Een mijnwerker graaft op de bodem van een smalle goudschacht in de Kamituga-mijn, in de provincie Zuid-Kivu in het oosten van de Democratische Republiek Congo. Beeld: Glody Murhabazi/AFP

‘Conflictmineralen’ voor telefoons verergeren geweld in Congo

Congo kampt al decennia met een hardnekkige geweldscyclus, aangejaagd door de aanwezigheid van waardevolle mineralen zoals goud en kobalt. Een internationaal keurmerk zou de ‘conflictmineralen’ van de wereldmarkt moeten weren, maar dat gebeurt niet. Welke rol speelt elektronica in het geweld?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Voor velen is het de ultieme schat: de nieuwe iPhone 16. Maar toen de nieuwe telefoon in de verkoop ging, stonden voor sommige Apple-winkels demonstranten met een duidelijke boodschap: koop geen iPhone 16. In de telefoons zouden mineralen uit de conflictregio in Oost-Congo zitten. Apple draagt zo bij aan het geweld, zeggen de activisten, en wie een iPhone koopt, steunt dat. Draagt ons consumptiegedrag echt bij aan een conflict waarin miljoenen mensen hun huis ontvluchtten en geweld, verkrachting en moord aan de orde van de dag zijn?

 

Aanjager van geweld

 

De Democratische Republiek Congo (DRC) kampt met een hardnekkige geweldscyclus, vooral in het oosten van het land. Daar zijn zeker honderddertig gewapende milities in een decennialange strijd verwikkeld. Als oorzaak wordt vaak gewezen naar de aanwezigheid van waardevolle mineralen, maar de relatie tussen de mijnbouw en het geweld in de regio is complexer dan dat, zegt Armel Nganzi, een Congolese onderzoeker van de ngo IMPACT, die zich inzet voor een eerlijke en veilige grondstoffenketen.

 

Tweet dit

Zonder het geld van de mijnbouw, geen groei van het geweld

Tweet dit

 

“Zonder het geld van de mijnbouw, zou er geen groei van het geweld zijn”, vat Nganzi het samen. “Maar de conflicten begonnen niet vanwege mineralen. Wel door het gebrek aan economische ontwikkeling, ver vóór de Eerste Congo-oorlog in 1996 begon.” Ook de vooraanstaande Congolese onderzoeker en politiek commentator Mvemba Phezo Dizolele schreef al eens ondubbelzinnig dat ‘de onrust in Congo niets te maken heeft met mineralen’.

 

De aanwezigheid van mineralen is misschien niet de oorzaak van het geweld, maar jaagt het wel aan. Dat speelt al sinds de Eerste Congo-oorlog, die rond de eeuwwisseling plaatsvond. Toen vielen Uganda en Rwanda hun buurland binnen en beroofden ze het jarenlang van zijn natuurlijke rijkdommen. Officieel zijn Uganda en Rwanda vertrokken uit de mineraalrijke provincies Ituri, Noord- en Zuid-Kivu, maar Rwanda wordt nog steeds beschuldigd van het stelen van Congolese mineralen. Het zou om toegang te houden tot de rijkdom zelfs een prominente gewapende groep, de M23, steunen met zowel financiële als logistieke hulp en zelfs soldaten.

 

Goud en de drie T’s

 

In heel Congo zijn mineralen te vinden. De meeste daarvan komen uit de zogenaamde kopergordel, een mineraalrijke regio in het zuiden van Congo, en het noorden van buurland Zambia. Van zijn bruto binnenlands product van 67 miljard dollar – ongeveer hetzelfde als Slovenië – komt een kwart uit de mineralenexport. Congo verdient het meeste aan de delving van koper uit de kopergordel, dat wordt opgegraven zonder dat er geweld mee gemoeid is. Koper is dan ook geen ‘conflictmineraal’.

 

Tweet dit

Goud is van alle mineralen de grootste drijfveer van geweld

Tweet dit

 

Goud is van alle mineralen de grootste drijfveer van geweld. Een VN-onderzoeksrapport dat in juni werd gepubliceerd noemt het zelfs een ‘cruciale inkomstenbron’ voor de gewapende groepen. Ook de zogenaamde drie T’s  – tin, tungsten (in het Nederlands wolfraam) en tantaal – zijn ‘conflictmineralen’. Net als goud worden die vooral in de conflictregio in het oosten gewonnen. Tantaal is het belangrijkste element in kobalt. Dat is onmisbaar in batterijen, en dus in elke laptop of telefoon te vinden. Ook in de iPhone 16.

 

Twee derde van alle kobalt in de wereld ligt in Congolese bodem, al komt maar een klein deel daarvan uit het oosten. Uit angst voor het geweld werken weinig grote mijnbedrijven in de conflictregio. Het leeuwendeel wordt in het zuiden opgegraven door ‘artisanale mijnwerkers’, ofwel mensen met scheppen. Ongeveer een half miljoen mensen werken op deze manier in de regio, blijkt uit cijfers van de in België gevestigde ngo IPIS, die al jaren onderzoek doet in de mijnen van Oost-Congo.

 

Tweet dit

Bij één op de drie mijnen die wij hebben bezocht, was het regeringsleger aanwezig

Tweet dit

 

Naast de artisanale mijnen zijn de laatste jaren veel kleine, voornamelijk Chinese, bedrijfjes opgestart. Ze werken officieel onder licenties die door de overheid zijn uitgegeven, maar dragen in de praktijk ook bij aan het geweld. Ruim de helft van de mijnen die IPIS tussen 2021 en 2023 onderzocht, kreeg namelijk te maken met inmenging van een gewapende groep.

 

Vooral regeringsleger bemoeit zich met mijnen

 

Onderzoekers praten specifiek over gewapende groepen en niet over milities of rebellen, want het Congolese regeringsleger (FARDC) is op corrupte wijze zelf het meeste betrokken bij mijnbouw, aldus IPIS-onderzoeker Ken Matthysen. “Bij één op de drie mijnen die wij hebben bezocht, was het regeringsleger aanwezig”, zegt hij. Het leger gedraagt zich volgens hem in de mijngebieden eigenlijk hetzelfde als de milities. De FARDC bestaat dan ook grotendeels uit soldaten die ooit militant waren maar amnestie kregen. Matthysen: “De oude Congolese dictator Mobutu zei dat je geen geld nodig hebt als je een geweer draagt. Die mentaliteit is er nog steeds.”

 

De bekendste, en meest gewelddadige, milities houden zich eigenlijk het minst bezig met de mijnbouw. De Allied Defence Forces (ADF), die in het grensgebied tussen Uganda en Congo opereert, gaat daar zo verschrikkelijk te werk dat de bevolking wegvlucht en er niemand overblijft om te graven, vertelt Matthysen. “En de M23, die door Rwanda wordt gesteund, opereerde in een gebied waar gewoon weinig in de grond zat. Al hebben ze sinds april wel kobaltmijnen in handen.”

 

Tweet dit

ITSCI is zo lek als een zeef

Tweet dit

 

Naast de FARDC zijn vooral de kleinere milities betrokken bij de mijnbouw. Die zijn vaak lokaal gevestigd en hebben, relatief, meer steun van de bevolking. Tijdens het graven zelf zijn de gewapende groepen meestal niet aanwezig. Matthysen: “Je ziet eigenlijk nooit mannen met geweren in de mijn zelf.” Geld verdienen ze vooral door belasting te heffen bij de mijn in de vorm van een deel van de gedolven mineralen, of via wegversperringen waar geld wordt geëist voor toegang.

 

Volgens Nganzi wil het leger een militie nooit helemaal verslaan: zolang er geld wordt verdiend, is er geen reden om de status quo op te heffen. Als het leger de milities wel zou verslaan, zou het leger worden overgeplaatst en verliezen ze hun corrupte inkomstenbron. Soms werken de groepen zelfs samen, weet Matthysen. Op maandag en dinsdag staat het leger bij een wegversperring, op woensdag en donderdag de rebellen, en de rest van de week is voor de lokale chief.

 

Van ‘schoon’ mineraal naar conflictmineraal

 

Sinds 2009 moet een internationaal systeem genaamd International Tin Supply Chain Initiative (ITSCI) de 3T-conflictmineralen van de wereldmarkt weren. ITSCI is een samenwerking tussen de DRC, Rwanda, Uganda, Burundi en mijnbedrijven en verzorgt keurmerken voor – in theorie – schone mineralen. Bedrijven zijn verplicht hun gebruikte grondstoffen te traceren naar hun herkomst. Het ITSCI-keurmerk zou aangeven dat een bedrijf de mineralen met een gerust hart kan kopen.

 

Het idee klinkt goed, maar de praktijk is anders, zegt Matthysen. Een deel van de mineralen komt in Congo in de keten door ze te mengen met ‘schone’ mineralen, of doordat corrupte overheidsfunctionarissen er een ander stickertje op plakken. De rest wordt over de grens gesmokkeld. Rwanda wordt hier vaak van beschuldigd, maar ook in Uganda en Burundi zijn veel Congolese grondstoffen te vinden die vervolgens verder de wereld over gaan. Matthysen: “ITSCI is zo lek als een zeef.”

 

Tweet dit

Als je met China strijdt om mineralen, maakt het niet uit waar je ze vandaan haalt

Tweet dit

 

IPIS schat dat ruim 95 procent van het artisanale goud uit Oost-Congo de regio uit wordt gesmokkeld. Dat komt via de buurlanden terecht in Dubai, het centrum van de wereldwijde goudhandel. Jaarlijks wordt er 35 miljard dollar aan goud uit Afrikaanse landen gesmokkeld. Ruim 80 procent daarvan komt in de Verenigde Arabische Emiraten terecht, aldus SwissAid. In Dubai wordt het omgesmolten, waarna het onmogelijk is om de herkomst te achterhalen.

 

De EU heeft, net als de Verenigde Staten, haar eigen wetgeving om conflictmineralen te weren. Toch sloten ze een handelsovereenkomst met Rwanda om daar mineralen te kopen. Dat leidde tot veel kritiek, omdat deze mineralen waarschijnlijk vanuit Oost-Congo naar Rwanda zijn gesmokkeld. De kans dat het ‘schone mineralen’ betreft is klein. “Uiteindelijk draait het allemaal om geld”, concludeert Nganzi. “Als je met China strijdt om mineralen voor je energietransitie, maakt het niet uit waar je ze vandaan haalt.”

 

Consument tast in het duister

 

Er zijn dus genoeg aanwijzingen dat de mineralen uit de regio het geweld van milities voeden. Wie gebruikt ze dan nog? Simpel gezegd, iedereen. “Alles, maar dan ook echt álles, wat hier gedolven wordt, eindigt uiteindelijk in de legale keten”, verzekert mijnexpert Armel Nganzi. Voor de consument is er geen enkele manier om te achterhalen of de mineralen in hun telefoon of laptop ethisch zijn verkregen. “Als het in de winkel ligt heeft iedereen langs de keten al zijn best gedaan om het product als schoon en eerlijk te bestempelen.”

 

Tweet dit

Elk techbedrijf gebruikt wel conflictmineralen

Tweet dit

 

Eerder dit jaar beschuldigde de Congolese regering Apple van het gebruik van conflictmineralen, wat het recente protest tegen de iPhone heeft veroorzaakt. Volgens Ken Matthysen komt dat door Apple’s transparantie: “Elk techbedrijf gebruikt wel conflictmineralen; Apple is nu eigenlijk de klos omdat het relatief open is over zijn toeleveringsketen.” Matthysen denkt dat de Congolese regering Apple gebruikt om aandacht te krijgen voor haar eigen beschuldiging, namelijk dat Rwanda mineralen steelt en ze ‘schoon’ doorverkoopt.

 

Wat moet er dan gebeuren om conflictmineralen niet meer in onze elektronica te laten eindigen? De ene expert wil een totaalverbod op mineralen uit Oost-Congo en zijn buurlanden, de ander wil meer transparantie, en de volgende zegt dat het conflict niet stopt als er een einde komt aan conflictmineralen. Het enige waar iedereen het wel over eens is: tot nu toe werken de oplossingen niet.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons