Het is 1997. Ergens in de bossen bij het Drentse Dwingeloo wonen volwassenen en kinderen uit Bangladesh, Pakistan, Palestina en China. Het zijn asielzoekers die eerst in het vertrekcentrum van Ter Apel woonden, maar na afwijzing van hun asielaanvraag niet teruggestuurd konden worden naar het land van herkomst en daarom op straat zijn gezet. De Raad van Kerken vindt dit onaanvaardbaar en besluit een tentenkamp voor ze op te zetten, als onderdeel van de campagne voor een humaner en rechtvaardiger asielbeleid.
Toenmalig staatssecretaris Schmitz van Justitie, verantwoordelijk voor het asielbeleid, keurt de actie af en zegt tegen de Volkskrant: “Het gaat om mensen van wie de rechter de beslissing tot uitzetting heeft bekrachtigd en die absoluut niet meewerken aan hun terugkeer.”
Bed, bad, brood
In de drie jaar die volgden leefden de asielzoekers na het tentenkamp in recreatiecentra, leegstaande woningen en op sloop wachtende flats. Na ontruiming daarvan zijn ze eind 2000 elders gaan wonen. Het is niet duidelijk wat daarna met ze gebeurde, maar het opzetten van het tentenkamp zorgde er wel voor dat er minder uitgeprocedeerden op straat werden gezet. Ook werden de problemen van asielbeleid zichtbaar en kwamen ze op de politieke agenda.
Dat gebeurde ook in in 2014, toen de Protestantse Kerk een aanklacht tegen de Nederlandse Staat indiende bij het Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa. De Protestantse Kerk vond het inhumaan dat uitgeprocedeerden niet geholpen mochten worden, de Raad van Europa gaf haar gelijk en schreef: “Uitsluiting van onderdak moet stoppen, omdat het de betrokken personen in een positie van extreme hulpeloosheid brengt. Dat gaat in tegen hun menselijke waardigheid.” Die uitspraak leidde tot het toestaan van basisvoorzieningen: bed, bad en brood.
En onlangs werd staatssecretaris Harbers door de massale verontwaardiging rondom de voorgenomen uitzetting van Lili en Howick naar Armenië gedwongen hen toch te laten blijven. Keer op keer blijkt: initiatieven van burgers hebben effect op asielbeleid.
Valse hoop
In het tentenkamp van de Raad van Kerken werden wat ze destijds TOV’ers noemden opgevangen: technisch onverwijderbare vreemdelingen. Dat zijn asielzoekers die van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) niet mogen blijven, maar ook niet weg kunnen omdat ze geen paspoort hebben, niet welkom zijn in het land van herkomst of stateloos zijn. Daardoor belandden ze ongedocumenteerd op straat. Twintig jaar later is er voor dit gat in het asielbeleid nog geen oplossing.
Geeske Hovingh, coördinator van het Wereldhuis in Amsterdam, is elke dag bezig om deze losse eindjes van asielbeleid aan elkaar te knopen. Het Wereldhuis is een centrum waar ongedocumenteerden informatie, advies en scholing krijgen. Advocaten geven wekelijks gratis juridisch advies, Dokters van de Wereld geven medisch advies en er zijn allerlei activiteiten, van computer- tot kickbokslessen.
“Het lange asielproces ligt niet aan de asielzoeker, maar aan de gebrekkige besliscapaciteit van de overheid
Met het Wereldhuis probeert Hovingh ongedocumenteerden ook ruimte te bieden om na te denken over hun toekomst. Zo krijgen zij cursussen over verschillende toekomstopties: van doorgaan met procederen voor een vergunning tot nadenken over teruggaan naar het land van herkomst. Hovingh wil dat expliciet benoemen. “Want rechts georiënteerde mensen vinden dat we valse hoop bieden. Maar we zijn heel realistisch en proberen mensen te helpen stappen te zetten in hun leven. Als ze maar niet zoals Lili en Howick jarenlang in onzekerheid moeten leven.”
Asielzoekers rekken zelf ook hun verblijf door vaker aanvragen te doen, maar volgens onderzoeker Carolus Grütters van het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit Nijmegen is dit een probleem dat de overheid moet oplossen. Tegen de Volkskrant zegt hij dat het lange asielproces niet ligt aan de asielzoeker, maar aan de gebrekkige besliscapaciteit van de overheid. “De wachttijd kan sterk verminderen door meer personeel aan te nemen. De politiek heeft zelf besloten om dat niet te doen.”
Gemengde gevoelens
Uit een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijken acties van onder meer Amnesty International, VluchtelingenWerk en Kerk in Actie invloed te hebben op politiek en beleid. Ze hebben geleid tot wetswijzigingen en concrete verbeteringen in de levens van asielzoekers, zoals een pardonregeling voor 27.000 ongedocumenteerden. Volgens het SCP overheerst bij deze maatschappelijke organisaties toch geen gevoel van tevredenheid.
Deels uit bescheidenheid, deels uit besef dat gestelde doelen nog niet behaald zijn. Veel van de maatschappelijke organisaties die zich voor asielzoekers inzetten ervaren verharding van het politieke en maatschappelijke klimaat. Ze vragen zich bij succes af wat er valt te vieren. Stichting INLIA, een netwerk van geloofsgemeenschappen die asielzoekers en vluchtelingen in nood helpen, bestaat dertig jaar. In het rapport is te lezen welke gemengde gevoelens dat oproept.
“Ondanks de successen, zoals een pardonregeling voor 27.000 ongedocumenteerden, hebben maatschappelijke organisaties nog geen gevoel van tevredenheid
“Moeten we het nou eigenlijk vieren of niet? Er valt eigenlijk niks te vieren, want eigenlijk zou een organisatie als INLIA niet hoeven bestaan in een land als Nederland: dat er asielzoekers in nood zijn, dat die geen opvang hebben en dat wij ons moeten inspannen.”
Maar inzet zelf is ook een vorm van succes, aldus Kerk in Actie in het rapport: “Als ik terugkijk, vind ik het belangrijkste wat bereikt is dat die hele kerk zich uit durfde te spreken voor die vluchteling.” Via de petitie Zij zijn al thuis doen 100.000 Nederlanders dat ook. Zij roepen de Tweede Kamer op alle kinderen die hier al jaren te zijn te laten blijven.
Kwestie van tijd
Samen met progressief burgerplatform de Goede Zaak is Tofik Dibi initiatiefnemer van Zij zijn al thuis. Als GroenLinks-politicus initieerde hij het Kinderpardon, een regeling om asielkinderen die hier al jaren zijn te laten blijven. Als ‘gewone’ burger was hij een van de aanjagers van de massale protesten tegen de uitzetting van de tieners Lili en Howick.
“Je moet activisme sexy maken en ervoor zorgen dat beleid een gezicht krijgt, in dit geval van de kinderen die dreigen te worden uitgezet. Dat was ook met het Kinderpardon, er lag allang een wet in een onderste laatje. Als je dan via een online petitie of door bekende artiesten aan je te binden met genoeg burgers bent die achter je staan, kunnen politici niet meer om je heen.”
“"Het hangt nu van onze creativiteit en vasthoudendheid af of het laten blijven van Lili en Howick een opportunistische daad van het kabinet blijkt."
“Je kunt het niet gek genoeg bedenken, of er zijn burgeracties om dingen anders te gaan doen. Dat was er niet toen ik nog in de Kamer zat. Het hangt nu van onze creativiteit en vasthoudendheid af of het laten blijven van Lili en Howick een opportunistische daad van het kabinet blijkt. Maar asielbeleid voor in ieder geval kinderen die hier al jarenlang zijn gaat echt wel veranderen. Het is een kwestie van tijd en doorgaan.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand