En ja, ook in Nederland. Zo heeft Atlas Contact een redacteur op non-actief gesteld en is Jeppe Claes weggestuurd bij het Nationale Theater. Deze mannen zijn geen uitzondering: 32% van de Nederlandse vrouwen ondervond in een jaar een vorm van seksuele intimidatie, volgens een EU-enquête uit 2014. Zulke gevolgen zijn niet hetzelfde als structurele verandering, maar het is wel een begin.
Dit toont wat een beweging kan bereiken die zich organiseert rond de gedeelde problemen van een specifieke bevolkingsgroep. We zagen het eerder gebeuren met de open brief tegen GeenStijl, ondertekend door meer dan honderd vrouwen in de media, en met de anti-Zwarte Piet beweging, die al decennia het structurele racisme in de Nederlandse samenleving aan de kaak probeert te stellen. Oftewel: identiteitspolitiek is best nuttig in het bestrijden van maatschappelijke problemen.
“Dit toont wat een beweging kan bereiken die zich organiseert rond de gedeelde problemen van een specifieke bevolkingsgroep
Ondertussen wordt hij al sinds zijn boek uitkwam, neergesabeld in de Amerikaanse pers. Als hij geinterviewd wordt gaat hij daar op zijn bek, en als mensen zijn boek lezen schrijven ze het kapot. Buiten de rechtse bubbel wordt hij in Amerika vooral belachelijk gemaakt, maar hier wordt hij maanden later nog serieus genomen.
Media en politiek haten identiteitspolitiek
De media zitten hierin op een lijn met de politieke partijen: al dat gezeik over andermans identiteitspolitiek ten spijt, is er geen politicus die beweert aan identiteitspolitiek te doen –behalve misschien Geert Wilders en Thierry Baudet. Dat partijen soms toch wel heel particuliere claims maken, zoals het geflirt met de gewone (lees: witte) man door ons kersverse kabinet, is een tweede. Maar als er iets is dat het Nederlandse politieke discours domineert, is het wel een retorische pretentie tot universalisme.
““The only people who care enough about us to work consistently for our liberation is us.” – Combahee River Collective
En daar blijft het niet bij: vrijwel alle verworvenheden waar bijna iedere politieke partij prat op gaat, danken wij aan bewegingen die zich organiseerden rond een identiteit. De vrouwenbeweging leidde tot het vrouwenkiesrecht, de arbeidersbeweging tot de inperking van bepaalde vormen van arbeidsuitbuiting, de homorechtenbeweging tot het openstellen van het huwelijk, en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Deze rechten worden nu als universalistisch gezien, maar vergden jaren en jaren aan particuliere, identiteitsgebonden strijd—ook toen de term identiteitspolitiek nog niet was uitgevonden. Zoals Mychal Denzel Smith uiteenzet, gebeurde dat in 1977 door de zwarte vrouwen van het Combahee River Collective, toen ze zich realiseerden dat hun identiteit de basis van hun strijd moest zijn. “The only people who care enough about us to work consistently for our liberation is us.”
Door identiteitspolitiek naar universele bevrijding
Maar al is deze identiteitspolitiek er een van particuliere claims voor specifieke bevolkingsgroepen, toch leidt zij in haar ultieme, utopische vorm wel degelijk tot een universele bevrijding. Het daadwerkelijk oplossen van de specifieke problemen vereist namelijk een radicale verandering, een omwenteling van witte heerschappij, van het patriarchaat, van kapitalisme en wat dies meer zij – het oplossen van de particuliere claim is een noodzakelijke, maar niet afdoende voorwaarde voor algemene bevrijding. Of, zoals het Combahee River Collective het zag: “Our freedom would necessitate the destruction of all the systems of oppression.”