Advocaat Pim Fischer windt er geen doekjes om: “‘Uitgeprocedeerd’ is een betekenisloze term die alleen voor politieke doeleinden wordt gebruikt. Juridisch betekent het niets.” Fischer, die gespecialiseerd is in sociaal zekerheidsrecht, doet zelf geen asielzaken, maar voert al wel bijna dertig jaar juridische strijd voor de rechten van mensen zonder verblijfsvergunning, zoals afgewezen asielzoekers. Daarbij gebruikt hij de term ‘uitgeprocedeerd’ nooit. “En ik vind ook dat journalisten het woord niet zouden moeten gebruiken.”
Maar politici, zoals premier Schoof en zelfs linkse oppositieleden, doen dat wel. Daarmee zetten ze afgewezen asielzoekers onterecht weg als kansloos, vindt Fischer. “Het klinkt als: ‘Het is uit met u. U heeft uw rondje rechtspraak gehad.’ Maar dat is vaak niet zo.” Lang niet alle afgewezen asielzoekers hebben een rechtszaak gehad, en dankzij Europese regels mag je altijd een nieuwe asielaanvraag doen.
Sterker nog: in de praktijk blijken mensen wier asielaanvraag tot aan het hoogste beslisorgaan is afgewezen, regelmatig later alsnog een verblijfsvergunning krijgen. Om dat te begrijpen, doen we even een stapje terug. Want welke procedures zijn er? Wanneer is een asielprocedure afgelopen? En wat klopt er van de bewering van PVV-Asielminister Faber dat mensen het proces rekken door ‘procedures te stapelen’?
In 2023 wees de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van ruim 10.000 mensen een eerste asielaanvraag1 af. De dienst geloofde bijvoorbeeld niet dat ze in hun land van herkomst gevaar lopen of ze hadden in een ander Europees land asiel moeten aanvragen. Omdat afgewezen asielzoekers doorgaans 28 dagen de tijd krijgen om zelfstandig Nederland te verlaten, noemt advocaat Fischer hen ‘vertrekplichtig’. “Want dat is feitelijk wat ze zijn, ze hebben te horen gekregen: u moet vertrekken.”
Na hoger beroep kun je nog een nieuwe aanvraag doen
Dat is niet de groep over wie politici het meestal hebben als ze het over ‘uitgeprocedeerde’ asielzoekers hebben. Na de eerste afwijzing kan een asielzoeker namelijk nog in beroep gaan, vervolgens nog in hoger beroep, en als ook dat wordt afgewezen, kunnen sommigen ook nog een herhaalde asielaanvraag doen.
Als de IND een asielaanvraag afwijst, kan een asielzoeker tegen dat besluit in beroep gaan bij een rechter. Die beoordeelt of de IND zorgvuldig te werk is gegaan en zich aan de wet en internationale afspraken heeft gehouden. De rechter kan geen verblijfsvergunning toekennen, maar kan het beroep wel gegrond verklaren en de IND opdragen de procedure over te doen en opnieuw tot een besluit te komen. De asielzoeker krijgt bij dat nieuwe besluit opnieuw de kans om in beroep te gaan.
Hoe vaak mensen na een afgewezen asielaanvraag in beroep gaan, kan een woordvoerder van de IND desgevraagd niet zeggen. De dienst houdt weliswaar bij hoeveel beroepszaken worden aangespannen (ruim 22.000 in 2023), maar maakt daarbij geen onderscheid tussen beroepen na afwijzing en andere beroepsrechtszaken, bijvoorbeeld over de lengte van de procedure. Na een uitspraak van de rechter in beroep, mag zowel de asielzoeker als de IND nog in hoger beroep gaan bij de Raad van State (RvS).
Dat laatste deed de IND vorig jaar in ruim een kwart van de gevallen, al kan de dienst opnieuw niet zeggen om hoeveel gevallen het precies ging. De IND gaat bijvoorbeeld in hoger beroep om precedentvorming te voorkomen. Aan VreemdelingenVisie, een online magazine van de IND, DT&V en het COA, legde een IND-adviseur in 2018 uit dat bij het besluit om in hoger beroep te gaan vooral meespeelt of de uitspraak ‘aanvechtbaar’ is. Ze voegde eraan toe dat de IND niet standaard in hoger beroep gaat.
Ruim de helft krijgt in beroep een verblijfsvergunning
Dat geldt ook voor de advocaten die asielzoekers bijstaan, vertelt asieladvocaat Frans Willem Verbaas. Hij zit al bijna een kwarteeuw ‘in het vak’ en zegt lang niet altijd in (hoger) beroep te gaan als de IND een aanvraag afwijst. Hij schat dat hij zeker de helft van zijn beroepszaken wint, wat betekent dat de IND in die gevallen opnieuw een oordeel moet vellen over iemands aanvraag. “Maar”, zegt Verbaas, “die zaken neem ik ook alleen aan als ik denk dat ze kansrijk zijn.”
Het komt relatief vaak voor dat de IND een asielaanvraag in eerste instantie afwijst en een asielzoeker na een gegrond verklaard beroep alsnog een verblijfsvergunning geeft. Tussen 2020 en eind 2023 handelde de IND 12.000 zaken af van asielzoekers wier beroep door de rechter gegrond was verklaard. Ruim de helft (6850 mensen) kreeg alsnog een verblijfsvergunning. Zij vormden 7,2 procent van alle asielaanvragen die de IND in die periode inwilligde. Anders gezegd: ruim één op de veertien mensen die een verblijfsvergunning kregen, werd in eerste instantie afgewezen.
Als politici het hebben over ‘uitgeprocedeerde asielzoekers’, doelen ze doorgaans op de groep mensen die na een afgewezen asielaanvraag in (hoger) beroep ging en ook daarna geen asielverblijfstatus kreeg. Maar ook voor hen gaat de term niet op. Ten eerste omdat een asielzoeker na de Raad van State soms nog naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens kan stappen, al komt dat slechts ‘sporadisch’ voor. Maar ook omdat Nederland volgens internationale afspraken geen beperking mag opleggen aan het aantal aanvragen dat iemand mag doen voor een asiel- of andere verblijfstatus.
Anders gezegd: hoe vaak de IND je ook heeft afgewezen, je mag altijd een nieuwe procedure beginnen. Makkelijk is dat niet. De IND stelt namelijk strenge eisen aan een nieuwe asielaanvraag. Zo moet je onder meer ‘nieuwe elementen en bevindingen’ kunnen aantonen. Je kunt bijvoorbeeld inmiddels bekeerd zijn of je geloof hebben afgezworen, waardoor je in je land van herkomst vervolgd zou worden. Verbaas is gespecialiseerd in zulke zaken, die volgens hem relatief kansrijk zijn, maar óók ingewikkeld en tijdrovend.
De staat stapelt zélf procedures
Een ander voorbeeld van zo’n ‘nieuwe omstandigheid’ bleek in de situatie van de 11-jarige Mikael en zijn moeder Gohar (54), die in augustus groot in het nieuws kwamen. Moeder en zoon zouden worden uitgezet naar Armenië, waar Mikael nooit is geweest. Ook zij werden in de media veelvuldig ‘uitgeprocedeerd’ genoemd, onder meer door een IND-woordvoerder die erop wees dat Mikaels zaak al tot aan de Raad van State was behandeld. Toch kon Mikaels moeder op het laatste moment nog een aanvraag 2 indienen, die de IND momenteel behandelt. Het ‘nieuwe element’ in deze zaak was het recht op gezinsleven: Mikael zou bij zijn vader kunnen intrekken die met een verblijfsvergunning in Nederland woont.
De nieuwe aanvraag was tegen het zere been van PVV-Asielminister Faber, die direct haar onvrede uitsprak over het ‘stapelen van procedures’. ‘Vertrekplichtige’ mensen zouden hun uitzetting volgens haar uitstellen door steeds nieuwe aanvragen te doen. Saillant detail: de grootste vertraging in Mikaels zaak veroorzaakte de Nederlandse staat zélf door een extra procedure te beginnen: in 2021 verklaarde een rechter een beroep van Mikaels moeder gegrond en ging de IND in hoger beroep bij de Raad van State. Drie jaar later deed de RvS dus pas uitspraak.
Herhaalde asielaanvragen maken weliswaar maar een klein deel van het totaal aantal asielaanvragen uit (in 2023 was het 2,7 procent), toch is een relatief groot aantal succesvol. Van de 1390 herhaalde aanvragen willigde de IND er 480 in, dat is ruim een derde. Asieladvocaten nemen dan ook niet elke herhaalde aanvraag aan. Asieladvocaat Verbaas krijgt zeker wekelijks een verzoek van iemand die een nieuwe asielaanvraag wil indienen. “Mijn eerste vraag is altijd: is er kans van slagen?”
Nieuwe aanvraag na jaren zonder papieren
Lang niet iedereen geeft na een afgewezen asielaanvraag gehoor aan de plicht Nederland te verlaten, maar ook na lang verblijf zonder papieren kan iemand doorprocederen of een nieuwe aanvraag indienen. Hidaya Nampiima (40) uit Uganda is queer en vroeg in 2017 asiel aan, maar de IND geloofde niet dat ze gevaar liep. De dienst wees haar eerste asielaanvraag in februari 2018 af. “Ik kreeg een brief waarin stond dat ik binnen 28 dagen het land uit moest”, vertelt ze, “maar dat kon helemaal niet.” In Uganda was Nampiima haar leven immers niet zeker.
Na veel omzwervingen kwam Nampiima in de Amsterdamse Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV). Die voorziening, die in 2019 de sobere ‘bed, bad, brood’-regeling verving, heeft een strenge toelatingseis, vertelt Petra Schultz, campaigner bij ASKV, een Amsterdamse belangenorganisatie die mensen zonder verblijfsvergunning bijstaat. “Om in de LVV te mogen, moet je werken aan toekomstperspectief. Dat kan terugkeer zijn, maar bijvoorbeeld ook een nieuwe asielaanvraag of een reguliere aanvraag voor een verblijfsvergunning.”
Dus ook in dat geval gaat het stigma ‘uitgeprocedeerd’ niet op, zegt Schultz. “Sterker nog, van de mensen die vanuit de Amsterdamse LVV een herhaalde asielaanvraag doen, krijgt 80 procent alsnog een verblijfsvergunning.” Landelijk slagen ongeveer zeven op de tien herhaalde asielaanvragen vanuit de LVV’s: ruim 500 in de afgelopen vijf jaar. Nampiima was een van hen: afgelopen februari – na zes jaar ongedocumenteerd in Nederland te hebben geleefd – wist Nampiima de IND ervan te overtuigen dat ze in Uganda gevaar liep en kreeg ze een verblijfstatus. “Anderen leven al jaren in onzekerheid”, verzucht ze, “maar ik heb geluk gehad.”
- Een ‘eerste asielaanvraag’ is een asielaanvraag van iemand die zich fysiek bij de IND in Ter Apel heeft gemeld en nog niet eerder een asielverzoek in Nederland heeft gedaan. Na de eerste asielaanvragen (38.380 in 2023) is de grootste groep asielaanvragen die van nareizigers (10.130): familieleden van mensen wier asielverzoek is ingewilligd. In totaal kreeg de IND in 2023 50.720 asielaanvragen. ↩︎
- Dit is overigens geen asielaanvraag, maar een aanvraag voor een reguliere verblijfsvergunning. Ook die behandelt de IND. De IND wees een asielaanvraag van Mikaels moeder af in 2010. Twee jaar later werd Mikael in Nederland geboren. Mikael en zijn moeder hebben een Armeens paspoort. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand