Opinie

‘De dader van El Paso vond zichzelf ook geen racist’

Racistisch gemotiveerde aanslagen, zoals de schietpartij in El Paso van een jaar geleden, staan niet op zichzelf, betoogt Sander Philipse. De retoriek erachter klinkt door in de media en politiek – óók de Nederlandse. ‘Ook hier wordt het steeds normaler om immigranten als bedreiging neer te zetten.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
In El Paso, Texas vermoordde een rechtsextremist precies een jaar geleden 22 mensen. Veel slachtoffers waren van Latijns-Amerikaanse komaf, en de dader werd gedreven door racisme: hij sprak over een ‘invasie’ van latino’s en hispanics die witte mensen zouden vervangen en de politiek zouden domineren. Hij zou geïnspireerd zijn door de aanvallen op twee moskeeën in Nieuw-Zeeland eerder vorig jaar, waarbij 51 mensen werden vermoord. Racistische retoriek die zijn weerklank vindt in de Nederlandse media en politiek.

De normalisering van racistische uitspraken gaan gepaard met frequentere racistische aanslagen

Dit soort door racisme gedreven aanslagen komen steeds vaker voor. De New York Times analyseerde data uit de Global Terrorism Database en concludeerde dat er sinds 2015 sprake is van een duidelijke groei in witte, extreemrechtse terroristische aanslagen. Tussen 2011 en 2014 waren er gemiddeld vijftien van die aanslagen per jaar; van 2015 tot 2017 steeg dit naar gemiddeld 96. De toenemende normalisering van racistische uitspraken en ideeën gaat dus gepaard met meer en frequentere racistische aanslagen.

Aanslagen staan niet op zichzelf

Dat deze aanslagen niet op zichzelf staan wordt duidelijk door de cijfers, maar ook doordat de daders geregeld manifesten online plaatsen om hun ideologie te verspreiden. In april gebeurde dit bij een dodelijke aanslag op een synagoge in Californië, in oktober bij de aanslagen op moskeeën in Christchurch, Nieuw-Zeeland, en ook de man die in 2015 negen zwarte kerkgangers vermoordde in Charleston, South Carolina plaatste een manifest.

Vijf aanslagplegers noemden volgens de New York Times Anders Breivik als inspiratie, en de terrorist van El Paso zag de Christchurch-aanslag als belangrijke voorganger.

De daders zijn geobsedeerd door het idee dat witte mensen ‘vervangen’ worden

De inhoud van hun manifesten maakt duidelijk dat deze aanslagplegers door dezelfde bronnen worden beïnvloed. De daders zijn geobsedeerd door het idee dat witte mensen ‘vervangen’ worden door andere bevolkingsgroepen en hun dominante positie in de samenleving kwijtraken. Dit idee wordt ook ‘omvolking’ genoemd. Moslims, zwarte mensen en andere mensen van kleur zijn de bedreiging en het doelwit. Vaak zijn de manifesten ook doordrenkt van misogynie en homofobie, met bijbehorende ideeën over het ‘verval van de samenleving’.

Dit zou de politiek geëngageerde Nederlander bekend in de oren moeten klinken. Geert Wilders heeft het al sinds jaar en dag over ‘islamisering’ – hij werd niet voor niets door Breivik als inspirator genoemd. PVV-Kamerlid Martin Bosma reageerde verontwaardigd toen het tv-programma Nieuwsuur het waagde om ‘omvolking’ een complottheorie te noemen, en Thierry Baudets doembeeld is een toekomst waarin Nederland niet langer dominant wit is.

‘Als Nederland zijn immigratiebeleid niet wijzigt, [worden we] een minderheid in ons eigen land’, tweette hij onlangs nog. Moslims en andere niet-witte Nederlanders horen blijkbaar niet bij ‘we’.

De Nederlandse politiek is ‘tegen buitenlanders’

De opkomst van dit soort ideeën afschuiven op PVV en FvD is echter te makkelijk. ‘Ik heb het niet over één partij, maar over de stemming in Den Haag. Die is tegen buitenlanders’, zei toenmalig nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer in 2013 al. Dit is sindsdien alleen maar heviger geworden.

Anti-migratieretoriek is niet voorbehouden aan rechtse partijen

Niet migranten, maar politici veroorzaken het woningtekort

Toenmalig CDA-leider Sybrand Buma waarschuwde in de HJ Schoo-lezing van 2017 voor ‘verwatering’ van de Nederlandse traditie en cultuur, die volgens hem veroorzaakt wordt door migranten die vasthouden aan hun eigen cultuur en de islam. ‘Immigratie uit Afrika [verstoort] het evenwicht in Nederland’, aldus de prominente politicus.

VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis maakt er een sport van om feitenvrij vluchtelingen de schuld te geven van de lange wachtlijsten in de sociale huursector, terwijl zijn eigen partij de afgelopen twee decennia het voortouw nam in de afbraak van sociale huur.

