Lisa Hinderks groeide op met het Nederlands en de Nederlandse Gebarentaal. Beeld: Elisa Hartog
Opinie

‘Door de Nederlandse Gebarentaal is de wereld ook voor mij toegankelijk’

De Nederlandse Gebarentaal wordt eindelijk officieel erkend als taal. De taal én die erkenning hebben grote betekenis voor de dovengemeenschap, zegt Lisa Hinderks. ‘De erkenning gaat om ons recht om in NGT te communiceren en zegt: gebarentalige doven horen er ook bij in Nederland.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Eindelijk is-ie daar: de erkenning van de meest visuele taal in Nederland, de Nederlandse Gebarentaal. Gisteren nam de Eerste Kamer een wetsvoorstel voor erkenning van de NGT met algemene stemmen aan. Dit betekent dat de NGT naast het Fries ook een officiële taal is in Nederland. En dat doven het recht hebben om te communiceren in deze taal. De wet houdt nog veel meer in, maar op symbolisch niveau voel ik me gezien, gehoord, erkend.

Deze gebarentaal is namelijk veel meer dan alleen een collectie gebaren. Er gaat een wereld achter schuil, met mimiek, lichaamsbewegingen en emoties. Wat al die verschillende dimensies van de NGT zijn en betekenen, kan een taalwetenschapper je waarschijnlijk het beste vertellen. Ik ben een gebarentalige en ik kan je vertellen wat de taal voor míj betekent. Voor mij is de taal natuurlijk; iets eigens. Ik kan je vertellen welke werelden erachter schuilgaan. Welke betekenis de NGT heeft in mijn leven. Wat ik bijzonder vind aan de taal. Wat de dingen zijn die mij raken.

Al in 2016 dienden drie Kamerleden een initiatiefvoorstel in om de Nederlandse Gebarentaal (NGT) officieel te erkennen. Kamerleden Attje Kuiken (PvdA), Carla Dik-Faber (ChristenUnie) en Jessica Van Eijs (D66) pleitten er met dit voorstel voor dat de Nederlandse Gebarentaal (NGT) juridisch erkend zou worden. Een meerderheid van de Tweede Kamer steunde afgelopen augustus het voorstel. Op 13 oktober stemde ook de Eerste Kamer voor het initiatiefwetsvoorstel. Er werd toegelicht dat deze erkenning bijdraagt aan de bekendheid en het serieus nemen van de NGT.

Met deze wet krijgen dove en slechthorende mensen meer mogelijkheden om deel te nemen aan het openbare leven. Ze kunnen sneller en gemakkelijker aanspraak maken op een tolk. Door deze (juridische) erkenning worden er ook een aantal nieuwe rechten en plichten vastgelegd; zoals het recht om een eed, belofte of bevestiging af te mogen leggen in NGT. De verwachting is dat de wet volgend jaar officieel van kracht wordt.

Dit is een ode aan de Nederlandse Gebarentaal. Ik ben me bewust van de ironie, dat dit geschreven stuk niet in de taal is die ik zo waardeer. Maar hoe kan ik anders de niet-gebarentaligen bereiken? Alle mensen die de taal niet machtig zijn, maar er wel meer over willen weten? Of degenen die de taal net zo mooi vinden als ik, maar de taal zelf (nog) niet beheersen. Of juist degenen die denken dat gebarentaal geen echte taal is; dat het slechts gewapper in de lucht is. De personen die denken dat de gebarentaal minderwaardig is aan gesproken Nederlands, die denken dat de taal een hulpmiddel is.

Deze ode is om jullie een inzicht te geven in de taal waar ik zo van houd en waarin ik liefheb

Deze ode is voor al die mensen, om jullie een inzicht te geven in de taal waar ik zo van houd, de taal waarin ik liefheb, die ik koester. Inzicht in de taal die me toegang geeft tot een wereld waar ik anders misschien nooit toegang tot had kunnen krijgen. En ook om jullie te laten zien dat al die vooroordelen over de taal niet kloppen.

