Toch laait de laatste tijd de discussie over dierenwelzijn van dieren in gevangenschap op. Zo zorgde de documentaire Blackfish onlangs voor een fokverbod van orka’s in het Amerikaanse SeaWorld en besloot de Nederlandse overheid in september 2015 het gebruik van wilde dieren in circussen te verbieden. ‘De nadelen voor de wilde dieren wegen niet op tegen het vermaak van publiek en daarom is besloten tot dit verbod’, zo luidde het belangrijkste argument. En nu dus ook de sluiting van de dierentuin in Buenos Aires, omdat een dierentuin ‘niet meer van deze tijd’ is (zie kader hieronder).
Buenos Aires
Na bijna 140 jaar gaat de populaire dierentuin van Buenos Aires haar deuren sluiten. De Argentijnse dierentuin zal later heropenen als educatief park waarin dieren niet meer in gevangenschap verblijven. Deze overstap moet andere dierentuinen inspireren om een soortgelijke keuze te maken, waarbij minder dieren achter de tralies zitten en waarin de focus ligt op duurzaamheid en milieu.
Nut van een dierentuin
Een van de belangrijkste regels die de Nederlandse overheid stelt aan het welzijn van dieren in de dierentuin luidt: ‘Dieren moeten de ruimte hebben om hun natuurlijke gedrag te kunnen vertonen. Bijvoorbeeld graven, klimmen, zwemmen en nesten bouwen.’ Maar is het wel mogelijk dat dieren ‘natuurlijk gedrag’ vertonen in een onnatuurlijke setting?
Yvonne Lemmen, woordvoerder van dierenrechtenorganisatie PETA Nederland (People for the Ethical Treatment of Animals) zegt van niet. “De dieren kunnen vaak niet rennen en niet jagen. Ze kunnen hun natuurlijk gedrag dus niet uitvoeren.” Volgens PETA leidt gevangenschap vaak tot fysieke en mentale problemen, maar daar is weinig wetenschappelijk bewijs voor te vinden. Op haar website schrijft PETA Nederland dat zelfs in de beste dierentuinen onder de beste omstandigheden een leven lang in gevangenschap geen leven is voor wilde dieren. “Eigenlijk draagt de dierentuin nergens aan bij”, vindt Lemmen.
Met die stelling is de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) het niet eens. De overkoepelende organisatie voor dierenparken in Nederland stelt dat dierentuinen drie belangrijke bestaansredenen hebben. Ten eerste heeft de dierentuin een educatief doel. Door de dieren te laten zien en erover te vertellen, krijgen bezoekers bewust en onbewust informatie mee over dieren en planten en de samenhang ertussen. Dat is belangrijk voor het voortbestaan van mens, plant en dier. Daarnaast kan de dierentuin, door kwetsbare diersoorten te beschermen en ‘in beperkte gevallen terug te plaatsen’, mee werken aan natuurbescherming. Ten slotte kan wetenschappelijk onderzoek naar diergedrag in dierentuinen weer gebruikt worden in de natuurlijke leefomgeving van dieren. “De missie van de NVD voor de komende vier jaar is dat we ons blijven bezighouden met de kwaliteit van de dierentuin om de bezoekers te inspireren tot liefde en respect voor de natuur”, zegt Mariëlle van Aggelen, directeur van de NVD.
‘Kijk liever een documentaire’
PETA Nederland is kritisch op de doelen. “Een natuurdocumentaire kijken is educatiever”, vindt Lemmen. “Dan zie je hoe dieren écht leven.” Ook de Partij voor de Dieren ziet het educatieve doel niet. Dierentuinen dragen niet bij aan educatie omdat ze geen natuurlijke omgeving laten zien en, zo schrijft de partij op haar website: ‘ze suggereren bovendien dat het moreel gerechtvaardigd is om dieren van hun vrijheid te beroven om ze aan mensen te tonen.’
Over het tweede doel, de rol van dierentuinen in natuurbescherming, is hoogleraar duurzame ontwikkeling Pim Martens sceptisch. Volgens hem is er ‘nauwelijks of geen bewijs dat dierentuinen een essentiële rol vervullen in het behoud van diersoorten’, zo schrijft hij in een opiniestuk in Trouw. Daarnaast zijn er bewijzen dat fokprogramma’s in dierentuinen voor overschot zorgen, wat kan resulteren in het doden van gezonde dieren. Omdat er te veel giraffen met ‘dezelfde genen’ waren werd giraffe Marius in 2014 op advies van de Europese Associatie van Dierentuinen en Aquaria (EAZA) afgemaakt en voor het oog van dierentuinbezoekers aan leeuwen gevoerd. Om een soortgelijke reden werd in april van dit jaar in Noorwegen een zebra gedood.
En in Nederland?
Buenos Aires noemt dierentuinen ‘niet meer van deze tijd’. Zijn Nederlandse dierentuinen geïnspireerd geraakt door de sluiting van de Argentijnse zoo? Van Aggelen van de NVD zegt dat er grote verschillen zijn tussen de Argentijnse en Nederlandse situatie. “Daar waar in Buenos Aires Zoo de ontwikkelingen zo’n vijfentwintig jaar geleden zijn blijven stilstaan, hebben de leden van de NVD zich continu verbeterd en behoren ze nog steeds tot de beste en meest professionele dierentuinen ter wereld.”
Volgens van Aggelen leven de dieren in Nederlandse dierentuinen in “de beste omstandigheden volgens de laatste kennis en inzichten en technieken op het gebied van houden van die soorten.” Van Aggelen stelt dat de aangesloten dierenparken continu de dierverblijven evalueren en aanpassen aan nieuwe kennis en verbeteringen. Zo is volgens haar nog weinig te zeggen over de dierentuin van de toekomst, behalve dat hij er anders uit zal zien “omdat we tegen die tijd meer weten, kunnen en willen.” Van Aggelen juicht de discussie over dierenwelzijn die bij het publiek leeft toe, “al proberen wij met onze kennis en netwerk hen altijd een paar stappen voor te blijven.”
De bezoeker bepaalt
De vraag is of dat gaat lukken. PETA-Nederland woordvoerder Yvonne Lemmen merkt dat de media steeds meer aandacht geven aan het welzijn van dieren in gevangenschap. Ook kreeg PETA veel verontwaardigde reacties toen in een Amerikaanse dierentuin gorilla Harambe, nadat een kleuter in het apenhok gevallen was, werd doodgeschoten. Door dit soort gebeurtenissen gaan mensen kritischer naar dierentuinen kijken. Of het sluiten van de dierentuin in Buenos Aires invloed heeft op dierentuinen in Nederland weet Lemmen niet. “Misschien zet het dierentuinen aan om beter te kijken naar het welzijn van dieren, maar het doel van de dierentuin blijft natuurlijk commercieel.”
Volgens Lemmen ligt een eventuele en uiteindelijke verandering vooral bij de consument: de dierentuinbezoeker. PETA roept dan ook op om niet meer naar de dierentuin of andere attractieparken met dieren te gaan. Wanneer bezoekers inzien en bewust worden dat dieren niet in gevangenschap horen, zullen ze niet meer naar de dierentuin gaan. Lemmen legt de vergelijking met het verbod op wilde zoogdieren in het circus: “Mensen moeten het concept ouderwets gaan vinden.” Ze ziet de toekomst wel positief tegemoet: “Het is echt een besef, dat komt wel langzamerhand.”
Opvallend genoeg zijn er weinig officiële onderzoeksrapporten over dierenwelzijn in de dierentuin te vinden, waardoor de discussie vooral een welles-nietesspelletje is tussen voor- en tegenstanders. Ook al lijken de bestaansredenen van de dierentuin ronduit wankel, voorlopig blijft het dus gewoon nog aapjes kijken in Nederlandse dierenparken. Of het nou educatief is of voor de fun.
De NVD is de overkoepelende organisatie voor Nederlandse dierentuinen. Zij houdt zich bezig met belangenbehartiging, kwaliteitsbewaking en het bevorderen van de gezamenlijkheid bij de leden. De dierentuinen van de NVD werken nauw samen op het gebied van fokprogramma’s, educatie, natuurbescherming en onderzoek. De aangesloten dierentuinen hebben samen richtlijnen en codes opgesteld voor een verantwoord beheer van de diercollecties. Lidmaatschap van de NVD kan dus gezien worden als een kwaliteitskeurmerk voor een dierentuin’.