” Niet alle schrijnende situaties vallen daaronder. Uitbuiting is vaak lastig te bewijzen en bovendien zien slachtoffers zichzelf meestal niet als slachtoffer.
Maar het lage aantal zaken en veroordelingen voor arbeidsuitbuiting mag volgens de officier van justitie geen reden zijn om de andere kant op te kijken. “Slecht werkgeverschap is ook ernstig. Mensen die te veel uren maken, die 100 euro voor een matras per week moeten betalen. Daar moet een gevoel van urgentie over ontstaan. Daar kan veel actiever tegen worden opgetreden.”
Niemand heeft deze mensen in beeld
En dat is een ander knelpunt. Er zijn nogal wat toezichthouders en handhavers betrokken bij deze problematiek. Naast gemeentelijke handhavers ook de Inspectie SZW voor het toezicht op de werkvloer, de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA), de GGD. Het advies van het aanjaagteam is om Veiligheidsregio’s het voortouw te laten nemen en een regionale analyse te maken ‘op basis van beschikbare informatie van alle toezichthouders’. Voldoende capaciteit bij de handhaving – waar het nu nog wel aan schort – is daarbij cruciaal.
Om beter te kunnen opsporen en handhaven moet er volgens officier Martens veel meer zicht komen op arbeidsmigranten in Nederland. Arbeidsmigranten die korter dan vier maanden in Nederland wonen kunnen zich sinds 2014 bij een van de negentien RNI-balies (Registratie Niet Ingezetene) inschrijven. Ze krijgen een BSN-nummer en een huisadres in het land van herkomst volstaat. Uitschrijven blijft meestal achterwege, met als gevolg dat niemand weet hoeveel arbeidsmigranten daadwerkelijk in Nederland wonen en werken.
“Niemand heeft deze mensen in beeld”, zegt Martens. “Waar ze werken, verblijven en hoe ze behandeld worden. Voordat het RNI er was konden gemeenten sneller zien dat er op een adres twintig mensen stonden ingeschreven, nu is dat totaal onduidelijk. Dat moet je echt ter plekke gaan controleren.” Inmiddels werken verschillende ministeries en de Inspectie SZW aan een plan om de registratie van arbeidsmigranten te verbeteren. ‘Als OM juichen we dat van harte toe.”
Maar er is meer nodig om de situatie van arbeidsmigranten te veranderen, stelt ze meteen. “Ik vergelijk het elke keer met een enorme kluwen wol. Met verschillende partijen moeten we tegelijkertijd aan een touwtje trekken om deze kluwen te ontwarren.” Kortom: samenwerken en actie op allerlei terreinen.
Het is zeker niet de eerste keer dat de noodklok over de positie van arbeidsmigranten wordt geluid, weet Martens. “Er spelen veel verschillende belangen. Het komt uiteindelijk neer op de vraag: wat is het ons waard? Wie gaat dit betalen? Het kost nu eenmaal geld, als je de wereld fatsoenlijk wilt hebben.”
‘Ik ben hier de baas. Ik bepaal’
“Ik liet me niet zomaar wegsturen, ik had zoveel uren niet uitbetaald gekregen
Op een dag barstte de bom. Chocko maakte ruzie met een gezin met twee kinderen. De kinderen werkten te langzaam, de familie klaagde te veel. “Hij wilde de familie op straat zetten. Ik werd kwaad, schaarde me achter het gezin. Wat moesten zij doen op straat?”
Terwijl de familie vertrok, richtte Chocko zijn woede op Alexander en dreigde hem ook buiten te zetten. “Ik liet me niet zomaar wegsturen, ik had zoveel uren niet uitbetaald gekregen. Maar hij weigerde. We hadden natuurlijk ook niets op papier.”
“PREVENTIE: Raymond Venema, Ketenregisseur mensenhandel
Oud-politieagent Raymond Venema werkt sinds april 2019 als ketenregisseur mensenhandel in de Gooi- en Vechtstreek. Hij begon met praten. Met verhalen over oude zaken, over angstige slachtoffers. Hij sprak met bestuurders, ambtenaren, hulpverleners, huisartsen, leerkrachten.
Jarenlang waren de Amsterdamse wallen zijn werkterrein. Als voormalig rechercheur mensenhandel en coördinator van het prostitutieteam weet hij als geen ander hoe mensenhandel er in Nederland uitziet. Hij sprak met talloze potentiële slachtoffers, leidde jonge collega’s op en was praktijkcoach en examinator bij de Politieacademie op de onderwerpen prostitutie en mensenhandel. Nu werkt hij als ketenregisseur mensenhandel in de regio Gooi en Vechtstreek, in totaal acht gemeenten.
Als ‘spin in het web’ vertaalt hij beleid naar praktijk en opereert hij op het snijvlak van veiligheid en zorg. “Ik werk nauw samen met de zorgcoördinator en we zijn een jaar terug bij het begin gestart: waar hebben we het over? Wat is mensenhandel nu precies? Mensenhandel, dat is iets van de grote stad, denken veel mensen. Seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting: het komt overal voor. Ook in de kleinste dorpen, maar je moet er wel naar op zoek.”
Struisvogelpolitiek
Naast preventie, voorlichten en netwerken doet Venema regelmatig onderzoek naar aard en omvang. Seksadvertenties worden nagelopen, meldingen onderzocht. Na allerlei verontrustende signalen werd een zogeheten handhavingsestafette onder massagesalons opgezet. Ruim dertig salons in de regio kregen onverwacht bezoek van een groot team van toezichthouders en politie. Naast ketenregisseur Venema en politie sloten ook toezichthouders en inspecteurs van de Inspectie SZW, het UWV, sociale recherche en milieu- en bouwtoezicht zich bij de controles aan. “Een mooi voorbeeld van samenwerking.”
Al die extra aandacht heeft effect. In de periode van maart tot december 2019 werden in totaal 36 verdachte situaties van mensenhandel onderzocht, in 2016 waren dat er over een heel jaar 7.
“Dit is nog maar een topje van de ijsberg. Daarom is het zo belangrijk dat niet alleen professionals, maar ook inwoners letten op signalen.” Hij vertelt over een zaak die aan het rollen kwam door een oplettende voorbijganger. Die zag twee vrouwen – zonder helm of beschermende kleding – uren werken op een bouwplaats, vertrouwde het niet en belde de politie. De vrouwen woonden in een asielzoekerscentrum en bleken buiten het azc door een man geronseld te zijn. De man beweerde dat het juist voor hun toekomst in Nederland goed was om werkervaring op te doen, ze zouden 4 euro per uur krijgen en kregen een fles water en twee boterhammen per dag. “De vrouwen hebben later aangifte gedaan, de zaak loopt nog.”
Gemeenten die nog volhouden dat mensenhandel in hun gemeente niet speelt, doen volgens Venema aan struisvogelpolitiek. “Je moet anders durven te kijken, anders zie je niets.”
‘Het maakte me allemaal niets meer uit, ik ging liever naar de gevangenis dan de straat op’
“Ik had in Bulgarije nog nooit van arbeidsuitbuiting gehoord, er worden daar zoveel mensen uitgebuit
Na de verklaringen hoorde Alexander dat hij en zijn collega’s slachtoffers waren van mensenhandel. Glimlachend: “Ik schrok, dacht meteen aan prostitutie. Ik had in Bulgarije nog nooit van arbeidsuitbuiting gehoord. Er worden daar zoveel mensen uitgebuit.”
“ZORG & OPVANG: Romaike Zuidema, FairWork
“Mensenhandel kun je makkelijk negeren, maar hoe beter je zoekt, hoe meer ellende je tegenkomt”, stelt Romaike Zuidema van de stichting FairWork, die zich inzet tegen moderne slavernij in Nederland. Zuidema traint professionals – veelal ambtenaren – in het herkennen van signalen van mensenhandel, van arbeidsuitbuiting.
Het coronavirus heeft de kwetsbaarheid van arbeidsmigranten in de schijnwerpers gezet. De aandacht voor de slechte huisvesting, de afhankelijke positie van de werkgever is gegroeid. En dat geldt ook voor het aantal trainingen aan professionals. Een van de voorwaarden die FairWork aan deelnemende gemeenten stelt, is dat er een aandachtsfunctionaris mensenhandel is aangesteld. “Anders heeft het geen zin. Je kunt wel signaleren maar er moet vervolgens ook iets gedaan worden met die meldingen.” De aandachtsfuctionaris, die toegankelijk en zichtbaar is binnen de gemeentelijke organisatie, verzamelt alle meldingen. “Elk signaal kan de puzzel compleet maken”, vertelt Zuidema deelnemers altijd.
Belangrijk is ook dat de leidinggevenden bij de gemeente de urgentie en noodzaak van de aanpak van mensenhandel erkennen. “Baliemedewerkers bij burgerzaken moeten de ruimte krijgen om bijvoorbeeld door te vragen of even te overleggen met een collega als ze vermoeden dat er iets aan de hand is. Dat kost tijd.”
Zelfbeeld van slachtoffers
Wanneer een signaal eenmaal leidt tot een inval, is het vervolgens cruciaal dat de gemeente met de zorgcoördinator mensenhandel afspraken heeft gemaakt over de opvang van de slachtoffers. “Anders staan slachtoffers ineens op straat. Juist die meervoudige afhankelijkheid van de werkgever op het gebied van werk en wonen maakt deze groep zo kwetsbaar.”
Ook het feit dat slachtoffers zichzelf vaak niet zo zien, maakt arbeidsuitbuiting complex. De morele verontwaardiging over moderne slavernij is volgens Zuidema veel lager dan over bijvoorbeeld seksuele uitbuiting. “Slachtoffers van arbeidsuitbuiting worden minder zielig gevonden: ‘ze verdienen hier in de landbouw of horeca meer dan in het land van herkomst’, klinkt het dan. Maar we hebben in Nederland jaren gestreden voor arbeidsrechten en die gelden voor iedereen die in dit land werkt.”
Ze benadrukt dat wanneer gemeenten alerter reageren op verdachte signalen van arbeidsuitbuiting, vaak meer misstanden boven tafel komen. “Denk aan huiselijk geweld, fraude en andere ellende. De bijvangst is vaak groot.”
“Hij ontkende natuurlijk alles in de rechtbank
Dit verhaal maakt deel uit van de longread Onzichtbaar | Mensenhandel in Nederland, gemaakt door fotograaf Bas Losekoot en journalist Jessica Maas in opdracht van CoMensha, Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel en de VNG. De longread is bedoeld voor gemeenten, bestuurders en alerte burgers die samen het verschil willen maken in de aanpak van mensenhandel in Nederland.
Wil je meer weten over mensenhandel of een (mogelijk) slachtoffer aanmelden? Neem contact op met CoMensha via 033 448 11 86, bereikbaar van 09.00 – 17.00 uur, info@comensha.nl of met het Meldpunt Uitbuiting Minderjarigen, www.melduitbuitingminderjarigen.nl
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand