Wilson (28) controleert voor de Mara Salvatrucha een deel van Ciudad Delgado, in de heuvels rond San Salvador. ‘We laten ons niet met kleine winkeliers in.’ Beeld: Heriberto Paredes
Achtergrond

Een nacht in El Salvador: horen, zien en zwijgen

In Centraal-Amerika zijn steeds meer mensen op de vlucht voor bendegeweld. ‘De minst zichtbare vluchtelingencrisis ter wereld’, zegt Amnesty International. Zeker het kleine El Salvador bezwijkt onder de terreur.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het leven van de zes miljoen inwoners schikt zich naar de strikte benderegels. ‘Dood aan verklikkers’ is een populaire graffitiboodschap

‘Ciudad Delgado is van jou’, zegt een aanplakbord aan een invalsweg in een arme wijk van San Salvador, de hoofdstad van El Salvador. ‘Word wat je wil worden.’ Voor de buurtbewoners die er dagelijks voorbij moeten, is het een misplaatste grap, een kaakslag bijna. Ciudad Delgado is helemaal niet van hen. Twee concurrerende misdaadbendes zwaaien hier de plak: Mara Salvatrucha, kortweg MS-13, en Barrio 18. Beide voeren een meedogenloos schrikbewind over grote delen van het Centraal-Amerikaanse land.

Het leven in El Salvador, waar ruim zes miljoen mensen wonen, schikt zich naar een rist strikte benderegels. Regel nummer één: horen, zien en zwijgen. De bendes – pandillas of maras in het Spaans – zijn overal en nergens. Ze leven ondergedoken, maar hun graffitiboodschappen – bij schoolpoorten, bushaltes en op straathoeken – gebieden absolute zwijgplicht voor getuigen van een misdaad. ‘Dood aan verklikkers’, is vaak het onderschrift. Wie naar een andere wijk wil voor een bezoekje of een boodschap, moet zich nauwgezet bevragen: welke bichos – ‘jongens’ – hebben het daar voor het zeggen? Onbekende gezichten moeten vaak een identiteitskaart met adres laten zien. Geregeld worden nietsvermoedende burgers vermoord alleen omdat ze in vijandig gebied wonen. Ook onze Salvadoraanse gastvrouw moest ons vooraf bij de lokale bendeleider aankondigen. We waren gewaarschuwd: bepaalde sportschoenen en kleuren zijn uit den boze, tatoeages blijven beter bedekt – ze zouden als tekenen van lidmaatschap van een bende kunnen worden geïnterpreteerd. Het sociale leven speelt zich grotendeels in bewaakte en beveiligde shoppingcentra af.

Maria de Jesus zat met haar man en drie jonge kinderen aan tafel, toen vijf gemaskerde mannen haar het huis uit sleurden, haar de keel doorsneden en in de borst schoten.Beeld: Heriberto Paredes

Lijkzakkendiplomatie

De bendes antwoorden met willekeurige moorden op militairen, politiemensen en burgers

El Salvador leeft al jaren onder het juk van die bendedictatuur, net als delen van buurlanden Honduras en Guatemala – de zogenaamde Noordelijke Driehoek van Centraal-Amerika. Maar ook in de Verenigde Staten haalt de Mara Salvatrucha tegenwoordig de krantenkoppen. ‘Ze hebben vreedzame parkjes en prachtige rustige buurten veranderd in bloedige killing fields’, speechte president Donald Trump onlangs voor een publiek van ordehandhavers in Long Island. ‘Het zijn beesten.’

Jeff Sessions, de uiterst conservatieve minister van Buitenlandse Zaken, heeft van de strijd tegen de Mara Salvatrucha een prioriteit gemaakt. Dit jaar zijn al dubbel zoveel bendeleden uitgewezen als vorig jaar: 5.207 tot dusver. Onder impuls van de VS heeft ook de Noordelijke Driehoek de druk op de bendes opgevoerd. Maar experts zijn van mening dat die strategie van de harde hand het omgekeerde effect sorteert: de bendes antwoorden met willekeurige moorden op militairen, politiemensen en burgers. Ze doen aan lijkzakkendiplomatie: moord als drukkingsmiddel. ‘Eens je bij de Mara gaat, kun je er maar bij hoge uitzondering nog mee breken. Alleen zij die God vinden en een gezin willen stichten, de calmados, krijgen een kans. Maar als blijkt dat je toch nog drinkt en herrie schopt, kan je dat je leven kosten.’

El Salvador heeft het hoogste moordcijfer ter wereld

Wilson (28) controleert voor de Mara Salvatrucha een deel van Ciudad Delgado, in de heuvels rond San Salvador. Pinos Locos Salvatrucha heet zijn clica, een lokale bendecel. We ontmoeten Wilson thuis bij zijn vriendin Dalia (20) en hun dochtertje Keysi (2) – het meisje huppelt rond zijn benen. Op de achtergrond klinkt af en toe een flard reggaeton uit de speakers van de afgedankte Amerikaanse schoolbussen die hier als openbaar vervoer dienstdoen. In zijn wijde jeansbroek en oversized T-shirt oogt Wilson bijna tenger. Hij heeft een lichte lach, en in zijn achterzak een pistool. Op zijn achterhoofd staat een ‘13’ getatoeëerd. De grote ‘MS’ op zijn borst toont hij later voor de foto.

Beeld: Heriberto Paredes

Alledaagse afpersing

Het vuile werk, het moorden, laten Wilson en zijn cel door kinderen opknappen

De voornaamste business van de Salvadoraanse bendes blijft alledaagse afpersing. Naar schatting 70 procent van de Salvadoraanse handelszaken – van zelfstandige leurders die amper iets verdienen tot grote distributiecentra van Coca-Cola – betaalt beschermingsgeld. Op de migratieroute in Mexico dwalen talloze Salvadoranen die de renta niet konden ophoesten en de doodsbedreiging ernstig namen. Ook Wilsons cel incasseert van de handelaars in Ciudad Delgado. ‘Maar we laten ons niet met kleine winkeliers in. Alleen zij die het zich kunnen veroorloven, vragen we een bijdrage’, zegt hij. Ook dealen ze coke en weed, anderen verhandelen wapens.

Een aantal tieners staat voor Wilson de klok rond op de uitkijk op enkele strategische punten in de buurt: ze geven een seintje wanneer de politie eraan komt. Het vuile werk, het moorden, laten Wilson en zijn cel door kinderen opknappen. ‘Hoe jonger, hoe beter. Het zijn jongens uit een moeilijke gezinssituatie, zonder vader, arm, net als ik. Als ze 12, 13 jaar zijn, trainen we hen met wapens. Jongeren zitten minder lang voor moord.’ De maras treffen vooral de buurten waar de bendeleden zelf wonen. De meer vermogende Salvadoranen trekken zich achter een muur terug en beschermen zich met privébewaking. Misschien worden ze als bedrijfsleider afgeperst, maar ze hoeven tenminste niet te vrezen dat hun kinderen iets overkomt op weg naar school. Wilson weet dat president Trump MS-13 de oorlog heeft verklaard. ‘Hij is niet goed bij zijn hoofd als hij denkt dat hij met ons kan afrekenen.’ Maar de spanningen met de politie lopen wel op. ‘Ze zijn op jacht, vanwege de hoge moordcijfers. En als ze je te pakken krijgen, maken ze je af alsof het niets is. Vermoorden ze evenwel een homeboy, iemand van ons, dan zullen we antwoorden, wees daar zeker van.’ ‘Buitengerechtelijke executies door de politie zijn eerder regel dan uitzondering in dit land’, zegt Guadalupe Echeverría, chef van de ‘antibende’-cel van de openbare aanklager in San Salvador. ‘Ze sjoemelen met bewijs, verplaatsen lijken en dekken het potje toe. Op den duur is dat ook wat de bevolking vraagt: één rat minder.’

Het lichaam van de omgebrachte Maria de Jesus (38). 34 burgers zullen de volgende ochtend niet halen.Beeld: Heriberto Paredes

Vicieuze cirkel

In El Salvador alleen al zijn naar schatting 60.000 bendeleden actief

In 1981 brak in El Salvador een burgeroorlog uit die elf jaar zou duren en 75.000 mensen het leven kostte. De Amerikanen, die er tijdens de Koude Oorlog als de dood voor waren dat het communisme zich in Centraal-Amerika zou verspreiden, kozen de kant van het leger: dat kreeg – ondanks een voorgeschiedenis van wandaden – geld en hulp om de linkse guerrilla te bestrijden. Een kwart van de Salvadoranen vluchtte naar de VS.

In de barrios van Los Angeles kregen die asielzoekers het aan de stok met Mexicaanse en zwarte misdaadbendes. Zo ontstonden MS-13, vandaag de grootste, en Barrio 18 – genoemd naar 18th Street in East L.A. Al snel zouden de nieuwkomers hun concurrenten in wreedheid overtreffen en achter de tralies belanden. Zodra in 1992 het Salvadoraanse vredesakkoord getekend was, werden de bendeleden massaal naar hun thuisland uitgewezen en kregen ze uiteindelijk in de Noordelijke Driehoek voet aan de grond. In El Salvador alleen al zijn er naar schatting 60.000 actief.

Voor president Trump is MS-13, met naar schatting 10.000 leden in de VS, reden voor een strenger immigratiebeleid. Onder meer in de staten Virginia, New York en Massachusetts rekruteert de Mara uit stuurloze jonge immigranten zonder papieren, die zelf het bendegeweld of de doffe armoede in hun thuisland ontvluchten. Daarom willen de Republikeinen van de sanctuary cities af, waar sans-papiers meer bescherming genieten.

De Amerikaanse autoriteiten hebben nooit begrepen dat migratie een cirkel is’, zegt de Salvadoraanse onderzoeksjournalist Óscar Martínez. ‘Guatemala, Honduras en El Salvador waren failed states eind jaren 80, vermangeld door oorlog en conflict. De bendes die door vluchtelingen in de States zijn gevormd, hebben zich door de uitwijzingen kunnen uitbreiden en in Centraal-Amerika consolideren. Bovendien zijn ze intussen zo machtig en talrijk dat de Amerikaanse uitwijzingen mij een druppel op een hete plaat lijken.’

De chauffeur zit ineengezakt achter het stuur, doodgeschoten. Het is de prijs van een justitieapparaat: betalen met een kogel.

Betalen met een kogel

Het vuile werk, het moorden, laten Wilson en zijn cel door kinderen opknappen. ‘Hoe jonger, hoe beter. Ze zitten minder lang voor moord’

‘Ongeveer hetzelfde als altijd, toch? Een béétje erger misschien.’ Een internationale fotojournalist op doortocht vraagt een stand van zaken aan zijn Salvadoraanse collega’s op een plaats delict in een rustige buurt in San Salvador. Enkele tientallen meters achter het politiecordon onderzoeken gemaskerde inspecteurs een taxi. De chauffeur zit ineengezakt achter het stuur, doodgeschoten. Het gebeurt vaker: bendeleden vorderen een taxi op en betalen met een kogel. Het is de prijs van een justitieapparaat dat amper tien procent van de moorden berecht: misdaad kost niets.

Het is woensdagnacht en we lopen in het spoor van twee doorgewinterde Salvadoraanse misdaadverslaggevers. Ze houden het liever off the record. De nacht zal voor de twee een somber dieptepunt worden in de meest gewelddadige week sinds lang: 34 moorden, op een totaal van 203 in één week. Tijdens de burgeroorlog vielen gemiddeld vijftien doden per dag; op sommige dagen is dat nu een veelvoud. Toch zal daags nadien vooral een pensioenhervorming de kranten halen. De geweldepidemie is al lang niet opzienbarend meer. Een oudere politieagent houdt bij het gele afzetlint de wacht. Hij woont alleen in een buurt die gecontroleerd wordt door de Mara. ‘Op een dag zal het aan mij zijn’, zegt hij onbewogen. ‘Weet u, het wordt hoog tijd dat we de middelen krijgen om voor eens en altijd met die klootzakken af te rekenen.’ En wat met een eerlijk proces dan? ‘Gerechtigheid? Ach, dat zijn bezorgdheden van buitenlanders, van de Verenigde Naties. Alleen goddelijke gerechtigheid is van tel.’

Trotse tweet

De 34 doden tijdens deze ene woensdagnacht zullen haast uitsluitend burgers zijn.

Tegen middernacht is in de hoofdstadswijk San Antonio y Guadalupe geen ziel meer op straat. De dreiging is haast tastbaar. Voor een eenzaam huis hebben enkele mensen verzameld, er klinkt zacht gesnik. Twee jochies hebben een 54-jarige bakker neergeschoten, pal voor zijn huis. Het lichaam is zonet door de wetsgeneesheer meegenomen. Naast een plas bloed liggen de scherven van een koffiemok. Zijn vrouw en kinderen zwijgen: de daders zouden maar eens moeten terugkeren. Aan de andere kant van de nabijgelegen snelweg is gisteren een schoenmaker vermoord. De hypothese wil dat hij geen beschermingsgeld wou of kon betalen. De 34 doden tijdens deze ene woensdagnacht zullen haast uitsluitend burgers zijn.

Twee begrafenisondernemers, van 25 en 34 jaar, wachten geduldig het moment af om hun diensten aan te bieden. Ze zitten stilletjes op de trottoirband een eind verderop. Met z’n tweeën dwalen ze al zeventien jaar ’s nachts door de stad, wachtend op een tip van een politieagent of ambulancier. Wachtend op een moord. ‘Met als enige gezelschap God.’ Soms helpen ze de nabestaanden het bloed op te dweilen, vertellen ze. Als ze dadelijk met de familie een deal sluiten, gaan ze straks het lichaam ophalen om het te balsemen.

Later op de avond dalen we naar een landelijke buitenwijk van de hoofdstad af. Op de laatste treden van een lange trap die naar enkele bescheiden huizen leidt, zitten familieleden van María de Jesus (38) toe te kijken hoe het lab eerst haar lichaam onderzoekt en dan in een plastic lijkzak ritst. De vrouw zat met haar man en drie jonge kinderen aan tafel, fluistert een nicht ons toe, toen vijf gemaskerde mannen haar het huis uit sleurden, de keel doorsneden en in de borst schoten. De nicht, een jonge vrouw, houdt een ingeduffelde baby tegen de borst. Alleen de ademhaling van het kind is hoorbaar. Of ook hier, in dit eenzame gehucht, bendes actief zijn dan? ‘Ja,’ zegt ze, ‘maar het zijn allemaal bekenden.’ Daags nadien zal de nationale politie schijnbaar trots een tweet de wereld insturen: in 238 gemeenten is afgelopen nacht geen enkele moord gepleegd, in 24 andere 34 moorden.

Beeld: Heriberto Paredes

Los Retornados

In het opvangcentrum krijgen teruggekeerden hulp als ze hun tatoeages willen laten verwijderen

‘Welkom terug in jullie land!’, jubelt een jonge functionaris door de microfoon. In een opvangcentrum aan een ringweg in San Salvador is zopas de derde wekelijkse vlucht retornados – ‘teruggekeerden’ – uit de VS aangekomen. Ze zijn het land uitgezet omdat ze er zonder papieren verbleven. Buiten, aan de poort, staan familieleden al te wachten, zonder veel fanfare. Binnen krijgt een honderdtal mannen en vrouwen de eerste instructies voor een nieuw leven – ook al zal één op de tien meteen naar el norte proberen terug te keren. Op het vliegtuig waren ze nog geboeid, nu krijgen ze koffie en fruitsap aangeboden, zo nodig een telefoontje. Sommigen dragen een gevangenisplunje, anderen werden klaarblijkelijk gevat tijdens een immigratieraid op hun werkplek en hebben nog schilderskleding aan. Hoewel ze soms vlotter Engels dan Spaans spreken, zijn ze allemaal opnieuw Salvadoraan, tegen wil en dank.

‘In de gevangenis werd al gezegd dat het hier niet makkelijk zal zijn’, zegt Carlos Cabrera (33). ‘Maar er zit niet veel anders op, zeker?’ Met zijn vijf kinderen woonde hij sinds 2002 in de Amerikaanse stad St. Louis in Missouri. Hij zat vijf jaar in de cel voor verboden wapenbezit. De man is geen koorknaap, maar ook geen grote gangster, verklaart de immigratiedienst. De tatoeages op zijn voorarmen verwijzen niet naar een bende. Bij een vijftal anderen in de zaal is dat wel het geval: ze hebben ‘18’ of ‘13’ op hun armen of in hun nek staan. Praten willen ze niet.

In het opvangcentrum krijgen teruggekeerden hulp als ze hun tatoeages willen laten verwijderen. Het bendestigma maakt het erg moeilijk om werk te vinden en te re-integreren. Carlos heeft zich al bevraagd: ‘Ik overweeg het’, zegt hij. Volgens het U.S. Immigration and Customs Enforcement (ICE) zijn dit jaar al dubbel zoveel bendeleden uitgewezen naar de Noordelijke Driehoek als in 2016: in september stond de teller op 5.207. Wie niet gezocht wordt, mag na een gesprek met de politie in het opvangcentrum vrij vertrekken. ‘Ze mogen gaan en staan waar ze willen’, zegt directrice Ana Solórzano.

Buiten wacht de Salvadoraanse realiteit. Het opvangcentrum ligt pal in bendeterritorium. Carlos gaat weer bij zijn ouders wonen, in de kleine stad Usulután. ‘Misschien ga ik van daar wel verder naar een land waar geen gevaar is.’

Beeld: Heribertos Paredes
Diezelfde week kondigen de procureurs-generaal van de Noordelijke Driehoek samen met Amerikaanse veiligheidsdiensten in Miami het resultaat van een grootschalige gerechtelijke operatie aan: in zes maanden tijd zijn liefst 3.800 bendeleden opgepakt in de VS en Centraal-Amerika. In El Salvador blijven de media er opvallend stil over. De overgrote meerderheid van de arrestanten is inmiddels alweer op vrije voeten, weten ze. Aanklachten kunnen moeilijk hard worden gemaakt. Getuigen blijven stil. Gevangenissen zitten overvol. De bendes betalen degelijke advocaten, en zo nodig rechters.

Vredesakkoord

Het opvangcentrum voor wie de VS is uitgezet, pal in bendeterritorium: allemaal weer Salvadoraan, tegen wil en dank. Beeld: Heriberto Paredes

Het is een controversieel voorstel, maar volgens mij moet de regering eerst een vredesakkoord sluiten om het geweld te verminderen

Wil de Salvadoraanse politieke klasse ook écht korte metten maken met de bendes? Het lijkt onwaarschijnlijk. El Salvador is een fragiele jonge staat die vatbaar is voor corruptie en erg verdeeld blijft op de breuklijn van de burgeroorlog. Kiezers blijven hondstrouw aan dezelfde twee grote politieke partijen die rechtstreeks afstammen van de twee kampen in het conflict. Zo worden politici niet electoraal afgestraft voor een gefaald veiligheidsbeleid. In augustus dook bovendien een video op, van de huidige minister van Binnenlandse Zaken Arístides Valencia die de bendeleiders steun vraagt voor de presidentiële verkiezingen van 2014. Beide partijen – het linkse FMLN en het rechtse ARENA – zouden samen 350.000 dollar betaald hebben aan bendes in ruil voor stemmen en bedreigingen tegen kiezers van het andere kamp. De minister is vandaag nog steeds op post.

‘Corruptie is kern van het bendeprobleem’, zegt José Miguel Cruz, de Salvadoraanse directeur van het departement Latijns-Amerikaanse studies aan de Florida International University in Miami. De voorbije jaren hebben Cruz en zijn team 1.200 bendeleden geïnterviewd in Salvadoraanse gevangenissen. Het onderzoek werd besteld door het Amerikaanse State Department, dat wilde weten of leden hun bendebestaan kunnen afzweren. ‘De grote meerderheid heeft het overwogen’, ondervond Cruz. ‘Maar de Salvadoraanse realiteit maakt het bijna onmogelijk om uit de bende te stappen. Kinderen gaan er al vroeg bij: ze zijn niet naar school gegaan, hebben geen vaardigheden en zien dus geen alternatief. Ten tweede is El Salvador minuscuul en zijn de bendes omnipresent: de kans is groot dat ze er weer in verglijden.’

Een jaar geleden stelde Cruz in Washington zijn onderzoeksresultaten voor. Hoewel de onderzoeker toen een luisterend oor vond bij de Amerikanen, beklaagt hij dat het Witte Huis nu aandringt op een louter repressieve aanpak. ‘De harde hand in El Salvador betekent vaak willekeurige opsluiting, in afzonderlijke gevangenissen per bende. Daar hebben ze altijd kunnen netwerken, structureren en versterken. Het is een controversieel voorstel, maar volgens mij moet de regering eerst een vredesakkoord sluiten om het geweld te verminderen. De bendes hebben meer controle dan de staat, je kunt daar gewoon niet omheen. En dan moeten we voluit inzetten op sociale programma’s om jongeren een andere keuze te bieden, een manier om de misdaad achterwege te laten.’

Uit cijfers van de Amerikaanse, Mexicaanse en Centraal-Amerikaanse immigratiediensten blijkt dat migratie naar de VS sinds de verkiezing van Trump zowat gehalveerd is. Wacht, zeggen familieleden in de VS: het dient tot niets om tot 5.000 dollar aan een mensensmokkelaar te betalen om dan toch gevat te worden. Mensen uit de Noordelijke Driehoek vragen steeds meer asiel aan in Mexico, Costa Rica en Belize. Ze ontvluchten het bendegeweld: Amnesty International noemde het vorig jaar al de minst zichtbare vluchtelingencrisis ter wereld. In 2015 vroegen 3.000 Centraal-Amerikanen bescherming in Mexico. Vorig jaar kreeg het land 8.781 aanvragen binnen. VN vluchtelingenorganisatie UNHCR verwacht er in 2017 tot 20.000. Of hoe migranten vluchtelingen worden.

* De namen van sommige geïnterviewden zijn veranderd omdat hun getuigenis hen in gevaar kan brengen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons