Achtergrond

Allochtoon zijn is nergens makkelijk

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Ooit op een dorpsplein gestaan waar iedereen naar je kijkt? In een dorpje rondgelopen waar je geen stap kan zetten zonder dat je achter je gegiechel hoort en mensen gringo, gringo fluisteren? Waar je naar een plaatselijk park of museum gaat en de toegangsprijzen bij de kassa ziet staan: locals dertig cent, buitenlanders tien euro?

Sociologe Corina Duijndam beweert in haar boek De gekleurde werkelijkheid dat het woord allochtoon alleen in Nederland en België bestaat. Dat is niet waar. Het woord voor allochtoon in Latijns-Amerika is gringo, in India farang en in een aantal Afrikaanse landen mzungu – de letterlijke betekenis van dat laatste is 'iemand die doelloos rondreist.'

Het woord gringo, gebruikt in mijn regio, heeft een ronduit negatieve lading. Hoewel er twijfel over is, vindt het woord vermoedelijk zijn oorsprong in de Amerikaanse soldaten in hun groene uniformen die moesten vertrekken: green go. Dus als die lieflijke inheemse meisjes op dat dorpsplein gringo zeggen, betekent het eigenlijk: opzouten Amerikaan. Die directe betekenis is uit het woord verdwenen, maar het blijft een manier om mensen te onderscheiden.

Met een gringo bedoelde ze een buitenlander die zich niet aan de normen en waarden van het land houdt

Een Braziliaanse vrouw vertelde me dat voor haar het woord gringo meer betekende dan alleen een blanke persoon. Het stond voor toeristen die luidruchtig tegen elkaar staan te praten in een stille bus, of voor een backpacker die zijn kleren te lang niet heeft gewassen en stomdronken over straat gaat. Kortom, met een gringo bedoelde zij een bepaalde groep mensen die zich niet aan de normen en waarden van het land houdt. Iemand die zich niet gedraagt. Niet die expat of ontwikkelingswerker die constructief bijdraagt aan de maatschappij, maar die blanke Nederlander die naar Peru komt omdat de cocaïne daar maar drie dollar per gram kost.         

In de schoolboeken van mijn vader (geboren in de jaren '40) stonden nog plaatjes van een Afrikaan met het bijschrift dat deze dom was. In het Zwolle van de jaren vijftig zou hij ook niet vaak een Somaliër of Eritreeër tegenkomen. Wat een wereld van verschil wanneer je nu op een willekeurige dag rondkijkt in een Nederlandse stad. Een Afrikaan kan rustig over het stadsplein van Zwolle lopen zonder dat iemand ook maar op of om zal kijken.      

Wanneer je bij de Albert Heijn achter een Afrikaanse vrouw in de rij staat vraag je ook niet of ze in Kenia en Zimbabwe dezelfde taal spreken en hoeveel het vliegticket kost. Dat wordt de gringo wel dagelijks gevraagd in Latijns-Amerika. In Zwolle zou een blanke Nederlander met een donkere Nederlander misschien een praatje maken over het weer, misschien ook niet. In ieder geval hebben we geleerd dat het onbeschoft is om degene naast je aan te stoten om giechelend neger, neger te zeggen.    

Het onderscheid tussen rassen in Latijns-Amerika treft niet alleen de schatrijke westerse toeristen die hun dollars komen uitgeven met een reis naar zoutvlaktes van Bolivia of de jungle van Ecuador. Ik leerde vorig jaar in een stad in de bergen van Peru een jongen kennen die er opmerkelijk Europees uitzag in vergelijking met de inheemse bewoners van het gebied. Geboren en getogen in de bergen van Peru, overkwam het hem wekelijks dat een taxichauffeur veel te veel geld vroeg of dat een broodje bij een stalletje op straat ineens belachelijk duur werd tot ze hoorden dat hij het lokale dialect sprak.

In Nederland mogen we best trots zijn op de mate waarin onze multi-etnische samenleving is geslaagd

Reken maar dat de politie hier ook aan etnisch profileren doet. Blanken die in een auto door Latijns-Amerika rijden worden aangehouden door de politie, waarna ze smeergeld moeten betalen om verder te mogen. Dat gebeurt zo vaak dat er hele fora te vinden zijn op internet met tips hoe je daarmee om kan gaan – bijvoorbeeld doen of je geen Spaans begrijpt, zodat ze er vanzelf mee ophouden.     

Nee, buiten Nederland wordt er wel degelijk onderscheid gemaakt tussen allochtonen en autochtonen. In zo'n sterke mate zelfs dat wij in Nederland best af en toe trots mogen zijn op de mate waarin onze multi-etnische samenleving wel geslaagd is. Toch blijft er natuurlijk een duidelijk verschil. De minderheidsgroep waar de gringo toe behoort is direct deel van de bovenklasse van de samenleving, het deel dat welvaart en opleiding geniet. Dus als je dan gringo wordt genoemd haal je gewoon je schouders op. Dat zal niet iedere allochtoon in Nederland doen, wanneer die weer van een mislukt sollicitatiegesprek terug naar huis loopt.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons