Door Mirjam Vossen
De afgelopen jaren verdwenen ze één voor één: de COSsen, provinciale centra voor informatie en advies over internationale samenwerking. Vandaag gaan twee overgebleven COssen – Brabant en Zeeland – samen verder onder de naam Switch. MyWorld belde met Rob van Mierlo van COS Brabant, die de leiding krijgt over de nieuwe organisatie.
Veel COSsen hebben de afgelopen jaren het loodje gelegd. Hoe komt het dat jullie er nog zijn?
Het is veel COSsen niet gelukt om te reageren op nieuwe vragen in de samenleving en bijvoorbeeld een verbinding te maken met de marktsector. Een aantal was bovendien erg afhankelijk van enkele financiers. Wij hadden meer gespreide risico’s. Maar vergeet niet: ook wij zijn afgeslankt. In Brabant gingen we van 22 naar 14 medewerkers en ook in Zeeland is minder mankracht.
Jullie gaan verder met de veel hippere naam ‘Switch’. Waar staat die voor?
Denk bij Switch maar letterlijk aan een schakelknop. Het staat voor omschakelen naar een duurzame en rechtvaardige wereld, nu en voor de generaties na ons. Het staat voor switchen van je gedrag en je bewust zijn van de gevolgen die dat heeft voor de rest van de wereld.
Hé wacht even. Dat klinkt heel anders dan hoe we jullie kennen: een centrum voor kennis en advies over internationale samenwerking. Zijn jullie dat niet meer?
De mondiale dimensie blijft, maar onze grondslag is veranderd. Het klassieke denken in ‘het rijke Noorden’ en ‘het arme Zuiden’ is voorbij: er wonen steeds meer rijken in het Zuiden en er is armoede in alle delen van de wereld. We verleggen onze aandacht naar mondiale zaken die voor iedere burger in de wereld spelen, zoals klimaat, veiligheid, voedsel en water.
Bovendien richten we ons minder op het overdragen van kennis en meer op het veranderen van gedrag. Van oudsher is de gedachte dat educatie belangrijk is. Maar uit veel onderzoek blijkt dat mensen achteraf pas rationaliseren wat ze hebben gedaan. Het feit dat ze kennis hebben, betekent bovendien nog niet dat ze hun gedrag veranderen – kijk maar naar roken. We hebben bijvoorbeeld een campagne ‘Fietsen Scoort’, die mensen motiveert om met de fiets naar het werk te gaan. Dat doen ze niet wanneer je vraagt: ‘Doe eens iets goeds voor het klimaat’. Dat doen ze wel wanneer ze er plezier aan beleven en geld mee besparen. Je moet mensen niet eerst overladen met informatie over de grote wereld.
We kenden het COS ook als adviesloket voor mensen met projecten in ontwikkelingslanden. Wat heeft Switch voor hen nog in petto?
Voor deze groep doen we weinig meer. Ze kwamen vroeger bij het COS omdat wij een belangrijke schakel waren naar financiers van hun projecten. Maar door de vele bezuinigingen is dat nu voorbij. Daar komt bij dat er steeds minder financiering is om particuliere initiatieven te ondersteunen. Die doelgroep zijn we dus kwijt.
Wie komt daarvoor in de plaats?
We richten ons nu op vooral op jonge consumenten en producenten in het MKB. We spreken hen vooral aan hun economische rol als consument en producent. Als consument kies je elke dag: wat koop ik en wat koop ik niet? Als ondernemer bepaal je: wat produceer ik en hoe? In die economische rol proberen we de keuzes van mensen te beïnvloeden.
Internationale samenwerking heeft de wind niet mee. Is er in de huidige tijden van bezuiniging en een kritisch debat wel een plek voor organisaties zoals die van jullie?
We zullen ons nooit kunnen losmaken van de realiteit van de bezuinigingen. Maar juist daarom blijft ons werk relevant: de slachtoffers van die bezuiniging op internationale samenwerking komen moeilijker op het Binnenhof dan de slachtoffers van een nieuw zorgstelsel. De internationale solidariteit staat onder druk. Het is een solidariteit die je makkelijker kunt weggeven, omdat ze minder nabij is dan solidariteit met je buurman. Tegelijkertijd zullen we ons ook nooit kunnen losmaken van subsidies: degenen voor wie we ons inzetten, zijn mensen die nooit kunnen betalen voor wat we doen. Het zal moeten gaan via de route van fatsoen.