In 2003 heeft de Afrikaanse Unie afgesproken om binnen vijf jaar de landbouwinvesteringen te verhogen tot minimaal 10 procent van het Bruto Nationaal Product. Die afspraken zijn vastgelegd in de zogeheten Maputo Declaration. “Dit verdrag leek veelbelovend. Nadat de landbouw in ontwikkelingslanden 20 jaar lang was verwaarloosd, leek bij de leiders eindelijk het belang van deze sector doorgedrongen te zijn”, zegt Van Dillen. “Maar ze komen hun eigen beloftes maar mondjesmaat na.”
Het rapport Investing in agriculture: Implementing the 2003 Maputo Declaration of the African Union is vandaag aangeboden aan Kathleen Ferrier, CDA-kamerlid en opsteller van de CDA-notitie Van hulp naar investeren. |
Uit het Cordaid onderzoek Investing in agriculture: Implementing the 2003 Maputo Declaration of the African Union blijkt dat alleen Malawi de laatste jaren structureel meer dan 10 procent aan landbouw uitgeeft. Veel landen hebben op papier ambitieuze plannen uitgewerkt, maar uitvoering en financiering blijven sterk achter. En dat terwijl de honger en armoede in een groot deel van Afrika sinds 2003 alleen maar zijn toegenomen. Meer dan 70 procent van de armen in Afrika woont op het platteland en is afhankelijk van de landbouw. De meeste boeren beschikken over twee hectare land om hun eigen voedsel te verbouwen en eventueel extra opbrengsten te verkopen. Opvallend is dat zestig tot tachtig procent van al het Afrikaanse voedsel wordt geproduceerd door vrouwen.
Cordaid ondersteunt belangenorganisaties van kleine (agrarische) producenten in Kameroen, Ghana, Zambia, Malawi, Oeganda en Tanzania, verenigd in GRASP. Van Dillen: “Samen blijven wij ons inzetten voor een landbouwbeleid dat ten goede komt aan duurzame, kleinschalige landbouw. In Afrika en daarbuiten moet het besef doordringen dat kleine producenten essentieel zijn voor armoedebestrijding en lokale voedselvoorziening. Daar is veel geld voor nodig. Daarom moeten zij speerpunt zijn van nationaal overheidsbeleid en moeten internationale donoren hen steunen.”