Geleg Tsering liet in zijn geboortedorp in de Indiase Himalaya een nieuwe waterput aanleggen. Hij betaalde een ingenieur met geld dat hij via zijn stichting Kunphen had ingezameld. Nu blijkt het oppompen van het water duurder dan verwacht. Bovendien levert de nieuwe put minder water op dan voorspeld. Op wie kan ik de kosten verhalen?, vroeg Tsering aan de MyWorld-lezers.
De eerste reacties weerspiegelden de twijfels van Geleg Tsering. Moet hij nu wel, of juist geen, stappen ondernemen tegen de ingenieur? Een lezer raadt expliciet het af: “Als je de ingenieur aansprakelijk stelt voor de geleden schade, verplaatst het probleem zich van de ingenieur naar een advocaat. Dat kan stichting Kunphen nog meer geld kosten.” Een tweede lezer adviseert om een PUM-ingenieur (vrijwillige Nederlandse Senioren-experts) naar de pomp te laten kijken. Een interessante optie, vindt Tsering. Al vraagt hij zich af welke kosten daaraan verbonden zijn. Hij kan de verblijfskosten van zo’n ingenieur vergoeden, maar de stichting heeft geen geld voor een vliegticket.
Het advies van een volgende briefschrijver is inmiddels door Tsering opgevolgd. Hij maakt nu onderscheid tussen het waterprobleem en het geldprobleem. “We laten de kwestie met de ingenieur achter ons en kijken vooruit.” Het plan is om rivierwater af te tappen richting het dorp. Dat water is niet schoon genoeg om te drinken, maar de bewoners kunnen zich er wel mee wassen.
Stichting Kunphen wil het watertekort helemaal oplossen door de oude putten te laten schoonmaken. Ontwikkelingsorganisatie Cordaid kan misschien de helft van de kosten dekken. Tsering zoekt nu naar een manier om de andere helft te financieren. “Van mijn moeder leerde ik veel over mededogen. Ik blijf daarom proberen de mensen in mijn dorp te helpen.”