Beeld: Tammy van Nerum
Interview

Benieuwd naar het einde van de wereld

Schrijver en filosoof Simon(e) van Saarloos vindt dat we gedrag niet als ‘goed’ of ‘bijzonder’ moeten bestempelen. “Het idee dat in opstand komen exceptioneel is, hóudt het uitzonderlijk.”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Niet meer vliegen of nooit meer vlees?

“Ik ben vanaf mijn achtste vegetariër, omdat mijn zussen dat al waren. Door die vanzelfsprekendheid voel ik me daar niet moreel goed over. Lifestyle-keuzes neerzetten als morele vraagstukken vind ik dan ook problematisch: hoe jij persoonlijk handelt, zegt hoe ‘goed’ jij bent. Ik geloof daar niet in. Het ‘goede gevoel’ wordt je verkocht door het kapitalisme. Dingen doen omdat het ‘goed voelt’ moeten we daarom wantrouwen. Net als jouw gedrag met dat van anderen vergelijken. Omdat het zo vaak te maken heeft met (witte) superioriteitsgevoelens; daar moet je waakzaam op zijn. Toen ik scholier in de VS was, merkte ik hoe ik mensen veroordeelde die vlees aten. Terwijl hun voetafdruk véél kleiner was dan de mijne, omdat ik vaak vlieg en zij nooit. Maar voor mij zit nooit meer vliegen er niet in. Ik pendel op en neer tussen Nederland en de VS, beweeg me in verschillende tijdszones. Dat is verbonden met mijn leven.”
Simon(e) van Saarloos (1990) is filosoof en schrijver, onder meer van Het monogame drama. Ze woont de helft van de tijd in Nederland en de helft in de VS. In 2015 was ze de jongste Zomergast ooit en in 2017 stond ze bij de Tweede Kamerverkiezingen op de lijst van BIJ1 van Sylvana Simons. Haar naam schrijft ze als Simon(e) om de aanwezigheid van gender in namen aan te kaarten.

Optimistisch of pessimistisch?

“Ik ben optimistisch over het einde van de wereld. Daar kom ik op door de Afrikaans-Amerikaanse sciencefictionschrijfster N.K. Jemisin: ‘Let’s start with the end of the world. Get it over with and move  on to more interesting things’. Een verlangen naar het einde van de wereld, omdat voortzetten van de huidige wereld, met haar diepliggende structuren van ongelijkheid, weinig zin heeft. Een optimistisch pessimisme dus, vanuit een utopische voorstelling van wat er nog niet is. Dat wordt ook wel queer utopisme genoemd. Over BIJ1 zeiden veel mensen: ‘Dat heeft geen zin, we moeten de bestaande linkse partijen steunen’. Heel behoudzuchtig. Ik vind het je optimistische plicht je zó pessimistisch te voelen over het hier en nu dat je er vrede mee hebt als dat verdwijnt. Dit gaat dus niet over durf of moed, want het idee dat ergens tegen in opstand komen zo exceptioneel is, hóúdt het juist uitzonderlijk. Net als met polyamorie – het is bekend dat ik niet monogaam leef – daar wordt van alles bij verondersteld: dat je heel zelfverzekerd of exceptioneel moet zijn. Maar iets wat toevallig niet veel voorkomt, uitzonderlijk maken, houdt juist de norm in stand.”

Idealist of ondernemer?

“Door te zeggen ‘ik ben liever idealist dan ondernemer’ ontken je hoe je als idealist ook wordt ingezet voor kapitalistische doeleinden. Jezelf als idealist poneren is haast een verdienmodel. Ik ben als ondernemer afhankelijk van de gig economy: hoe zichtbaarder, hoe meer klussen. Die afhankelijkheid probeer ik te doorbreken. Misschien ben ik dan geen goede ondernemer. Ook mijn betrokkenheid bij BIJ1 hielp mijn schrijverschap niet. Mensen vonden me ineens te politiek. Belachelijk. Dat strategische, daar trek ik me zo min mogelijk van aan.”

Dingen doen omdat het goed voelt, moeten we wantrouwen

Gevoelige thema’s zoals racisme bespreken aan de eettafel of anderen daar niet mee lastig vallen?

“Ik zet mezelf nooit uit. Sterker: hoe beter ik mensen ken, hoe vervelender ik ben. Als ik in een nieuwe omgeving ben of mensen niet ken, luister, observeer en bevraag ik liever dan dat ik mijn mening verkondig. In de publieke ruimte probeer ik niet mee te bewegen, maar te verstoren. Bijvoorbeeld: voor mij is het vliegveld – als persoon met ‘paspoortprivilege’ – geen vijandige ruimte. Maar voor veel andere mensen wel. Het is een valkuil om alleen bezig te zijn met het beschermen van de eigen veiligheid. De vraag is dan: hoe ben je ‘lastig’ op een plek waar je al snel doet wat je wordt voorgeschreven?”

Intersectioneel feminisme en validisme: termen die iedereen zou moeten kennen of geen idee waar ik het over heb?

“Onwetendheid wordt ingezet als een machtsmiddel: wie het minste weet, bepaalt de toon. Journalisten doen dit ook: om uitleg vragen, doen alsof ‘intersectionaliteit’ een moeilijk woord is. Want ‘de lezer’ begrijpt het niet. Maar belangrijker nog dan leren welke woorden je moet kennen en gebruiken om anderen niet te beledigen, is doorvragen; de impact van je woorden voelen. In het boek White Fragility van Robin Diangelo staat dat we van het goed/kwaad-onderscheid af moeten om racisme aan te pakken. Zolang we een ‘goed’ persoon hopen te zijn, doen we ons bewust niet racistisch (of seksistisch, validistisch) voor en is het dus lijfsbehoud. Daarom ben ik huiverig om iemand, laat staan mezelf, te prijzen om het gebruik van de juiste taal. Het moet niet gaan om‘goed’, maar om de ontmanteling van onderdrukkende systemen.”

Een kortere versie van dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine.

'Weer een nieuw jurkje? Wat een schande'

‘Ik ben geen diversiteitstroef’

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons