Agriterra en AgriCord, de koepel van agri-agencies, zetten zich al jarenlang in voor het versterken van boeren en hun organisaties. Dat doen zij enerzijds door deze te ondersteunen met financiële middelen. Anderzijds brengt Agriterra een-op-een samenwerkingen tussen boeren uit Nederland en hun collega’s in ontwikkelingslanden tot stand, om zo de kennis en ervaring van Nederlandse boeren en tuinders over te brengen.
Deze benadering onder de noemer ‘Boeren tegen Armoede’ werkt. Zo draagt het voor 35% bij aan directe armoedebestrijding. De betrokken landbouworganisaties zijn professioneler geworden en betekenen via belangenbehartiging en directe dienstverlening veel voor hun leden. De inkomens van de betrokken boeren, waarvan 41% vrouw is, zijn flink gestegen. De Nederlandse overheid is reeds bekend met het effect van ‘Boeren tegen Armoede’ en steunt dit werk volop. Echter, om op grote schaal verschil te kunnen maken, is meer nodig.
Premier Balkenende heeft daarom tijdens de sessie over voedselzekerheid op de G8-top ‘Boeren tegen Armoede’ aangehaald als voorbeeld van een succesvolle aanpak van het honger- en armoedeprobleem. In de slotverklaring van de G8-top hebben de wereldleiders toegezegd 15 miljard euro te besteden aan verbetering van de landbouw en voedselproductie in arme landen. Maar waar gaat die 15 miljard heen? Dat is de grote vraag die boeren aan de geef- en ontvangerskant zich stellen.
Agriterra biedt directe hulp van boer tot boer, zonder schakel tussen de geldgevers en de doelgroep. Dat werkt, want boeren zijn tegenwoordig georganiseerd en men kan bijna met elk dorp ver weg direct communiceren. Toch blijven overheden hun geld grotendeels spenderen via de oude kanalen. Nu is het tijd daar verandering in te brengen. Willen de wereldleiders hun mooie woorden omzetten in daden, dan is het programma van Agriterra en AgriCord daarvoor een uitgelezen mogelijkheid.