In mijn vorige blogpost belichtte ik een aantal aangename zaken van het leven in Uganda. Een van mijn lezers vroeg in reactie wat mijn zeven onaangename zaken dan wel niet zijn? Het kostte ondergetekende weinig moeite in no time een lijst aan ergernissen neer te pennen. Van kort door de bocht tot Jezus Christus tot tweedehands crap, en zoveel meer. Here we go!
1. Niks staat vast
‘It will be finished tomorrow’ betekent hier in feite helemaal niets. Men doet beloftes, en of die vervolgens ook nagekomen worden, is altijd maar de vraag. Je kan daarom nergens van op aan, en dan wordt vooruitplannen natte-vingerwerk en eigenlijk schier onmogelijk. Dit gaat niet alleen op voor het individuele level; als er even geen geld is, betalen bedrijven hun werkgevers niet uit. Of de bus vertrekt niet, omdat er niet genoeg passagiers zijn. Charmant hoor, dat improviseren en in het moment leven. Maar vaker gewoonweg heel erg irritant, al die disfunctionaliteit!
2. Tweedehandsjes
De meeste dingen die je hier koopt, of het nou een t-shirt, een keukenmes of een motor voor je auto is, vallen binnen een paar weken spontaan uit elkaar. Spullen zien er redelijk goed uit, tot je ze gaat gebruiken (en komaan, dat is toch het idee van spullen, dat je ze gebruikt?) Als een kat negen levens heeft, heeft een Ugandees product er minstens 12. Afrikanen zijn meesters in recycling. Kapotte schoenen maak je met goedkope secondelijm, en met een goedkope zwarte stift teken je die kapotte stukken in het leer weer zwart. Iets lijkt dan redelijk oké, tot het na twee weken van pure ellende desintegreert. China’s goedkope plastic troep domineert op de markten. Veel mensen hebben weinig geld, en gaan voor snel en goedkoop. Dat resulteert er uiteindelijk in dat je hetzelfde goedkope product vijf keer per maand koopt, omdat het telkens kapot gaat. Maar het gaat er niet in dat dit uiteindelijk duurder is dan iets meer geld uitgeven voor hetzelfde product in de degelijke versie. De kwaliteit van spullen is hier crap. Ik kocht twee dagen geleden een schaar die niet kan knippen, en een mes dat krom trekt als je het ergens inzet! Grrrr…
3. Beating around the bush
De schaarsheid van de keiharde ‘no’ staat in schril contrast met de constant door de lucht vliegende, bedremmelde ‘yes’. Een ‘nee’ verkoop je hier niet gemakkelijk, aangezien die combinatie van letters staat voor botte onvriendelijkheid. Dus, of je nou wel of niet het antwoord weet op een vraag, het is uit sociaal-cultureel oogpunt altijd handiger om ‘ja’ te antwoorden. Als je dus verdwaald bent in the middle of nowhere en je vraagt aan een toevallige passant of de bruiloft die kant op is, kan je raden wat voor antwoord je krijgt. Zo’n exercitie is in feite bij voorbaat al vruchteloos. Er is echter omheen te werken, door geen gesloten, maar open vragen te stellen. ‘Waar is de bruiloft?’ levert je sneller inzicht in de kennis, of het gebrek daaraan, van de persoon die de vraag beantwoordt.
4. Controlfreak – unfriendly
Controlfreaks houden het hier niet lang vol. Ik heb ogenschijnlijk vriendelijke, opgetogen buitenlanders hier in zeer korte tijd zien transformeren in hoogst geïrriteerde, cynische en opgefokte persoonlijkheden. Die stappen enthousiast het vliegtuig uit, maar stappen er meestal, na een maand of drie euforie, groen en geel weer in. ‘Wij’ in ‘het Westen’ zijn opgevoed met het idee dat de wereld maakbaar is en dat wij de wereld in kunnen richten naar gelang onze dromen en ambities. Alles wat je wilt bereiken, ligt binnen handbereik, als je er maar hard genoeg aan werkt. Hoewel ik daar tot op bepaalde hoogte nog steeds in geloof, is die visie in Afrika moeilijker te realiseren. Het systeem werkt vaak tegen. Je wilt wel een bedrijf beginnen, maar de landlord is corrupt, de makelaar komt nooit opdagen, de overheid verzint er steeds regeltjes bij, de stroom valt steeds uit, en het internet is kapot. Je bent hier vaak de dag bezig om de basis bij elkaar te houden. Misschien is het niet verwonderlijk dat mensen nauwelijks in opstand komen tegen een corrupt en autoritair regime dat ongelijkheid in stand houdt; het idee dat je daar zelf iets aan zou kunnen veranderen bestaat nauwelijks. Mensen lijken te berusten in het gebrek aan agency dat zij kunnen uitoefenen op de wereld om hen heen.
5. Praise the Lord
God bemoeit zich hier met elk detail van het dagelijks leven. Van de lengte van je rok tot je seksuele geaardheid. Ik wil niet zeggen dat religie mij per se irriteert; iedereen heeft het recht om te geloven wat hij wil. Maar de manier waarop verantwoordelijkheden worden afgeschoven op Hem die daarboven is, gaat soms erg ver. Zo hebben we hier momenteel de hit ‘Ow Lord don’t let me cheat on my girlfriend’, waarin een jongeman God verzoekt hem alsjeblieft niet vreemd te laten gaan, omdat hij zoveel van zijn vriendin houdt. Je hoort hem hier overal. Dat gaat mij te ver. Jonge kinderen die aan HIV-aids lijden, worden tijdens de zondagdienst door pastors uit het ziekenhuis gehaald en op het altaar gezet, om ‘genezen’ te worden door God. Homoseksualiteit kan niet worden gewaardeerd, omdat ergens in de Bijbel zou staan dat God alle homoseksuelen naar Sodom & Gomorra heeft gezonden. Voor de duidelijkheid: het christendom is door kolonisten naar Uganda gebracht, en (onder andere) Amerikaanse pastoors houden hier bedevaartstochten tegen homoseksualiteit. Het is dus niet een puur Ugandees probleem. Maar, het is er wel altijd en overal.
6. Mzungu forever
Eens een mzungu, altijd een mzungu. Als je blank bent, ben je een buitenlander, en dus rijk. Deze logica staat vast, is onwrikbaar, evenals 1 + 1 = 2. Het is heel moeilijk om aan dit stigma te ontsnappen. Onmogelijk, denk ik zelfs. Dat is, na drie jaar in dit land te hebben gewoond en geïnvesteerd te hebben in cultuur en mensen, af en toe best lastig. Altijd de buitenstaander zijn roept immers een gevoel van eenzaamheid op, van je continu anders voelen dan de rest. Aan de andere kant moet gezegd dat het ook zijn voordelen heeft. Als blanke geniet je hier, decennia na de kolonisatie, nog steeds een bepaald respect. Je komt eerder ergens binnen, wordt altijd vriendelijk behandeld, hebt een hogere status. Het klinkt misschien verwend om hierover te klagen, maar het staat lijnrecht tegenover het gelijkheidsbeginsel waar ik in geloof en het is beter afgerekend te worden op wat je doet dan op je buitenkant. Maar, eens een mzungu, altijd een mzungu. Mzungu forever.
7. Kort door de bocht
Een zwerver op straat is altijd een ‘mad man’. Een vrouw met een kort rokje aan is voor eens en altijd een ‘slut’. Een prostituee is ‘a sinner who goes to hell’, en een dief ‘deserves to die’. Dat laatste wordt vrij letterlijk nageleefd; als een dief wordt ontmaskerd, wordt diegene live, op straat, door omstanders, gedood. Dat wil niet zeggen dat mensen hier allemaal primitieve moordenaars zijn; aangezien de politie niet in actie komt, moeten mensen zelf voor rechter spelen. En afschrikwekkend is het zeker, die mob justice; je bedenkt je wel twee keer voor je een mascara van de markt jat. Maar mensen hebben hun mening erg snel klaar en er is over het algemeen weinig ruimte voor inlevingsvermogen voor de ander. Kort door de bocht dus.
Pfff dat lucht op! En ter nuance: voor het mopperen gaf ik complimentjes! Lees hier mijn blog over 7 aangename zaken in Uganda