Activist Ali Idrissa uit Niger zucht, aan de andere kant van de Skypeverbinding. Hij heeft zojuist uiteen gezet hoe Frankrijk al decennia lang geld verdient aan zijn geliefde Niger, terwijl de bevolking zelf zucht onder armoede. “In 2005 dacht ik: dit kan toch niet? We kwamen erachter dat Niger eigenlijk nauwelijks profiteert van de rijkdom in haar eigen land. Sindsdien strijden we ervoor dat de natuurlijke rijkdommen meer ten goede komen aan het volk van Niger.”
De hoofdstad Niamey wordt met het vallen van de avond letterlijk donker
In Niger, dat onderaan de Human Development Index 2015 van de VN bungelt, zit bijna 90 procent van de mensen zonder elektriciteit, zegt Idrissa. De hoofdstad Niamey wordt met het vallen van de avond donker. Wie van het asfalt van de hoofdwegen afslaat de zanderige zijstraten in, stapt in het zwarte niets. De luxere huizen en de busstations draaien bij het uitvallen van de elektra op generatoren, maar veel mensen zitten letterlijk in het donker.
Idrissa, activist voor ROTAB (organisatie die strijd voor economische transparantie): “Terwijl in Frankrijk één op de drie lampen brandt op uranium uit Niger, zitten in Niger mensen zonder elektriciteit, is de gezondheidszorg slecht, is er honger. Dat is toch verkeerd?”
Een op de drie Franse lampen brandt op uranium uit Niger
Frankrijk heeft, decennia nadat haar kolonies officieel onafhankelijk werden, de hakken nog steeds stevig in het zand staan in West-Afrika. Het heeft militaire bases in de meeste francofone landen, in zeker vijf landen zijn de Fransen militair actief met de antiterroristische missie Barkhane. En het land beschermt haar economische belangen met overtuiging; niet voor niets zei de toenmalige president Chirac in 2008: “Zonder Afrika zal Frankrijk afglijden tot een derderangs macht.”
Dat Frankrijk nog altijd leunt op West-Afrika blijkt wellicht het duidelijkst uit de uraniummijnen van Somaïr en Cominak. Die worden sinds eind jaren zestig, begin jaren zeventig geëxploiteerd in het noordwesten van Niger. Beide mijnen zijn voor respectievelijk 63 en 34 procent in handen van Areva (voorheen Cogema), een energiegigant die voor 87 procent eigendom is van de Franse staat. De mijnen leverden in 2013 ongeveer een derde van het uranium voor de Franse kerncentrales.
Hoewel sinds een paar jaar de winning van olie in opkomst is, is uranium nog altijd Nigers’ belangrijkste exportproduct; het land staat wereldwijd in de top 5 voor wat betreft uranium-voorraden. Van die ‘gele cake’ gaat verreweg het grootste deel richting de Franse kerncentrales.
Opbrengsten
Niet alleen het uranium zelf, ook de opbrengsten vloeien richting Frankrijk. Hoewel uranium in sommige jaren goed was voor 70 procent van de export, kwam volgens een rapportage van Oxfam in 2010 maar 13 procent van de exportopbrengsten uit die grondstof. In 2013 -de meest recente openbare cijfers- was het exportpercentage mede door de lage uraniumprijzen ingezakt tot zo’n vijftig procent en zakte de opbrengst voor het land tot 10 procent.
Dat komt deels doordat Areva weinig belasting betaalt. Ondanks een aanscherping van de wet in 2006, weigerde het bedrijf -lees: de Franse staat- volgens Martin Wuillaume van Oxfam meer af te dragen, omdat de exploitatie van de mijnen anders onrendabel zou worden. “Areva kreeg tot 2013 belastingvoordelen. Ze zouden tot 15 procent moeten betalen, afhankelijk van de productie, maar het was doorgaans ongeveer 5 procent”, zegt Wuillaume.
Eind 2013 liep het contract tussen Niger en Areva over de mijnen af. In mei 2014 tekenden beide partijen een nieuwe exploitatie-overeenkomst. Daarin ligt ook vastgelegd dat Areva de enorme Imouraren-mijn mag exploiteren, zodra de uraniumprijs stijgt.
Maar volgens Wuillaume is sindsdien weinig veranderd. “Areva beroept zich op de lage uraniumprijs, waardoor het minder belasting af zou kunnen dragen. Ik snap dat een arm land probeert nieuwe internationale bedrijven te trekken door vrijstellingen te geven. Maar Areva zit al bijna vijftig jaar in Niger.”
Overigens blijft onduidelijk wat Areva precies afdraagt aan Niger
Overigens blijft onduidelijk wat Areva precies afdraagt aan Niger. Het bedrijf geeft haar meest recente cijfers ondanks vragen van One World niet vrij. “Maar we kopen elk jaar voor zo’n honderd miljoen euro bij lokale leveranciers spullen in”, mailt woordvoerster Katherine Berezowskyj van Areva. “We zijn de grootste particuliere werkgever van het land, met bijna 2500 mensen in dienst. 98 procent van hen komt uit Niger.”
De beschuldiging van activisten dat het bedrijf de omgeving zou vervuilen en dat werknemers bovengemiddeld vaak ziek werden, wijst ze van de hand: “Onze mijnen voldoen aan internationale standaarden, zowel de omgeving als de werknemers worden regelmatig gecontroleerd. Bij een onderzoek tussen 2012 en 2015 is geen enkel stralings-gerelateerd ziektegeval gevonden onder oud-werknemers.”
'De regering te zwak om weerstand te bieden'
Zowel Idrissa als Wuilaume wijten de sterke Franse positie aan de zwakte van de regering van Niger. Die moet controleren wat de mijnen precies produceren, om de belastingen te kunnen berekenen. Wuillaume: “Het land mist echter kennis en drukmiddelen. Daarnaast is het heel moeilijk om de rug recht te houden tegenover grote investeerders.”
De afgelopen jaren stak Areva flink wat geld in de directe omgeving van de mijn, door onder meer sociale projecten op te zitten, zegt Berezowskyj. “We investeren ongeveer 6 miljoen euro per jaar in gezondheid, scholing en infrastructuur.” Sinds 2014 trekt het bedrijf ook geld uit voor landbouwprojecten, volgens de woordvoerster.
En Areva steekt -eenmalig- 100 miljoen euro in een nieuw hoofdkantoor in Niamey en een weg van honderden kilometers, richting Benin. Sommige van die projecten waren ook ‘wel waardevol’, zegt Wuillaume. “Maar die investeringen wegen niet op tegen de belastingen die het land misloopt. Wat die sociale programma’s betreft: je kunt je afvragen of dat de verantwoordelijkheid is van commerciële bedrijven, of van de staat.”
Toen Hollande op bezoek kwam werd ik opgepakt, zodat ik niet kon protesteren
De houding van Areva en Frankrijk heeft niet alleen kwaad bloed gezet bij Idrissa, maar ook bij veel van zijn landgenoten, zegt hij. “Frankrijk is heel impopulair onder de gewone bevolking.”Daarnaast, benadrukt Idrissa, worstelt Niger met corruptie. Geld dat naar de staat gaat, komt lang niet altijd in de maatschappij terecht maar in zakken en aan strijkstokken. “Het gaat naar ministers, bestuurders, hoger kader. Toen Hollande op bezoek kwam werd ik opgepakt, zodat ik niet kon protesteren.”
Nee, dat is volgens Idrissa geen directe aanleiding voor het terrorisme dat de laatste jaren de kop op stak in de toch al instabiele regio. Maar je kunt het er ook weer niet helemaal los van zien. De uranium mijnen waren in 2013 zelfs het doelwit van een terroristische aanslag. Hierbij kwamen 1 persoon om het leven en raakten 14 medewerkers van het bedrijf gewond. Op dezelfde dag kwamen 19 mensen om bij een zelfmoordaanval op een kazerne elders in Niger.
Gewone mensen staan machteloos
Idrissa: “Het aantal aanslagen in de regio is alleen maar toegenomen sinds Franse troepen het terrorisme bestrijden. Er zijn veel aanvallen, veel doden. Dat is geen toeval, want het nemen van onze bronnen gaat door tot op de dag van vandaag. De gewone mensen staan machteloos, elk jaar lijden ze honger. Het houdt de misère in stand en daar spelen Islamisten op in.”