Geen toeschouwer meer

Ik ben tweetalig opgegroeid, met het Nederlands en de NGT. Als doof kind was ik vooral geïnteresseerd in het Nederlands. Ik verdiepte me in boeken, in verhalen, ging wekelijks naar de bibliotheek. Ik dacht dat de wereld toegankelijker zou zijn als ik me vooral in deze taal zou verdiepen. Dat mensen me meer zouden accepteren als ik vooral in het Nederlands zou communiceren en niet in NGT. Dat had ik mis. Ik werd juist het meest geaccepteerd door de gebarentaligen. De mensen die de wereld visueel zien. Die mij opnamen als een van hen, omdat ze meteen zagen dat ik erbij hoorde omdat ik ook een gebarentalige was.

Ik was plotseling het verhaal én de verteller

Als puber, toen ik in de dovengemeenschap terechtkwam, was ik verrukt over alles wat ik kon volgen. Opeens kon ik alles begrijpen, overal over meepraten. De wereld was ineens toegankelijk. Ik maakte er onderdeel van uit. Terwijl ik eerder altijd het gevoel had gehad op een afstandje toe te kijken, me aan te moeten passen: het leven werd geleefd door anderen en ik keek toe. Nu leefde ik zelf. Ik was plotseling het verhaal én de verteller.

Wat ik zo fijn vind aan gebarentaal is het continue contact met elkaar. Je weet het meteen als iemand niet echt luistert of maar half luistert, doordat hij of zij af en toe wegkijkt. Wie echt oplet, kan als luisteraar namelijk niet wegkijken, want gebaren zijn visueel en daarbij moet je alles kunnen zien. De echt fijne luisteraars zijn degenen die heel actief luisteren. Die tijdens jouw verhaal heel hard knikken en af en toe geschokt kijken, of juist verrukt. Dat zijn degenen die helemaal meegaan in je verhaal. Dat hoeft niet eens in gebaren; mimiek is daarbij al genoeg.

De wereld is gewoon veel mooier als je haar beschrijft in NGT

De ogen die steeds wat wijder open gaan staan als iemand verbaasd is. De open mond als iemand gefascineerd is door je verhaal. De zucht als iemand geërgerd is. De neusvleugels die een beetje omhoog gaan als iemand bevestigt wat je zegt. Een wenkbrauw die omhoog gaat als iemand het niet helemaal met je eens is. Een hoofd dat lichtjes heen en weer schudt. Lippen die op elkaar geperst worden, een geërgerde blik, ogen die zich afwenden. Iedereen reageert anders op verhalen. Al deze non-verbale communicatie is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse Gebarentaal, dat alleen maar visuele aspecten kent.

Hoe dankbaar ben ik, dat ik doof ben geboren: dat de Nederlandse Gebarentaal zo’n groot onderdeel van mij is. Dankbaar ook, dat mijn ouders besloten om NGT te leren voor mij en mijn broer en zo inzagen hoe belangrijk gebarentaal voor ons is. Dankbaar dat ik door de taal eindelijk echt mezelf werd, dat ik nu dichter bij mezelf sta dan ooit. Hoe ik door de taal het gevoel heb dat ik mijn emoties beter kan uiten. Dat de wereld gewoon veel mooier is als je haar beschrijft in NGT. Dat verhalenvertellers zo mooi zijn om naar te kijken dat ik er soms geen genoeg van krijg. Dat ik de handen wil volgen die zovele levens schetsen en mensen beschrijven.

Ik ben ook dankbaar dat de Nederlandse overheid nu inziet dat de taal ook in Nederland officieel erkend moet worden. In veel landen in Europa, zoals Denemarken, Finland, België is de nationale gebarentaal al erkend als taal. Voor mij is de Nederlandse Gebarentaal een thuis, een taal waarin ik me echt mijzelf voel, waarin ik me volledig kan uiten.

De erkenning van de NGT betekent dat ik het recht heb om in NGT te communiceren als ik dat wil, dat er nooit meer zo’n drama als een verbod op gebarentaal plaats zal vinden. Maar vooral is het symbolisch: gebarentalige doven horen er ook bij in Nederland.

'Gaan we nu wel naar dove en slechthorende Nederlanders luisteren?'

Niet iedereen is welkom in podcastland

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons