‘Kijk, daar zie je weer kruizen op de kerkgebouwen,’ wijst Werner Nijman, een Nederlander die voor de hulporganisatie Salt Foundation werkt en al jaren in Irak woont. De kruizen moeten de gevluchte inwoners geruststellen: Qaraqosh likt zijn wonden. Voorheen woonden hier 50.000 mensen, vrijwel allemaal christelijk. Veel huizen zijn echter verwoest en het gebrek aan water en elektriciteit en een gevoel van onveiligheid zorgen voor lege straten. Opvallend veel huizen hebben brandschade. Toen IS werd aangevallen en zich terugtrok naar het 20 kilometer verderop gelegen Mosul, staken ze veel gebouwen in brand.
De organisatie van Nijman helpt gevluchte inwoners met terugkeren, o.a. door het financieren van reparaties aan woningen. ‘Nu verdwijnen deze nieuwe ramen en deuren helaas ook weer snel', vertelt Nijman. 'Inwoners vinden dat soort spullen soms weer terug op de markt langs de weg tussen Mosul en Erbil, waar ze weer worden doorverkocht.’
Volgens Nijman komen de daders waarschijnlijk uit de Arabische dorpen die om Qaraqosh heen liggen. Het zijn daarom ook deze inwoners en die van het verderop gelegen Mosul waar de christenen nog steeds met wantrouwen naar kijken. Ook nu IS steeds verder wordt verjaagd. De christenen denken dat hun oude buren op de hand van de terreurbeweging waren of wellicht zelfs nog zijn.
We moeten regelen dat de christenen terugkeren, al zal dat niet makkelijk zijn
‘Toch denk ik dat we moeten regelen dat de christenen terugkeren, al zal dat niet makkelijk zijn,’ zegt Nijman. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de bewoners niet wil terugkeren. Vanwege al deze zorgen over voorzieningen en veiligheid zijn veel christenen van plan Irak definitief te verlaten. Nijman begrijpt ze ook wel: ‘Sommige families krijgen toestemming van de Verenigde Naties om naar andere landen te emigreren. Ja, wat doe je dan als christen in zo’n situatie?’
Eén familie is vandaag aangekomen en is net bezig met het repareren en schoonmaken van hun huis. Zij hebben juist wel besloten terug te keren naar Qaraqosh. Een aantal familieleden is hier al eerder langs geweest om de grote gaten in de muren te dichten die door IS werden gebruikt als geheime poort naar naastgelegen huizen. Deze woning was een plek waar veel IS-strijders sliepen. Op de muur staan namen van IS strijders die uit Kirkuk kwamen. Ook is er een getekend IS-logo.
‘Ik heb drie huizen in Qaraqosh,’ vertelt de vader van de familie, ‘Ik zou wel in Erbil kunnen blijven, maar daar moeten we wat huren en dat kost alleen maar geld.’
Het veilige Erbil, hoofdstad van het Koerdisch deel van Irak, was drie jaar geleden voor de vluchtende christenen de meest logische bestemming. In en rond de christelijke wijk Ainkawa in Erbil sliepen de gevluchte inwoners van Qaraqosh soms op straat of in kerkgebouwen. Later konden zij in kampen of gehuurde woningen terecht. Wie nu rondkijkt in Erbil, ziet dat er rekening mee wordt gehouden dat een deel van de gevluchte christenen daar waarschijnlijk langer zal blijven. Er zijn nieuwe kerkgebouwen neergezet, waaronder een megagroot complex dat binnenkort opengaat en plaats biedt aan duizenden gelovigen. Het vormt een groot contrast met de kerk die tot dan de grootste was in Irak, de kathedraal ‘van de onbevlekte ontvangenis’ van Qaraqosh. Daar liggen de kogelhulzen nog op het binnenterrein en is het interieur zwartgeblakerd en verwoest. Toch is er met Pasen wel weer een dienst gehouden, voor een klein groepje gelovigen.
Mocht hij echt voor IS gevochten hebben en mensen hebben vermoord, zal hij zelf ook worden gedood
Veiligheid
Terwijl we rondrijden door het desolate Qaraqosh stuiten we in het centrum ineens op drukte. Tientallen mannen en vrouwen lopen er onder toeziend oog van de Iraakse politie naar een paar gebouwen. Ze hebben mappen onder hun arm. Maar het meest opmerkelijke: het zijn Arabieren. ‘Dat zijn inwoners van Mosul die hier bij het gerechtsgebouw komen voor allerlei papieren, voor identiteit, trouwen of overlijden,’ zegt Fady, een christen en voormalig inwoner van Qaraqosh, die op bezoek is in zijn stad. ‘In Mosul zelf kan dat niet, of niet op een veilige manier.’ Fady zegt er niet zo mee te zitten, al die Arabieren in zijn christelijke stad. De Mosuli moeten hun auto aan de rand van Qaraqosh laten staan en worden met bussen de stad in en uit gebracht. Bij de verschillende checkpoints wordt scherp opgelet of er geen IS-leden tussen zitten. En jawel, net vandaag is het prijs: een pick-up truck komt aangereden met achterop een geblinddoekte man wiens handen op de rug zijn gebonden. De wagen stopt voor het politiebureau, maar de man moet blijven zitten. Een Iraakse agent licht toe: ‘Hij is van IS. Zijn naam stond op een lijst en hij heeft het ook zelf toegegeven. Zijn volgende bestemming is Bagdad, voor verdere ondervraging. Mocht hij echt hebben gevochten voor IS en mensen hebben vermoord, dan zal hij zelf ook worden gedood.’
Fady kijkt de pick-up na, als deze weer wegrijdt. Ondanks de onrust in de omgeving en alle schade aan zijn stad, denkt hij er toch over om definitief terug te keren naar Qaraqosh. Zijn huis heeft alles goed doorstaan, al is de inrichting gestolen. Maar ‘de bescherming van onze stad moet dan wel goed geregeld zijn, het liefst met internationale troepen’ aldus Fady. Op het moment wordt er al wel wat aan de bescherming van de veiligheid gedaan. Christelijke troepen van de Nineveh Protection Units (NPU) zijn actief in de regio.
Fady denkt dat Erbil graag van de extra inwoners af wil. ‘Er gaan verhalen dat scholen na de zomer geen kinderen meer toe zullen laten die zijn gevlucht uit deze plaatsen. Zo word je wel gedwongen terug te gaan’’. Dus zegt Fady, als je hier over een jaar weer komt, dan zit ik waarschijnlijk wel weer in mijn huis.’