Het heeft mij altijd dwarsgezeten, hoe normaal de stigmatisering van mensen met
mentale gezondheidstoornissen wordt gevonden, ook in feministische kringen. Vroeger weet ik die verontwaardiging aan opgroeien met een gezinslid met autisme. Mijn klasgenoten hadden dat niet en ‘wisten niet beter’ nam ik me voor. “Sorry”, zeiden vriendinnen die ik aansprak op hun taalgebruik. Niet omdat het hun speet dat ze validistisch deden, maar omdat ze mij niet wilden beledigen.
“Je hoort nooit ‘goh, wat een fijne autistische eigenschap van diegene’
Ik vertelde de feministische vriendin in kwestie dat ze het eens moet vergelijken met het mentale stigma op vrouwen die menstrueren. Wie kent de seksistische kreet ‘Ben je ongesteld ofzo?!’ niet? Het probleem is niet dat deze opmerking gebaseerd is op een leugen. Het is gebaseerd op de realiteit van menstruerende schoolmeisjes die weleens thuisblijven met buikkrampen of volwassen vrouwen die door het premenstrueel syndroom (PMS) extreme stemmingswisselingen ervaren. Toch is het niet fijn wanneer je de zoveelste ’Ben je ongesteld ofzo?!’ naar je hoofd gesmeten krijgt.
“Het probleem met stereotypes is niet dat ze nooit kloppen, maar dat ze een eenzijdig beeld van de werkelijkheid schetsen
Er is een enorme variatie aan menstruatiebelevingen. De emotie die een vrouw toont, is niet per definitie een verschijnsel van PMS. En de neiging van de maatschappij dat zo te typeren, is een valse gevolgtrekking. Een belangrijke eigenschap van stereotypering.
Het probleem met stereotypes is niet dat ze nooit kloppen, maar dat ze een eenzijdig beeld van de werkelijkheid schetsen. En dat degenen die er het onderwerp van zijn, het onderspit delven.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand