Marte Hoogenboom: ‘Transgenderacceptatie is toch niet ónze verantwoordelijkheid?’
Ik heb iets gedaan en vraag me af of ik er spijt van moet hebben. Eind 2020 bood de regering haar excuses aan voor de jarenlange verplichte sterilisatie en geslachtsoperatie van mensen die de geslachtsregistratie in hun paspoort wilden aanpassen. Historische excuses. En nou ja, daar wilden we als OneWorld iets mee.
Dus vroeg ik jou of je iets wilde schrijven. Vanuit het idee: laat de mensen aan het woord over wie het gaat. Toch voelde het ook een beetje wrang, want hoe vaak had ik jou niet gezegd dat ik me erger aan de bemoeienis van reguliere media met jouw en mijn genitaliën? Maar ik dacht dat het wel kon. Het ging tenslotte niet over genitaliën, maar over onze mensenrechten. Toch?
Volgens mij antwoordde ik zoiets als: we moeten onze emancipatie toch niet laten afhangen van die enkeling die dat bastion toevallig wél is binnengekomen, of er warme connecties heeft? Jouw en mijn acceptatie is toch iedereens verantwoordelijkheid? Uiteindelijk gaf ik een beetje schoorvoetend toe dat ik mijn keuzes voor bepaalde thema’s en schrijvers niet op mijn eigen identiteit durfde te baseren. Ik wilde niet dat mensen dachten dat ik alleen maar door een ‘transgenderbril’ kon kijken. Inmiddels is dat gesprek een jaar geleden en in de tussentijd heb ik gezien: de deuren móeten open, en dat gaan ze alleen van binnenuit.
“Media hebben geen benul van de rol die zij spelen in de stigmatisering van trans personen
Zolang wij niet vaker zelf aan het woord gelaten worden over de thema’s die ons aangaan, zal onze representatie niet verbeteren. Al was het maar omdat de onderlinge ervaringen van transgender personen zo divers kunnen zijn. Neem jou en mij: jij herinnert je niet anders dan dat je genderidentiteit vrouwelijk was; ik heb mijn mannelijkheid pas in 2019 gedag durven zeggen. Jij worstelt juist meer met je seksualiteit, vertelde je, terwijl ik lang geleden heb besloten me daar geen zorgen meer om te maken.
“Alle transervaringen worden in de media op één hoop gegooid
Dus ja: we moeten meer oog hebben voor de diverse transgenderervaringen die naast elkaar bestaan, en het is belangrijk dat die worden gebracht door de mensen van wie de ervaringen zijn – die de taal spreken. Maar dan nog blijft de vraag: had ik jou om die ervaring mogen vragen, of niet?
Tammie Schoots: ‘Ik ben steeds degene die bekeken wordt en nooit degene die mag kijken’
In onze vele verhitte gesprekken, die vaak tot het gaatje van de nacht doorgaan, zijn jij en ik het steevast over één ding oneens: jij noemt jezelf in de eerste plaats vrouw, terwijl ik altijd expliciet maak dat ik een transgender vrouw ben. Met ‘vrouw’ bedoelen we in de spreektaal nu nog te vaak cisgender vrouwen. Dat ben ik niet.
Door mijn trans identiteit te benoemen zeg ik eigenlijk: dit is ook een vrouwenervaring, en daar ben ik trots op. In mijn mediaoptredens en artikelen benadruk ik wat mij anders maakt dan cisgender mensen. Dat doe ik om trans identiteiten te normaliseren, maar privé rouw ik nog altijd om het feit dat mijn leven niet verloopt volgens die norm.
“Cisgender vrouwen worden in de spreektaal 'gewone vrouwen' genoemd
Ik ben verdrietig geweest nadat het artikel werd gepubliceerd. Niet om wat ik in het artikel zelf zeg, maar omdat het publiekelijk bevestigde dat een doorsnee leven niet voor mij is weggelegd. Ik snak naar dat gewone bestaan: trouwen met een breedgeschouderde 9-tot-5-man die na een lange kantoordag thuiskomt en vraagt: ‘Wat gaan we eten?’ Vóór mijn artikel op OneWorld kon ik mezelf nog wijsmaken dat er ooit zo’n man zou komen. Maar sindsdien is het eerste wat je van me te weten komt als je mij googelt dat ik ooit een ander geslachtsdeel had. Wil de 9-tot-5-man mij nu nog wel?
“Mensen die ik aanspreek op transfobie zuchten dat ze ‘ook niets meer mogen zeggen'
Als we willen dat transgender personen gewoon mogen meedoen, moeten we allereerst erkennen dat ze niet gelijkwaardig worden behandeld. Maar om dat duidelijk te maken, moet ik mijn boodschap zo verpakken dat cisgender mensen het leuk blijven vinden. Het publiek wil een mooie, behapbare transgender persoon, die niet te beschuldigend is en alles bij zichzelf houdt. Voor een ouder publiek ben ik de kleindochter en moet ik verwijten verdragen als: Wat zit je nou te zeuren, ik heb toch ook grotere handen? Als ik voor een groep studenten spreek, zeggen de haantjes ongegeneerd: Ik zou nooit met je gaan want je kan geen kinderen krijgen. Mensen die ik op hun transfobie aanspreek, zuchten dat ze ‘ook niets meer mogen zeggen’.
“Soms voel ik me een aapje dat zo nu en dan een dansje mag komen doen
Soms voel ik me een aapje dat zo nu en dan een dansje mag komen doen. De strekking is bijna altijd hetzelfde: Tammie, we hebben een transgender persoon nodig – een geleefde ervaring. Schrijf bijvoorbeeld over je operatie. Dat is traumaporno: ik moet het binnenste van mijn ziel laten zien, anders kom ik niet aan het woord. Ik ben steeds degene die bekeken wordt, nooit diegene die mag kijken. Echte emancipatie is wanneer je zegt: hier heb je 500 woorden, schrijf over iets waarover jíj wilt schrijven.
Maar misschien ben ik wel minder bezig met systeemverandering, vanuit de gedachte: niet iedereen heeft het privilege om op een revolutie te wachten. Ik wil op de korte termijn iets goedmaken wat ik nooit heb gehad. Ik verdraag alle nare opmerkingen vanuit de hoop dat ergens in een auto een kleine Tammie op de achterbank zit, die mij op de radio hoort en wier leven voorgoed verandert. Voor hen doe ik, zo nu en dan, graag een kunstje.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand