De economie trekt wereldwijd aan. Dat blijkt uit de economische prognose voor 2014 en 2015 van de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. In de eurozone groeit de economie in 2014 met 1,2% en in 2015 met 1,7%. In de BRIICS-landen (Brazilië, Rusland, India, Indonesië, China, Zuid-Afrika) groeit de economie met respectievelijk 5,3% en 5,7% in die jaren. "We kijken met veel meer optimisme naar de toekomst", zei Angel Gurria, president van de OESO bij de presentatie van de prognose in Parijs.
Met deze groeicijfers lijkt de financiële crisis eindelijk voorbij, maar de OESO waarschuwt voor een aantal gevaren. In de ontwikkelde landen heerst nog altijd hoge werkloosheid, en structurele hervormingen op het gebied van bijvoorbeeld pensioenen en gezondheidszorg moeten doorgevoerd worden om de groei vast te houden. “De tijd van hervormingen is nu: we hebben beleid nodig dat groei stimuleert maar tegelijkertijd voor iedereen kansen creëert”, aldus Gurria. “We moeten ervoor zorgen dat de voordelen van economische activiteit door iedereen gedeeld wordt.” De OESO waarschuwt daarnaast voor de lage inflatie in de eurozone, die een bedreiging vormt voor de groei. Ook moet de bankenunie in de eurozone bekrachtigd worden om de bankensector weer gezond te maken, schrijft de OESO.
Groei neemt iets af in opkomende economieën
In opkomende economieën is de groei minder groot dan verwacht. Dat komt onder andere door strengere financiële regels in bijvoorbeeld China. Ook spelen geopolitieke risico's mee. Investeerders zijn voorzichtiger met investeren in bijvoorbeeld Turkije en Argentinië vanwege geopolitieke en economische onzekerheid. Ook de crisis in Oekraïne speelt daarin mee.
In India wordt meer groei verwacht dan in andere opkomende economieën, onder andere omdat de verkiezingen geweest zijn en daarmee een hoop onzekerheid over toekomst beleid is weggenomen. Ook wordt er minder inflatie verwacht, waardoor mensen meer zullen gaan consumeren. China heeft nog altijd de beste groeicijfers, hoewel de verwachte 7,5% niet zo hoog is als de dubbele cijfers van een aantal jaar geleden. Er wordt geïnvesteerd in spoorwegen en sociale huurwoningen, wat binnenlandse economische activiteit moet stimuleren. Ook wordt verwacht dat de export van China zal groeien.
Desondanks moeten de BRIICS-landen ook gaan denken aan structurele hervormingen, zegt de OESO. Als je de economische groei in 2014 vergelijkt met die in 2007, is die in alle landen behalve Indonesië lager.
Banen nodig
Tijdens het debat over de prognose ging het kort over wat zulke structurele hervormingen precies inhouden. Volgens Richard Trumpka, internationaal vakbondsleider, zijn "structurele hervormingen een codewoord voor een flexibele arbeidsmarkt. Dat is slechts voor arbeiders en voor de economie. Als je wilt dat mensen hun geld uitgeven, moeten ze wel geld verdienen." Gurria antwoordde daarop dat werk inderdaad nodig is om consumptie omhoog te brengen en dat hogere lonen belangrijk zijn om ongelijkheid te bestrijden, maar dat dan eerst de productiviteit van industrieën omhoog moet. "En daarvoor zijn die structurele hervormingen die we in ons rapport noemen nodig", zei hij.
In de kaart hieronder kun je voor de OESO- en BRIICS-landen bekijken hoe het met indicatoren van economische groei gesteld is. (Let op: als je een foutmelding krijgt, moet je de pagina verversen.)
