Zondagmiddag het bos in.
Een november zonnetje warmt het gemoed op.
In deze dagen een wat zwaarder gemoed. Er is minder werk, de eerste bewegingen van het kabinet Rutte II doen zich voelen. Kinderalimentatie gebaseerd op een inkomen van drie jaar geleden, pleegt een aanslag op ons geslonken huishoudpotje.
Vier jaar geleden liepen we met het hondje van mijn oudste stiefdochter in het bos.
Na een paar meter, lag het hondje onder een reusachtige herder en zijn baas lag erbij. Met deze ervaring in onze rugzak stapten we het bos in. De test volgde spoedig, een bouvier naderde ons, op enkele meters, gevolgd door zijn bazin. Selffulfilling prophecy. De bouvier viel aan, ons hondje piepte. De corrigerende tik van mijn vrouw hielp. De bazin, verongelijkt. ‘Hij was aan het spelen’.Het bordje van Staatsbosbeheer fungeerde als scherprechter: Honden aan de lijn. ‘Geen verontschuldiging. Hoe haalde ik het in mijn hoofd om met mijn hond het bos in te gaan. Met de rug toegekeerd klonk haar verwijt: Doe normaal’! Haar hond, in twijfels, keek mij aan en zocht zijn leider.
Ik ook.