Deze manier van framing is niet voorbehouden aan rechtse partijen: de SP hamert al een paar jaar op de notie dat migranten de lonen van Nederlandse arbeiders bedreigen, en Kamerlid Jasper van Dijk suggereerde dit jaar dat er ‘weer een stuk conservatievere ideeën leven’ als gevolg van immigratie. Paul Scheffer, lange tijd partij-ideoloog van de PvdA, beschrijft in zijn columns in NRC al een jaar zijn ideeën over restrictiever immigratiebeleid als magische oplossing voor het ongemak van de witte Nederlander. Racistisch beleid als antwoord op racistisch ressentiment, omdat we daar anders niet van afkomen.

Dood als effectief anti-migratie-instrument

Dat algemeen ingeburgerde, xenofobe retoriek uiteindelijk tot geweld tegen mensen leidt mag geen geheim zijn. Dat weten ook de republikeinse politici die in de Verenigde Staten aanzetten tot haat. President Trump zei in reactie op de aanslag in El Paso dat een verenigde vuist tegen racisme nodig was, al gooide hij direct mensen met een geestelijke ziekte onder de bus, en in één adem door pleitte hij voor verder gesloten grenzen. Racisme = slecht; immigranten haten = goed.

Afstand nemen van racisme zou een stuk overtuigender zijn als politici hun eigen retoriek zouden aanpassen, maar uiteindelijk zijn het niet alleen hun woorden die tot geweld leiden. De aanslagen zijn de uitwassen van een bredere beweging die op dezelfde ideologie gestoeld is: ideeën dat immigranten, moslims en mensen van kleur problemen veroorzaken, en dat hen de toegang tot ‘het Westen’ beperkt, zo niet ontzegd moet worden. En die ideologie heeft ook zijn weerslag in beleid.

In Nederland betekent dit dat kinderen gedeporteerd worden, dat lhbti-mensen hun geaardheid of onderdrukking moeten ‘bewijzen’ om in aanmerking te komen voor asiel, dat er dodelijke deals gesloten worden om Afrikaanse migranten bij het Europese vasteland weg te houden, en dat we tienduizenden mensen op de Middellandse Zee om laten komen. De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties stelt dat de EU ‘een beleid heeft ontwikkeld dat impliciet of expliciet de dood accepteert als een effectief anti-migratie-instrument’.

Ironische mediabubbel

Je zou verwachten dat de media zulk racistisch beleid, de massamoorden, en de manier waarop dit verbonden is met politieke retoriek, zouden duiden. In plaats daarvan worden kranten en tv-programma’s gevuld met columnisten en journalisten die dit beleid aanmoedigen, en zich in allerlei bochten wringen om het woord ‘racisme’ maar niet in de mond te nemen. Baudet begon niet voor niets als NRC-columnist.

Voor media die wel serieus willen duiden en analyseren helpt de retoriek op de forums waar deze moordenaars hun manifesten online zetten, niet bepaald. De serieuze massamoordenaar bestaat daar naast de ironische-maar-misschien-toch-serieuze tiener en de niet-zo-ironische racist. Pogingen van media om die bubbel van ironie te begrijpen stranden al snel op analyses over de vorm, waarmee de inhoud niet meer serieus wordt genomen.

Kritische artikelen die de rol van media onderzoeken bij het radicaliseren van extreemrechts zijn er nauwelijks

Weblog GeenStijl heeft jarenlang geprofiteerd van eenzelfde faux-ambiguïteit, al wordt het de laatste jaren steeds lastiger te ontkennen dat er geregeld ordinaire haat achter het blog schuilgaat. Maar kritische artikelen die de rol van GeenStijl en andere media onderzoeken bij het radicaliseren van extreemrechts zijn er nauwelijks.

Zo wordt een retoriek die immigranten, moslims en Nederlanders van kleur als bedreiging en oorzaak van problemen neerzet genormaliseerd. Dat sluit naadloos aan op de ideologie achter deze daders van racistische massamoorden. En het wordt ook gebruikt als een rechtvaardiging voor politiek beleid dat dagelijks mensenlevens kost en tot doel heeft Afrikaanse migranten uit Nederland te houden.

Pogingen van politici om afstand te nemen van racisme veranderen er niets aan dat hun uitspraken bijdragen aan de opkomst van dit soort racistische aanslagen, én aan het feit dat hun beleid nog steeds slachtoffers maakt. Zeggen tegen racisme te zijn onderscheidt ze bovendien minder van de dader van El Paso dan ze misschien denken. Ook hij vond zichzelf namelijk geen racist, maar slechts iemand die bezorgd was over de economische en culturele gevolgen van Latijns-Amerikaanse immigratie.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op 8 augustus 2019 op OneWorld.

Veel te weinig aandacht voor extreemrechtse haattaal

Radicaal rechts regeert sinds lange tijd weer mee in Europa

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons