‘Een bachelordiploma uit Afrika’, lazen aspirant-studenten, ‘is over het algemeen net zoveel waard als twee jaar Nederlands universitair onderwijs, wat betekent dat studenten uit het Afrikaanse continent (met uitzondering van Zuid-Afrika en Ghana) na hun bachelordiploma nog een masterdiploma moeten halen om in aanmerking te komen voor ons masterprogramma.’ Een UvA-alumnus met een Nederlands masterdiploma en een Keniaans bachelordiploma die graag anoniem wil blijven, was geschokt door het bericht. “Blijkbaar zijn universiteiten tegenwoordig openlijk racistisch. Is mijn diploma minderwaardig?”
Het is de vraag of dat de tekst echt anders maakt. In de lijst van Nuffic worden de diploma’s van de meeste landen uit het Mondiale Zuiden1 lager gewaardeerd. Studenten uit die landen zouden dus langer moeten studeren om tot een niveau te komen dat gelijkstaat aan een Nederlandse opleiding. Nuffic zelf stelt dat de lijst moet worden gelezen als een advies over wat een opleiding ‘gemiddeld’ waard is. Toch is de lijst invloedrijk en hebben praktisch alle hogeronderwijsinstellingen hem omarmd (zie kader). In hoeverre sluiten deze lijsten buitenlandse studenten uit?
Zo goed als alle Nederlandse universiteiten en hogescholen maken op een of andere wijze gebruik van de lijst van Nuffic, vertelt een woordvoerder van de organisatie. Navraag bij tien Nederlandse universiteiten bevestigt dat. Maar er is wel een verschil in de manier waaróp ze de lijst gebruiken.
De Vrije Universiteit, de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Twente zeggen Nuffic als belangrijkste bron te gebruiken bij de beoordeling van buitenlandse diploma’s.
De universiteiten van Tilburg, Leiden, Utrecht en Groningen hebben hun eigen criteria ontwikkeld, waarbij Nuffic een van de bronnen is.
En dan zijn er nog de universiteiten van Nijmegen, Wageningen en Delft, die de lijst van Nuffic gebruiken in combinatie met lijsten van andere organisaties uit het Europese erkenningsnetwerk ENIC-NARIC, waarvan ook Nuffic deel uitmaakt.
Schijnzekerheid en gemakzucht
Om tot een waardering te komen van het onderwijssysteem van een land, hanteert Nuffic vijf criteria: het onderwijsniveau (zoals middelbare school of universitair); werkdruk in jaren en studiepunten; de kwaliteit op basis van interne becijfering en hoe hoog ze staan op internationale ranglijsten; de aard van de opleiding (is het beroepsonderwijs of academisch gericht, is het multidisciplinair of specialistisch?) en tot slot: de leeruitkomsten. Die laatste wegen het zwaarst. Leeruitkomsten zijn de kennis en vaardigheden die studenten moeten hebben aan het einde van hun opleiding.
“De meeste toelatingscommissies hebben niet de tijd en de middelen om studenten individueel te beoordelen
En dat is niet de bedoeling. Volgens het wereldwijde Verdrag van de Erkenning van Kwalificaties in het Hoger Onderwijs ligt de bewijslast voor een vermeend ‘substantieel verschil’ tussen opleidingen bij de onderwijsinstelling, en niet bij de student. Ook moet de student de ruimte krijgen om tegen een besluit in beroep te gaan. Dat staat haaks op de generaliserende richtlijnen per land, zoals de universiteiten van Wageningen, Delft, Eindhoven, Rotterdam en Amsterdam die hanteren.2 Zeleza’s universiteit wil daar niet aan meedoen. “Wij proberen onze inschatting zoveel mogelijk te baseren op persoonlijke interviews. Dat geeft een veel beter beeld van de student.”
Niet slechter, toch geen erkenning
Voor het diplomawaarderingshandboek heeft Nuffic honderden werknemers in Europese hoger onderwijs ondervraagd. Toch is Paul Zeleza niet onder de indruk. “Geen van mijn collega’s is ooit om hun mening gevraagd. Sommige landen hebben historisch altijd al de neiging gehad om hun eigen provinciale kennis en visie te presenteren als iets universeels.”
De USIU van Zeleza begon ooit als een tak van een internationale Amerikaanse universiteit, maar heeft zich inmiddels losgemaakt. “Omdat we geaccrediteerd zijn in de Verenigde Staten hebben onze studenten geen problemen met internationale aanmeldingen”, zegt Zeleza. “Maar dat betekent niet dat we beter onderwijs geven dan de Universiteit van Nairobi.” Toch wordt een diploma van een student aan de Universiteit van Nairobi lager gewaardeerd. Volgens de Nuffic-richtlijn staat een 4-jarige bachelor uit Kenia namelijk gelijk aan 2 jaar universitair Nederlands onderwijs, terwijl een wetenschappelijke bachelor uit de Verenigde Staten wel wordt erkend.
“Van Cyprus kwamen net zoveel studenten voor een opleiding naar Nederland als van het hele Afrikaanse continent
Nauwelijks studenten uit Afrika
Het acceptatiepercentage van de Universiteit van Amsterdam voor internationale studenten is slechts 4 procent, terwijl Nederlandse studenten in principe sowieso binnenkomen. Bovendien lijken buitenlandse studenten vooral uit westerse landen te komen. Ruim 71 procent van de buitenlandse masterstudenten in 2019 kwam uit een ENIC-NARIC-land.3 China en India ‘leverden’ 17 procent en Latijns-Amerika en Afrika respectievelijk 3,4 en 1,4 procent van de buitenlandse masterstudenten. Vanuit Cyprus, dat nog geen 50.000 studenten telt, kwamen evenveel mensen een opleiding volgen in Nederland als uit het hele continent Afrika, met circa 10 miljoen studenten.
Er spelen natuurlijk meer factoren een rol bij deze aantallen, zoals sociaal-economische omstandigheden of verschillen in visumbeleid. Toch lijkt het erop dat diploma-erkenning ook meespeelt. Bij elk land in de top 25 van landen waar buitenlandse masterstudenten vandaan komen, wordt een deel van de bachelordiploma’s door Nuffic als gelijkwaardig beoordeeld. Bovendien zullen ook marketinginspanningen invloed hebben. Alle gecontacteerde universiteiten geven aan dat ze geen marketing doen in landen waar de bachelordiploma’s als onvoldoende worden beschouwd voor deelname aan een programma van een Nederlandse universiteit.
Het Westen liet Afrikaans onderwijs wegbezuinigen
“Steun voor Afrikaanse studenten is geen kwestie van vrijgevigheid
Dit artikel verscheen eerder op Oneworld.nl op 3 september 2021.
- OneWorld zoekt nog steeds naar een alternatief voor landen die we voorheen ‘ontwikkelingslanden’ noemden. Tot zo’n woord er is, spreken we van het Mondiale Zuiden. Lees hier meer over onze taalkeuzes. ↩︎
- De Universiteit van Wageningen geeft aan dat de richtlijnen niet bindend zijn. Toch wordt dat niet duidelijk aangegeven op de website en dus kunnen dergelijke richtlijnen een sterk ontmoedigend effect hebben op potentiële studenten. ↩︎
- ENIC-NARIC is een netwerk waarin naast alle Europese landen ook Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Israël zijn vertegenwoordigd; in de praktijk is het dus een onderwijsorganisatie voor landen uit het Mondiale Noorden. ↩︎
- Berekend op basis van het Nederlandse aandeel in het gehele budget van de Europese Unie, die het Erasmus programma financiert. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand