Parijs ontwaakt uit een nachtmerrie? Was dat maar waar. Want na Beiroet, na Parijs zal er nieuw geweld volgen. We zijn wakker geworden in een nachtmerrie. Wat te doen?
Na Beiroet, na Parijs zal er nieuw geweld volgen
Politieke leiders hebben hun reacties op de aanslagen gegeven. Ze betuigen medeleven met nabestaanden, staan vastberaden voor de waarden die ons dierbaar zijn en tonen zich strijdvaardig. We zijn “in oorlog met ISIS”. Ons antwoord zal “genadeloos” zijn. Het geweld in Parijs confronteert ons met drie kernvragen. En het risico om daarop het verkeerde antwoord te geven, is reëel.
Vraag 1: Hoe de strijd tegen ISIS vervolgen?
De eerste vraag is hoe we de strijd tegen ISIS moeten voortzetten. De verleiding om militair te escaleren is groot, maar de ideologie van ISIS laat zich niet wegbombarderen. Zeker, de luchtoperaties hebben ISIS pijn gedaan. Maar ondanks of misschien wel juist dankzij de bombardementen is ISIS uitgegroeid tot een internationale en minder grijpbare bedreiging. Een beweging die kan rekenen op steun van 35 geaffilieerde groepen in het Midden-Oosten, Afrika en Centraal-Azië en van Syrië-gangers uit Europa. Met een militaire escalatie volgen we een script dat door ISIS zelf is geschreven en waarvan de uitkomst ongewis is. Zie Irak.
De echte oplossing ligt in het beëindigen van de humanitaire catastrofe in Syrië
Juist nu is het belangrijk te beseffen dat ISIS niet de oorzaak van de crisis in het Midden-Oosten is maar het gevolg daarvan. Symptoombestrijding is soms nodig. Maar de echte oplossing ligt in het beëindigen van de humanitaire catastrofe in Syrië. Die oorlog kan niet op het slagveld, maar moet met een diplomatiek offensief worden beslecht. Want een vreedzame en inclusieve samenleving voor alle Syriërs is het nachtmerriescenario voor ISIS. We kunnen ISIS alleen “wegvagen” als we er in slagen het vertrouwen te herwinnen van de Soennitische gemeenschappen. Zij zijn op zoek naar veiligheidsgaranties en menen die bij gebrek aan beter nu bij ISIS gevonden te hebben.
Vraag 2: Hoe verder met vluchtelingen uit Syrië?
De tweede vraag is hoe we moeten omgaan met de vluchtelingen uit Syrië. Populisten zullen het geweld in Parijs aangrijpen om angst voor vluchtelingen aan te wakkeren. Meer vreemdelingenhaat, meer anti-Islam retoriek, meer polarisatie: dat is precies wat de aanslagplegers beogen. Dat bevestigt hun wereldbeeld waarin het Westen moslims als tweederangs burgers marginaliseren.
Wij kunnen het wereldbeeld van ISIS verpulveren door vluchtelingen humaan op te vangen
Wij kunnen dat wereldbeeld van ISIS verpulveren door vluchtelingen humaan op te vangen. De aanslagplegers in Parijs willen een wig drijven tussen het Westen en de Islam, tussen Europa en de vluchtelingen. Parijs kan de angst tussen mensen vergroten. Maar Parijs kan ook de lotsverbondenheid tussen mensen versterken. Natuurlijk moeten we vluchtelingen screenen op veiligheidsrisico’s. Maar het sluiten van de grenzen voor vluchtelingen versterkt de propaganda van ISIS. Dat maakt ons niet veiliger. Integendeel.
Vraag 3: Hoe radicalisering bestrijden?
De derde vraag is hoe we radicalisering en extremisme effectief kunnen bestrijden. Politieke leiders staan onze zware druk om onze veiligheid te bewaken. Maar met een genadeloze jacht op mogelijke daders riskeren we bovendien de waarden te ondermijnen die we juist willen beschermen en de mensen van ons te vervreemden die we juist moeten vasthouden. Parijs dwingt ons om de modus operandi van de strijd tegen terreur kritisch tegen het licht te houden. Repressie blijft onvermijdelijk maar preventie is veel belangrijker. Er is meer aandacht voor de grondoorzaken van radicalisering nodig. De sympathie waarop ISIS kan rekenen onder werkloze en kansarme jonge moslims in de Franse banlieus en elders dwingt ons daartoe.
De aanslagen in Parijs kunnen politieke leiders verleiden tot militaire escalatie en genadeloze repressie. Maar het zou verstandiger zijn die verleiding juist te weerstaan.
***Dit stuk is op 19 november in Trouw gepubliceerd.