Ruim 5000 mensen vanuit de hele wereld reizen op 13 juli af naar de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Daar praten ze een week lang over het financieren van ontwikkeling. Volgens velen is deze conferentie ‘van levensbelang voor de toekomst van onze planeet’. Wat gaat er precies gebeuren? OneWorld legt het uit.
In de aanloop naar de top in Addis Abeba maakt OneWorld je wegwijs in de wereld van het geld. Hoe zit het met belastingontwijking van multinationals? Wie zijn eigenlijk de grootste filantropen?
Volg onze Maand van het Geld met de hashtag #MvhG op Twitter en bekijk alle artikelen in ons dossier.
Wat gaat er gebeuren in Addis Abeba?
Regeringen, bedrijven en maatschappelijke organisaties gaan samen op zoek naar de biljoenen die nodig zijn voor duurzame ontwikkeling. Van 13 tot en met 16 juli vindt er een internationale conferentie over de financiering van armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling plaats, de ‘Financing for Development Conferentie’ of ‘FFD3’.
Waarom is de conferentie zo belangrijk?
“Het jaar 2015 is het belangrijkste jaar sinds de oprichting van de Verenigde Naties”, schreef VN Secretaris-Generaal Ban Ki-moon in december vorig jaar. Volgens hem kunnen we dit jaar geschiedenis schrijven. Naast de top in Addis Abeba zijn er namelijk nog twee belangrijke momenten: de nieuwe internationale ontwikkelingsagenda wordt vastgesteld tijdens de Algemene Vergadering van de VN in september in New York, en de klimaattop COP21 vindt in december plaats in Parijs.
Die nieuwe ontwikkelingsagenda, ook wel de ‘post-2015 agenda’ of duurzame ontwikkelingsdoelen genoemd, zal de op armoedebestrijding gerichte millenniumdoelen opvolgen. De nieuwe agenda richt zich op duurzame ontwikkeling voor alle landen ter wereld. Naast doelen voor het beëindigen van extreme armoede en honger, zijn er voorgestelde doelen over schonere energie voor iedereen, duurzame consumptie en het tegengaan van vervuilde oceanen. De nieuwe doelen gaan dus over meer dan ontwikkelingshulp alleen. En daar is veel meer geld voor nodig. Zonder dat geld kunnen de doelen niet verwezenlijkt worden. Daarom is het zo belangrijk dat er in Addis Abeba financiële afspraken worden gemaakt.
Om hoeveel geld gaat het?
Rijke landen geven gezamenlijk ongeveer 130 miljard dollar uit aan ontwikkelingshulp per jaar. Om de duurzame ontwikkelingsdoelen te betalen is volgens schattingen twee tot drie biljoen dollar per jaar nodig. Dat is ongeveer 4 procent van het mondiale BNP.
Om de duurzame ontwikkelingsdoelen te betalen is twee tot drie biljoen dollar per jaar nodig
Het is lastig om een precieze inschatting te maken van hoeveel geld er nodig is, omdat een deel van dit geld nodig is om de gevolgen van klimaatverandering te financieren. Die kosten zijn afhankelijk van klimaatbeleid – des te sneller er geïnvesteerd wordt in de aanpak van klimaatverandering, des te lager de kosten. Als we langer wachten vallen die kosten hoger uit: het is vaak goedkoper om milieuvervuiling te voorkomen dan om de schade op te ruimen.
Ontwikkelingslanden hebben minimaal 800 miljard dollar nodig voor armoedebestrijding en om zich te weren tegen en aan te passen aan klimaatverandering, bijvoorbeeld door droogtebestendige landbouw. De rest van de twee à drie biljoen dollar is nodig voor een wereldwijde aanpak van duurzaamheidsvraagstukken. Dat is dus ook in ons belang. De huidige 130 miljard dollar aan ontwikkelingshulp en de 100 miljard dollar die is toegezegd als klimaatgeld (al zit dat geld nog lang niet in het potje), zijn dus veel te weinig.
De trillion dollar question op de agenda in Addis: waar vinden we biljoenen voor duurzame ontwikkeling?
Waar moeten die biljoenen dan vandaan komen?
Dat is de trillion dollar question op de agenda in Addis. Het geld kan niet alleen van regeringen komen en moet uit verschillende bronnen bij elkaar geharkt worden. Vier soorten van financiering staan centraal tijdens de conferentie:
- Internationale publieke financiering, zoals ontwikkelingshulp
- Internationale private financiering, zoals directe buitenlandse investeringen
- Nationale publieke financiering, zoals binnenlandse belastingen
- Nationale private financiering, zoals binnenlandse investeringen
Volgens de VN ging er vorig jaar 778 miljard dollar aan directe buitenlandse investeringen naar ontwikkelingslanden, bijna zes keer zoveel als er aan ontwikkelingshulp die kant opging. Daarom wordt het bedrijfsleven nadrukkelijk bij de top betrokken – de tweede dag is zelfs helemaal voor het bedrijfsleven ingepland. Ook belasting is belangrijk; door een goede belastingdienst kunnen landen meer geld binnenkrijgen, zowel van burgers als van bedrijven. Momenteel lopen ontwikkelingslanden tot 500 miljoen euro mis door belastingontwijking van multinationals, volgens onderzoek van de inspectie van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken (IOB). Al die verschillende geldbronnen staan op de agenda van Addis. Daarnaast is het belangrijk dat er tijdgebonden afspraken worden gemaakt, die ook gemeten kunnen worden. Het is nog afwachten of die concrete afspraken er gaan komen.
Tussen 2000 en 2010 steeg het wereldwijde budget voor ontwikkelingssamenwerking met 63 procent
Dit is niet de eerste conferentie over financing for development. Hoe ging het de vorige keren?
De eerste top over financiering van ontwikkeling vond in 2002 plaats in Monterrey, Mexico. Daaruit rolde de Monterrey Consensus, een set van financiële afspraken waarmee arme en rijke landen toezegden om de millenniumdoelen uit te voeren. Tot de Monterrey Consensus waren die doelen slechts plannen op papier. In Monterrey werd onder andere de afspraak om 0.7 procent van het BNP als ontwikkelingsgeld te besteden herbevestigd, en werden afspraken gemaakt over effectievere hulp, schuldaflossing en corruptie. Door de millenniumdoelen en deze financiële afspraken kwam er een daadwerkelijke stroom geld op gang. Tussen 2000 en 2010 steeg het wereldwijde budget voor ontwikkelingssamenwerking met 63 procent.
De tweede top vond eind 2008 plaats in Doha, Qatar. Die conferentie leverde weinig ambitieuze afspraken op, zeggen hulp- en lobbyorganisaties zoals ONE en SocialWatch.
Voor de conferentie in Addis zijn de verwachtingen hooggespannen. Men hoopt dat er net zulke ambitieuze afspraken zullen komen als na de top in Monterrey.
Er kwamen meer dan 50 staatshoofden naar de conferentie in Monterrey. Komen er ook zoveel naar Addis Abeba?
Aan de aanwezigheid van staatshoofden en regeringsleiders kun je zien hoe belangrijk regeringen een internationale conferentie vinden. Hoewel de VN zoveel mogelijk machthebbers naar Addis probeert te krijgen, zijn er waarschijnlijk minder aanwezig dan in Monterrey. Nederland stuurt bijvoorbeeld alleen minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Dat heeft nadelen, want over belastingen en milieuvraagstukken kan zij niet beslissen. Naast ministers zullen er veel mensen uit het bedrijfsleven en van ontwikkelingsorganisaties zijn, en natuurlijk de media en andere belanghebbenden. Volgens de Ethiopische regering komen er ongeveer 5000 mensen naar de conferentie.
Foto: cc/Flickr