Het strafproces zou zich te veel op de dader richten, zeggen experts. Beeld: Katarzyna Bialasiewicz / iStock

Als je door je aangifte van seksueel misbruik nóg eens slachtoffer wordt

Urenlang je verhaal moeten doen of als minderjarige een openbare rechtszaak krijgen, omdat je verkrachter al wel meerderjarig is. Het aangifteproces is niet ingericht op de behoeftes van slachtoffers van seksuele misdrijven, stellen experts. ‘Ik weet zeker dat er meer aangiftes zouden komen, als ik kon garanderen dat iemand niet naar een zitting hoeft te komen.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
In 2020 deed nog geen 10 procent van de slachtoffers van een seksueel misdrijf aangifte. En als er wél aangifte wordt gedaan, is er vaak onvoldoende aandacht voor het slachtoffer, zeggen experts. Vaak zou het al misgaan tijdens het ‘informatieve gesprek’. Dat is een gesprek dat ieder slachtoffer krijgt, nadat diegene een melding van een seksueel misdrijf heeft gemaakt.

Danique* (28) belandt op 17-jarige leeftijd in een ‘giftige’ relatie. Haar zes jaar oudere vriend vermijdt na verloop van tijd contact in het openbaar. Tegelijkertijd overschrijdt hij wel haar (seksuele) grenzen. “Ik ben huilend ontmaagd, maar stemde ermee in omdat hij vertelde dat het normaal was en het erbij hoorde.” Pas zeven jaar na het beëindigen van de relatie ziet Danique in dat ze slachtoffer is van seksueel misbruik.

Als ze na een uur klaar is met vertellen, stelt de rechercheur: 'Dit is niet strafbaar'

Vorige week ging ze naar de zedenpolitie voor een informatief gesprek. “Ik wil kenbaar maken dat het probleem van seksueel misbruik groter is dan de gevallen waarin iemand door een vreemde man de bosjes in wordt getrokken.” Als ze na een uur klaar is met vertellen, stelt de vrouwelijke rechercheur: ‘Dit is niet strafbaar.’ Volgens de agente kan Danique geen aangifte doen, omdat er onvoldoende bewijs is dat er destijds sprake is geweest van dwang.

Hoewel Danique rekening had gehouden met de boodschap dat de dader niet strafrechtelijk vervolgd kon worden, komt de boodschap toch hard aan. Opmerkingen van de rechercheur geven haar opnieuw het gevoel dat het haar eigen schuld is geweest. Volgens Danique vertelt de agente haar tijdens het gesprek: ‘Je hebt zelf gekozen om een relatie met hem te nemen.’ En: ‘Je hebt er uiteindelijk toch zelf mee ingestemd.’

Een woordvoerder van de politie laat via de telefoon weten dat het niet de bedoeling is om iemand tijdens het informatieve gesprek te ontmoedigen om aangifte te doen: “Iedereen heeft het recht aangifte te doen. Uiteindelijk is het aan het Openbaar Ministerie en aan de rechter om te bepalen of er voldoende bewijslast is voor een veroordeling.” Danique overweegt nog of ze haar aangifte alsnog zal doorzetten.

De dader staat centraal

Daniques ervaring staat niet op zichzelf, weet jurist en hulpverlener Rob Kelder, die bij expertise- en behandelcentrum Fier slachtoffers van seksueel geweld begeleidt. Het strafproces richt zich te veel op de dader en onvoldoende op het slachtoffer, vindt hij. “De politie en het Openbaar Ministerie zijn er uiteindelijk niet voor het slachtoffer, zij worden afgerekend op het succes in opsporing en vervolging.”

Keer op keer je verhaal doen, kan voor een slachtoffer erg belastend zijn

Kelder weet uit de praktijk dat het voor een slachtoffer bijvoorbeeld erg belastend is om keer op keer zijn/haar/hun verhaal te doen. Op verzoek van de advocaat van de verdachte kan een slachtoffer ter rechtszitting te worden opgeroepen. Dat is vaak erg stressvol en kan leiden tot ‘secundaire victimisatie’, oftewel hernieuwd slachtofferschap. Daarbij wordt iemand die al het slachtoffer van iets is geworden, nogmaals het slachtoffer van de manier waarop dat behandeld wordt. “Ik weet zeker dat er meer aangiftes zouden komen, als ik slachtoffers kon garanderen dat ze niet naar zitting hoeven komen”, aldus Kelder.

Ook bij het vooronderzoek kan een slachtoffer als getuige worden opgeroepen. De rechter-commissaris1 die het verhoor leidt, draagt de verantwoordelijkheid om tijdens het verhoor in te grijpen om secundaire victimisatie te voorkomen. Uit onderzoek van het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel blijkt echter dat er geen standaard protocol is voor hoe de rechter-commissaris dat gesprek moet leiden. De belevenis van het slachtoffer is dus afhankelijk van de kennis en kunde van de rechter-commissaris. Het CKM is in 2018 samen met de politie met een proeftuin gestart om het aangifteproces aan te laten sluiten op de belevingswereld van slachtoffers. Onderdeel daarvan is om rechter-commissarissen er beter voor op te leiden, zodat slachtoffers zich in te toekomst beter gehoord en begrepen voelen.

(Tekst gaat verder na kader.)

Hoe doe ik aangifte bij de politie?

1. Je kunt bellen naar 0900 – 8844 om met de politie een afspraak te maken voor een informatief gesprek.
2. Tijdens het informatieve gesprek vertel je kort aan de zedenrechercheurs wat er is gebeurd. Daarbij leggen zij ook uit wat je van het proces kunt verwachten.
3. Mocht er lichamelijk onderzoek nodig zijn, dan moet dat zo snel mogelijk gebeuren. Dit kan tot maximaal 1 week na het seksueel misbruik
4. Als blijkt dat er mogelijk iets strafbaars gebeurd is, dan kun je aangifte doen. Je vraagt daarmee de politie om verder onderzoek te doen
5. De keuze om aangifte te doen is vaak lastig. Je mag daarom de tijd nemen om een goede beslissing te kunnen maken. Tijdens die bedenktijd kun je ook juridisch advies vragen.
6. Als je besluit aangifte te doen, dan volgt het aangiftegesprek. De zedenrechercheurs vragen je dan gedetailleerd naar het seksueel misbruik.
7. Als je geen aangifte doet, dan wordt zowel de telefonische melding als het informatieve gesprek vastgelegd.
8. Wil je niet naar de politie? Dan kun je onder meer terecht bij:
Centrum Seksueel Geweld: 0800 – 0188 (gratis)
Slachtofferhulp Nederland: 0900 – 0101 (gebruikelijke belkosten)

Het aangiftegesprek: ‘Urenlang herbeleven’

Al in 2020 concludeerde de Inspectie van Justitie en Veiligheid dat slachtoffers zich door het informatieve gesprek gestuurd kunnen voelen om geen aangifte te doen. Aan de hand van aanbevelingen uit het rapport is het (niet-openbare) Handelingskader Informatief Gesprek opgesteld. Daarin staan richtlijnen om het contact met slachtoffers te verbeteren. Hoewel de inhoud van het gesprek nu in elke situatie gelijk zou moeten zijn, ziet Kelder ook bij zijn cliënten dat de toon van de rechercheur bepalend kan zijn. “Het blijft helaas mensenwerk.”

Tijdens een verhoor probeert de politie zoveel mogelijk details te verzamelen

Roy Heerkens, persvoorlichter bij Slachtofferhulp Nederland, weet vanuit de ervaringen van slachtoffers, dat aangifte doen een belastend proces kan zijn. “Het is meestal jouw verhaal tegen dat van een ander. Forensische sporen zijn vaak al binnen een week van het lichaam verdwenen.” Als iemand besluit om na zeven dagen aangifte te doen, is er naast de verklaring van het slachtoffer meestal weinig aanvullend bewijs. De politie probeert daarom tijdens het verhoor zoveel mogelijk details te verzamelen.

Daardoor wordt het vaak een langdurig en belastend verhoor. Thysia Huisman (48) en Anne van Dijk (18) deelden al eerder hun ervaringen op OneWorld.nl. Beiden werden tijdens hun aangifte meer dan vier uur lang verhoord. Huisman: “Het was een eigenlijk een urenlange herbeleving. De politie neemt je terug naar de details van hoe het gebeurde. Ze willen bijvoorbeeld precies weten hoe je op zijn bed lag.” Zij werd overigens in Frankrijk verhoord, waar haar misbruik plaatsvond.

Nog geen 10 procent doet aangifte seksueel misdrijf: 'Wie neemt mij serieus?'

Kelder begrijpt dat de aangifte zo scherp mogelijk op papier moet komen te staan. Toch zou de politie volgens hem wat creatiever mogen zijn. Waarom slachtoffers bijvoorbeeld niet via een beveiligde lijn met rechercheurs laten chatten, om afstand te creëren? “Ik geloof dat het voor jongeren een makkelijkere manier is om hun verhaal tot in de details te vertellen.”

Wat voor veel minderjarige slachtoffers ook een belangrijke drempel vormt, is het feit dat rechtszaken waarbij het slachtoffer minderjarig is, maar de verdachte meerjarig, in beginsel in het openbaar plaatsvinden. Kelder vindt dat opvallend, want: “Als de verdachte minderjarig is, dan vindt een rechtszaak min of meer standaard achter gesloten deuren plaats.” Waarom dit niet ook voor minderjarige slachtoffers zo geregeld is, begrijpt hij niet. “Voor veel slachtoffers zal het een verschil maken, als ze weten dat de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt.”

‘We zijn ermee bezig’

Nadat Huisman aangifte heeft gedaan, duurt het nog meer dan een jaar voordat de verdachte kan worden opgepakt. Die onzekere tijd heeft invloed op haar hele functioneren. “Elke keer dat ik naar de politie belde, zeiden ze: we zijn er mee bezig, maar er is nog geen nieuws. Dat er maar niks leek te gebeuren, daar ging ik echt onder gebukt.”

Ook Frank Noteboom, hoofd van het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel, ziet dat slachtoffers na een aangifte vaak in het ongewisse blijven over verdere ontwikkelingen. “We hebben meerdere slachtoffers gesproken die aangeven dat ze via Facebook vernamen dat een verdachte weer op vrije voeten is. Dat is natuurlijk dodelijk voor het vertrouwen [in de politie] van een slachtoffer. Terwijl dat vertrouwen nou juist zo belangrijk is.”

De politie wil minstens 80 procent van de zedenzaken binnen zes maanden naar het OM te sturen

Hoewel Noteboom begrijpt dat het verzamelen van bewijsmateriaal veel tijd kost, gelooft hij ook dat de lange doorlooptijden het gevolg zijn van een beperkte politiecapaciteit. De politie heeft als norm om 80 procent van de zedenzaken uiterlijk binnen zes maanden na het opnemen van de aangifte naar het OM te sturen, maar blijkt dit in veel gevallen niet te halen. In augustus vorig jaar waren er 828 zedenzaken na een halfjaar nog in behandeling bij de politie. In totaal waren er op dat moment ongeveer 3500 zaken in behandeling.

Volgens de woordvoerder van de politie ligt de oorzaak van deze achterstand deels bij het feit dat opsporingszaken op het zedengebied steeds complexer zijn geworden. “Tegenwoordig moeten ook vaak digitale sporen onderzocht worden. Telefoons die bijvoorbeeld onderzocht moeten worden, maken het opsporingswerk ingewikkelder dan vijftien jaar geleden.”

In 2020 kondigde het kabinet aan structureel 15 miljoen euro extra uit te trekken om de achterstanden bij de zedenpolitie weg te werken. Volgens de woordvoerder van de politie zijn de problemen hier echter niet direct mee opgelost. “De opleiding tot zedenrechercheurs is een specialistisch traject. Hoewel het opleidingstraject is verkort van 30 naar 22 weken, zal het nog zeker een jaar duren voordat de achterstanden kunnen worden ingelopen.”

*Danique wilde haar verhaal enkel anoniem delen. Daarom wordt zij onder een gefingeerde naam opgevoerd. Haar echte naam is bij de redactie bekend.

  1. Een rechter-commissaris is een rechter die toezicht houdt op de voortgang en rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek dat onder leiding staat van de officier van justitie. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons